Praten over de dood met kinderen: dit begrijpt een schoolkind (vanaf 9 jaar)
Uitgelegd vanuit het psychologische ontwikkelingsperspectief
Hoe praat je met een schoolgaand kind over de dood? Hier staan handvatten over wat hen bezighoudt en tips over hoe je daarop kan aansluiten.
Kinderen vanaf 9 begrijpen steeds beter hoe de wereld in elkaar steekt. Net als schoolkinderen vanaf 6 jaar, kunnen ze wel worstelen hiermee.
Noot
Je kijkt naar de kalenderleeftijd. Sommige kinderen, die bijvoorbeeld al levenservaring hebben met de dood, zijn verder in hun ontwikkeling ten aanzien van de dood.
Schoolkinderen (vanaf 9 jaar):
- beseffen dat uiteindelijk iedereen een keer doodgaat;
- vertrouwen in de natuurlijke hiërarchie: eerst gaat de oudste;
- hebben veel vragen over het leven;
- worstelen soms met een schuldgevoel en neigen dat bij zichzelf neer te leggen
Rouwende kinderen (algemene tips):
- rouwen in het nu en stellen hun rouw zonodig uit;
- uiten hun gevoel vaak in spel en gedrag, niet in altijd in woorden;
- kunnen in regressie gaan (ze laten nieuwe vaardigheden en grijpen naar dat wat ze al goed onder de knie hebben, zodat het niet te veel van ze vraagt);
- kunnen aspecifieke klachten krijgen: buikpijn, hoofdpijn, niet kunnen slapen. Hun emoties voelen ze dan letterlijk in een lichamelijke klacht;
- hebben herhaling nodig. Daarom stellen ze vaak dezelfde vraag opnieuw. Geef steeds hetzelfde antwoord, deze herhaling is nodig om het nieuws te kunnen bevatten;
- rouwen in hun ontwikkeling. Rouw is een leven lang en naarmate ze opgroeien, vragen ze ook meer over een overledenen. Het is belangrijk dat er steeds ruimte is om hierover te praten.
Bron: Rebecca Dabekaussen, rouwtherapeut
Lees ook:
Dit begrijpt een baby/dreumes over de dood
Dit begrijpt een peuter over de dood
Dit begrijpt een kleuter over de dood
Dit begrijpt een schoolkind (vanaf 6 jaar) over de dood
Dit begrijpt een tiener over de dood
Lees ook over:
Blog Jurgen | 'Daar sta ik dan, als een klein kind mijn tranen te verbergen'
Lees ook over: