Kinderen en rouw: ‘Verdriet kan zich altijd later weer aandienen, het is niet klaar’
Kinderen die op jonge leeftijd te maken krijgen met het overlijden van een dierbare, worden daar op latere leeftijd vaak opnieuw mee geconfronteerd. ‘Kinderen kunnen maar kleine stukjes rouw per keer aan’ legt uitvaartverzorgster Corine de Jong uit. Ze deelt uit haar eigen ervaring vijf tips om kinderen zo goed mogelijk te helpen in de periode na het overlijden.
1. Laat kinderen (praktisch) betrokken zijn
Een eigen negatieve ervaring uit het verleden of het in bescherming willen nemen van kinderen kan ervoor zorgen dat je als volwassene geneigd bent kinderen op afstand te houden van de gebeurtenissen rondom het overlijden. Maar juist dat helpt de meeste kinderen helemaal niet, legt Corine uit. ‘Kinderen hebben het vaak heel goed door wanneer ze ergens weggehouden worden.’
‘Zo maakte ik mee dat ouders hun dochtertje, nadat ze haar de dagen voor de uitvaart nauw betrokken hadden, niet meenamen naar de begrafenis. Na afloop van de uitvaart, bleef hun dochter zeggen: “We moeten oma zoeken”. Ze had namelijk wel gezien dat oma in de kist werd gelegd en vervolgens de rouwauto in ging, maar had niet gezien dat oma begraven werd.’
Kinderen betrekken kan volgens Corine ook op praktisch gebied. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld de kist beschilderen, meehelpen met het dragen van rouwboeketten of een kaarsje aansteken. Op die manier raken de kinderen zelf ook meer vertrouwd met de situatie.
2. Geef kinderen correcte informatie
Het is belangrijk om de gebeurtenissen zo goed mogelijk uit te leggen. Wanneer dit niet gebeurt, kan een kind er gemakkelijk een eigen verhaal bij verzinnen. Zo helpt het bijvoorbeeld niet om tegen een kind te zeggen dat iemand die overleden is, slaapt: ‘Juist daardoor kan het gebeuren dat een kind niet meer durft te gaan slapen’.
Kloppende informatie kan ook in begrijpelijke taal worden verpakt. Corine: ‘Ik leg dan uit dat, oma niet slaapt, maar dat haar hartje stuk is. Bij christelijke gezinnen leg ik daarbij uit dat oma wel verder kan leven bij de Heere God, maar dat we dat zelf niet kunnen zien.’
‘Kloppende informatie kan ook in begrijpelijke taal worden verteld’
Om dat laatste uit te leggen aan kinderen gebruikt Corine een vlinder als metafoor: ‘Op de begraafplaats geef ik kinderen een vlindertje. De overledene is zoals die vlinder, hij of zij is uit de cocon gegaan een leeft verder bij God. Wij kunnen dat vanaf de aarde alleen niet zien. Zo weten kinderen dat de persoon die overleden is niet echt weg is. Ik hoop dat het ouders en kinderen helpt.’
Verder helpt het volgens Corine ook om aan de hand van prentenboeken kinderen mee te nemen in het proces. ‘Ik neem meestal verschillende boekjes mee die passen bij de leeftijden van de kinderen en bij de situatie. Doordat de boeken (voor)gelezen worden, krijgen kinderen al een beeld van wat er te gebeuren staat.’ Enkele boeken die ze aanraadt zijn:
- In mijn kleine hart – Jo Witek & Christine Roussey
- Rikki en de eekhoorn – Guido van Genechten
- Ik wil je nooit vergeten – Joanna Rowland & Thea Baker
- Dag lieve oma – Vrouwke Klapwijk en Marja Bos
3. Laat je eigen verdriet zien en wees eerlijk richting kinderen
In een familie waar iemand overleden is, heeft iedereen verdriet. Familieleden proberen elkaar en met name jonge kinderen te beschermen voor het verdriet. Maar, zegt Corine, juist door het verdriet niet te delen met elkaar maak je het alleen maar moeilijker. ‘Kinderen hebben het vaak erg goed door als volwassenen verdriet hebben of minder goed in hun vel zitten.’
Laat kinderen daarom zien dat je verdrietig bent. ‘Eigenlijk zet je kinderen buiten spel wanneer je het niet deelt.’ Door verdriet te delen, raken kinderen ook betrokken en begrijpen ze beter wat er is gebeurd. Corine: ‘Als je bijvoorbeeld altijd naar opa en oma gaat met je kinderen en plotseling is oma daar nooit meer, is dat erg moeilijk te begrijpen voor een kind.’ Zodra een kind niet weggehouden is bij het verdriet om het overlijden van oma, zal er ook eerder begrip zijn.
‘Kinderen hebben het vaak erg goed door als volwassenen verdriet hebben of minder goed in hun vel zitten.’
Niet alleen na een overlijden, maar ook in een periode van ernstige ziekte is het volgens Corine belangrijk om eerlijk te zijn tegen kinderen. ‘Kinderen hebben recht op eerlijke informatie. Al vanaf het moment dat volwassenen deze informatie hebben.’ Door niet te praten over het aanstaande overlijden van een dierbare wordt de angst dat ‘er nog meer onheil op komst is’ bij kinderen alleen maar vergroot.
4. Weet dat het rouwen nooit helemaal klaar is
Ondanks alles wat je kort na het overlijden van een dierbare al voor een kind kan doen, kan een kind maar een beperkte hoeveelheid pijn aan. Corine: ‘Het verliezen van bijvoorbeeld een ouder is voor een kind erg traumatisch. Het is niet gek als je later in je leven nog een stuk werk te doen blijkt te hebben.’
Verder legt Corine ook uit dat rouw geen eindpunt heeft: ‘In huis heb ik een boek van Manu Keirse wat hij eens heeft herschreven aangezien hij eerst de term ‘rouwverwerking’ gebruikte. Deze woordkeuze vond hij later niet passend meer. Ik sluit me bij hem aan. De term ‘rouwverwerking’ impliceert dat je het een keer verwerkt moet hebben en dat het verdriet “klaar” is. Dat is helemaal niet het geval. Gemis gaat je hele leven met je mee, maar je leert ermee leven. Het is daarom goed dat het verlies bespreekbaar blijft. Juist bij kinderen, waarbij het verdriet zich later weer aan kan dienen.’
‘Gemis gaat je hele leven met je mee, maar je leert ermee leven.’
Ook in haar nabije omgeving zag Corine hoe verdriet zich later weer aandiende: ‘Mijn nichtje verloor haar vader toen ze negen jaar was. Later ontdekte ze dat ze op die leeftijd dat verlies niet heeft kunnen verwerken. Ze schreef een boek over achterwaartse rouw. Dat vind ik een hele passende term. Rouw kan zich later weer aandienen.’
Corine vindt het wel belangrijk om te noemen dat als het verdriet zich later weer aandient dat niet per definitie een verwijt is richting familie of betrokkenen: ‘Ook wanneer je enorm je best hebt gedaan om een kind zo goed mogelijk te begeleiden na het overlijden, het niet vreemd is wanneer hij of zij de rouw en het verdriet later in het leven weer tegenkomt.’
5. Geef aandacht aan herinneringen
Tot slot legt Corine uit hoe belangrijk herinneringen zijn, juist voor kinderen. ‘Al komt de overledene niet meer terug, het is belangrijk om de herinnering aan hem of haar levend te houden.’ Heel concreet kun je dat op verschillende manieren doen. Door bijvoorbeeld een foto op een mooie plek te bewaren of een fotoboek te maken.
‘Een kind kan plotseling heel verdrietig zijn. Het is fijn als ze daar dan over kunnen praten en samen foto’s kunnen bekijken van leuke momenten die er met iemand geweest zijn. Daarnaast is het ook mooi om iets tastbaars te bewaren. Een bepaald item wat herinneringen op kan roepen, zoals een kledingstuk of en parfumflesje.’
In het persoonlijke herinneringsboek ‘Nu jij niet meer hier bent’, wat Corine de Jong heeft geschreven, is ook ruimte om een brief te schrijven aan de overledene. ‘Kinderen kunnen onder woorden proberen te brengen wat ze voelen als ze iemand missen en mooie herinneringen opschrijven.’ Zo’n boek, waarin ruimte is om herinneringen te bewaren, biedt de mogelijkheid om later nog eens terug te blikken en foto’s of verhalen terug te lezen.
Op de afbeelding bij dit artikel is een door kinderen versierde kist te zien. Beeld: Corine de Jong
Meer weten over opvoeden & gezin? Ga naar eo.nl/opvoeden.