Dagboek Catharina #27 | ‘Het woord ‘STOP’ zal nu nog indringender zijn'
Opnieuw keert Catharina terug naar de plek van het ongeluk. De plek waar haar broer Kees overleed. ‘Deze keer ga ik met een ander doel.’
Augustus 2020 - Het is precies acht maanden na zijn overlijden en het stormt. Het is nog augustus, maar de zomer lijkt vandaag in één klap te zijn omgeslagen in herfst. We zijn onderweg naar het kruispunt. Ik voel me verdrietig en zenuwachtig. Waarom ik zenuwachtig ben, weet ik niet. Bang voor het gevoel denk ik, de emotie. Toen ik er de vorige keer was, stond ik nog in de overlevingsstand. Toen kon ik de emotie aan. Nu zal het me misschien nog veel meer raken, nu ik me kwetsbaar voel.
STOP
Deze keer ga ik met een ander doel. Hoe het er daar uit ziet weet ik al. En dat er niets te zien zal zijn. Niets dat herinnert aan hem en die vreselijke dag. Een kruispunt als alle anderen. Maar dat mag het niet zijn. In de auto knutsel ik met takken en touw een kruis in elkaar. Er moet een teken zijn, zodat passanten begrijpen dat het niet zomaar een kruispunt is. Iets dat we hier achterlaten als wij weer vertrekken naar de andere kant van het land.
'Onze weg gaat hier verder, waar die van jou stopte.'
We stappen uit de auto en kijken rond. Het is druk, heel druk. Twee keer gaat het bijna mis vlak voor onze ogen en zien we auto’s die maar net op tijd weten te stoppen. Zij wel. Te midden van het geraas van storm en verkeer bind ik het zelfgemaakte kruis aan de paal van een stopbord. Het woord ‘STOP’ zal nu nog indringender zijn.
Aan de voet van de paal bouwen we een bermmonument met stenen die we verzamelden in de omgeving van het vakantiehuis. We hebben de mooiste keien uitgezocht langs het pad dat hij zelf ook vaak gelopen heeft. Een herinnering aan mooie tijden. Alsof we zeggen: we zijn er weer, we brengen onze weg dichter bij die van jou, daar waar onze wegen uiteengingen. Onze weg gaat hier verder, waar die van jou stopte. Maar nooit helemaal zonder jou.
'De puinhoop van het kruispunt moet bij mijn leven gaan horen.'
Puin
De lucht kleurt steeds donkerder en het begint te regenen. Het wordt tijd om te gaan. ‘Ik neem een steen mee’ zeg ik, terwijl ik een ruwe steen opraap van de grond tussen asfalt en berm. De plek waar ik de vorige keer stukjes bus en auto vond. Ik wil iets meenemen van deze plek, om te verbinden met mijn leven thuis. Om realiteiten samen te brengen. ‘Wil je er ook één?’ vraag ik aan mijn zus, en laat haar zien wat ik opgeraapt heb. ‘Ja’, zegt ze twijfelend, ‘maar dat is geen mooie steen, dat is puin!’. Ik knik, ze heeft gelijk. Het is ook puin.
Maar dat moet het misschien ook wel zijn. Het is precies het juiste woord voor hoe ik me voel en hoe ik mijn leven hier en nu ervaar. Thuis leg ik de stenen in de woonkamer neer, als op een altaar. Het is een ritueel, een symbolische levensoefening van wat ik in werkelijkheid nog niet kan accepteren. De puinhoop van het kruispunt moet bij mijn leven gaan horen.
Lees ook over:
Dagboek Catharina #8 | ‘Daar moeten de traumahelikopters zijn geland’
Lees ook over:
Dagboek Catharina #28 | 'Een weerzien in de hemel klinkt troostvol. Maar weet ik dat wel zeker?'
Geschreven door
Catharina de Riet - Neven