Blog Sanne | Verhuizen zonder Roos
Sanne en haar gezin gaan verhuizen. En dat is niet voor het eerst; ze verhuisden drie keer in amper twee jaar tijd. En dat terwijl in die jaren hun leven totaal veranderde, toen hun dochtertje Roos plotseling overleed. ‘Hoe kunnen we verder bouwen zonder haar?’
Verhuizen
We gaan verhuizen. Alweer. Voor de laatste keer. Alles gaat in dozen, ik ben er bijna aan gewend geraakt. De derde verhuizing in amper twee jaar tijd. We verkochten ons huis net voordat Roos ziek werd. We wilden graag verhuizen en verkochten ons huis. We waren blij en konden verder kijken. Op een vrijdagochtend eind oktober 2016 tekenden we de verkoopovereenkomst en ’s middags zat ik bij de huisarts met Roos. Buikgriep dacht ik.
‘Al onze spullen werden door anderen ingepakt, terwijl wij in het ziekenhuis waren.’
Alsof alle grond onder je voeten vandaan is getrokken. Het was acute leukemie, we gingen het ziekenhuis in en kwamen er niet meer uit. Ons huis was bijzaak geworden, maar de datum van overdracht kwam dichterbij. In allerijl werd gezocht naar een vakantiewoning. De dag van de verhuizing kwam eraan, de situatie van Roos verslechterde. Al onze spullen werden door anderen ingepakt, terwijl wij in het ziekenhuis waren. We werden verhuisd door vrienden en familie. Twee dagen erna overleed Roos.
Een leeg huis
We kwamen thuis in een huis dat niet de onze was. Een huis waar onze spullen stonden, maar niet ons thuis. Een kamertje ingericht voor haar, waar ze nooit zou slapen. De dag voor Kerst was de begrafenis, de dag na Kerst de overdracht van ons huis.
‘De hele huizenjacht kon me gestolen worden.’
Als verdwaald liep ik tijdens de overdracht door ons lege huis met de makelaar. We hadden net ons kind begraven. In dit huis hadden we letterlijk de goede herinneringen achter gelaten. Het leven met haar. Het keerpunt van ons leven was gemarkeerd, een andere plek, een ander leven.
Wéér verhuizen
De vakantiewoning waar we naartoe waren verhuisd was voor even. We wilden zoeken naar een woning, maar het voelden allemaal zo bijzaak. De hele huizenjacht kon me gestolen worden. De markt trok ook nog flink aan en we visten meerdere keren achter het net. De gemeente begreep het verhaal, maar was onverbiddelijk met een dwangsom van vele tienduizenden als we niet snel genoeg weg waren. En ik wilde weg. De afgelegen plek waar de vakantiewoning stond, ik trok het niet.
En ineens ging het hard. Er kwam een woning vrij, het moest alleen nog gebouwd worden. We verhuisden van vakantiewoning naar tijdelijke woning nummer twee. Nu, na anderhalf jaar daar te hebben gewoond, is het zover. We gaan wéér verhuizen.
Verder zonder haar
En dat voelt gek. Ik was inmiddels gewend aan al het tijdelijke, het kan me niet zoveel meer schelen. En van waar ik dacht dat het leuk zou zijn, worden al die keuzes vervelend. Want wat maakt het uit? En hoe kunnen we verder bouwen zonder haar? Ik wil dat helemaal niet.
‘Geen kamer, geen bed. Alweer niet.’
Al haar spullen zitten in dozen. Ik heb ze niet opengedaan. Ik verhuis ze mee. Maar nu is het wel definitief. We gaan verder zonder haar. Ik kijk uit naar een eigen plek en tegelijkertijd voelt het als verraad. Dat we verder gaan. Opnieuw beginnen. Zonder haar. In dit huis zal ik haar ook een plek geven, zal ze deel van ons zijn. Maar hoe mooi dat ook mag klinken, het doet vooral veel pijn. Geen kamer, geen bed. Alweer niet. Een foto, een kaarsje, een deel van ons. Een deel van ons verhuizen we mee, nemen we mee. Keer op keer.
Geschreven door
Sanne Dekkers