Navigatie overslaan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

NPO Start
Uitgelichte afbeelding

Uit­vaart­me­de­wer­ker Peter Dibbets: 'We moeten de dood niet afhouden van mensen met een beperking'

vandaag · 11:37

Update: vandaag · 14:33

Peter Dibbets had ooit een diepe angst voor de dood. Nu helpt hij anderen met liefde en aandacht bij het verlies van een dierbare.

Uitvaartmedewerker met speciale aandacht voor mensen met een beperking

Peter Dibbets is een goedlachse man uit het Oosten van het land en dat is goed aan zijn tongval te horen. Hij vertelt enthousiast over zijn leven. “Ik ben geboren met een licht verstandelijke beperking, maar mijn ouders hebben me altijd hetzelfde behandeld als iedereen”. Dat zal hem uiteindelijk stevig in het zadel van het leven zetten en zijn kracht worden. Hij is nu een gepassionneerde uitvaartmedewerker met speciale aandacht mensen met een beperking. Maar dat Peter deze weg zou bewandelen was niet evident want Peter herinnert zich: “Alles wat er met de dood te maken had, moest ik vroeger niets van weten. Ik was heel lang erg bang voor de dood.”

Ik moest de kist halen en dacht dat ik gek werd

Peter is een lange tijd werkzaam in een verpleeghuis. Voor mensen zorgen, koffie schenken, een praatje maken - een goede plek voor de vrolijke Peter. In de kelder van het verpleeghuis ligt er een kist opgeborgen. In een verpleeghuis komt dat af en toe van pas. Op een dag wordt hij gevraagd om de kist uit de kelder te halen. “Ik dacht dat ik gek werd! Ik wilde daar in de verste verte niet in de buurt komen.”

Maar Peter moet doen wat zijn collega hem opgedragen heeft, en hij loopt met bonkend hart naar de kelder.  “Op het moment dat ik de kist aanraakte, viel er iets van mijn schouders. Ineens was mijn angst verdwenen. Onverklaarbaar. En sterker nog, ik werd vanaf dat moment erg geïnteresseerd in alles wat er met de dood te maken had.”

Echt waar, ik heb een papegaai afgelegd!

Peter besluit op zoek te gaan naar werk in de rouwwereld, onder andere via een sociale werkplaats waar hij op dat moment zit. Na verschillende baantjes komt hij terecht in een dierencrematorium. Peters ogen lichten op als hij vertelt: “Ik heb alles zien voorbij komen. Honden, katten, papegaaien, zelfs een dwerghamstertje. Kun je je voorstellen? De crematie van een dwerghamstertje! Voor sommige mensen zijn dieren gewoon kinderen. Onvoorstelbaar. Ik heb een papegaai afgelegd. Echt waar! Mensen moesten daar goed afscheid van kunnen nemen. Soms kijk je je ogen uit.”

Mensen met een beperking worden te vaak weggehouden van de dood

Maar Peter wil verder in de uitvaartwereld en onderzoekt dieper het onderwerp van de dood. Hij raakt betrokken bij verschillende organisaties en komt uiteindelijk in contact met LFB, de belangenvereniging voor mensen met een beperking. Hij ontdekt dat men het moeilijk vindt om de dood bespreekbaar te maken voor mensen met een beperking en dat zij daarin anders behandeld worden dan een ander.

Meer persoonlijke verhalen en ervaringen over rouw lezen?

Schrijf je in voor ons gratis tweewekelijkse Ik mis je-nieuwsbrief voor (h)erkenning over rouw en afscheid.

Lees onze privacyverklaring.

 “Ik zie dat deze mensen vaak worden weggehouden van de dood. Onterecht. Want ze moeten het ook meemaken, zien, begrijpen. Ik heb een situatie gezien van een man in een rolstoel waarvan de begeleidster was overleden. Maar niemand had het hem verteld. Tot de man zelf vroeg: ‘ waar is mijn begeleidster?’ –‘O, die is overleden!’ Het was pas veel later, en deze man heeft geen afscheid kunnen nemen van de persoon die jarenlang voor hem zorgde. Het is absurd. Deze man is de mogelijkheid ontnomen om te rouwen.”

Geef deze mensen een plek om te rouwen

Peter voelt een roeping: speciale aandacht geven aan mensen met een beperking in de context van rouw om te voorkomen dat deze situaties ontstaan. "Families creëren soms een taboe. Als we vragen of een zoon of dochter met een beperking mag meedoen aan de voorbereiding of uitvaartdienst, horen we vaak: ‘O nee, die doet niet mee, hij snapt het niet.' Maar echt: niet doen! Laat ze komen, laat ze helpen – het is niet eng! Zij moeten ook meedoen. Ik vind dat ze een volwaardige plek moeten krijgen en een rol bij een uitvaart. Ze hebben ook emoties. Soms uiten ze het anders en daar moet ruimte voor zijn.” Peter speelt een bijzondere rol bij de uitvaartonderneming waar hij werkt, Startman in Haaksbergen. Hij organiseert samen met zijn collega’s Open dagen voor mensen met een beperking om te zorgen dat voor hen de dood minder eng wordt. Hij geeft lezingen waarbij hij vertelt over de uitvaartwereld. Hij neemt spullen mee, een urn, een verzorgingskoffer, etc. Een kist ook? "Nee, dat niet," lacht Peter.

Een rustpunt

Peter speelt ook een bijzondere rol wanneer er in de familie iemand is met een beperking. “Laatst hadden we een jongen in een rolstoel wiens moeder was overleden. Hij was heel onrustig geweest bij de condoleance, en zijn naasten waren bang dat het bij de uitvaart niet goed zou gaan.  Mijn collega heeft mij gevraagd om in de zaal bij deze jongen in de buurt te gaan zitten. Dat heb ik gedaan, en ik merkte dat de jongen constant op mij lette. Iedere beweging hield hij in de gaten. Ik bleef kalm. Hij bleef rustig. Waarschijnlijk herkende hij zich in mij, en dat gaf hem rust. Het is fijn dat ik hierbij kan helpen.”

Peter wordt zelf doodziek

Tijdens de coronapandemie wordt Peter ernstig ziek. Hij ligt een paar weken dood- en doodziek in het ziekenhuis en zijn toestand is op een gegeven moment zo zorgwekkend dat hij terminaal verklaard wordt. “Ik dacht echt dat het het einde van het einde was. Het was een heel pittige tijd. Ik voelde me zo slecht en totaal afhankelijk van anderen. In de revalidatietijd heb ik ervaren wat het betekent om in een rolstoel te moeten zitten en hoe mensen naar je kijken. Ik werd niet direct aangesproken. Het is alsof je niet bestaat. Er is meer discriminatie dan men denkt. Ik wil dit nooit meer meemaken, maar het heeft me wel geleerd om met een andere blik naar mensen in een rolstoel te kijken.”

Meer rust over de dood

Terwijl Peter op sterven na dood ligt, maakt hij een bijzondere ervaring mee. “Ik zie mezelf ineens bij ons ouderlijk huis. Alles klopt. Alle details. Ik herken alles. En terwijl ik daar sta, komt ons hondje van vroeger, Guusje, kwispelend aanrennen. Hij was heel blij om mij te zien. Maar ik voelde dat Guusje me zei: ‘Ga terug! Ga terug! Je hoort hier niet. Je bent er niet klaar voor!’ Het was zo mooi! Huilen! Huilen! Ik geloof dat als ik ‘ja’ had gezegd, ik nu dood was geweest. Maar ik wilde niet. Ik had van niemand afscheid genomen.”

Deze ervaring heeft Peter nog meer rust gegeven over de dood. “De dood is mooi! Ik ben er helemaal niet meer bang voor. Alleen afscheid nemen van mijn geliefden, dat lijkt me nog steeds moeilijk. Maar ik ben niet bang voor wat er daarna is.”

Sinds deze ervaring geniet Peter nog meer van het leven. Hij weet dat het zomaar afgelopen kan zijn en ziet wat het leven hem geeft. “Vrienden en familie om me heen hebben me enorm gesteund. Toen ik zo slecht lag, heb ik een nicht van mij gebeld en haar gevraagd: ‘help me weer lachen.' Dat heeft me echt gered.”

We hebben allemaal een engeltje dat ons de weg wijst

Peter zegt van zichzelf niet echt ‘gelovig’ te zijn, maar hij heeft sterk het idee dat we allemaal een engeltje hebben dat over ons waakt en ons de weg wijst. “We hebben allemaal iemand die ons toegewezen is. Zoiets van: ‘Pietje, jij volgt Peter', bij wijze van spreken. En ons engeltje wijst ons vervolgens de weg."

Ik heb sterk het gevoel gehad, toen ik in de kelder was van het verpleeghuis om de kist te halen, dat mijn ‘engeltje’ mij zei: 'Je hoeft niet bang te zijn voor de dood. Sterker nog, je hebt daar iets mee te doen. Met wie je bent, heb je meer begrip voor wat mensen zoals jij meemaken en voelen. Ga daarmee aan de slag om het onbegrip, onvermogen en discriminatie te lijf te gaan.'”

Een roeping

Peter, gesterkt door zijn roeping, voelt zich als een vis in het water in de uitvaartzorg. “We zijn bezig met zorg. Zorg voor de overledenen, wassen, aankleden, verzorgen. Een overledene wordt weer een persoon, herkenbaar voor zijn naasten. Het is zo mooi en dankbaar werk. En ook het contact met de families vind ik prachtig. We krijgen alle verhalen te horen en als we in hun ogen zien dat ze hun dierbare mooi verzorgd herkennen, geeft dat heel veel voldoening.

Soms is ons werk moeilijk, bijvoorbeeld als we een kind of een baby moeten verzorgen, we zijn tenslotte geen machines. Maar ook daarin, proberen we door onze zorg en aandacht, ondanks het verdriet, een steentje bij te dragen aan een goede verwerking.”

Als ik terugdenk aan mijn jeugd, ben ik mijn ouders enorm dankbaar dat ze me zo gelijk als iedereen hebben behandeld. Dat heeft me gevormd. En nu zie ik mijn moeder glunderen van trots als ze me in mijn element ziet en mijn steentje bijdraag voor mensen met een beperking.”

Geschreven door: Anne Christine Girardot

Meest gelezen

Lees ook

Ontvang bemoedigende artikelen & verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

Lees onze privacyverklaring.