Mirjam over haar zoon Tonio (21): ‘Ik wist meteen: hier komt hij niet levend uit’
Hoe overleef je het leven zonder je kind? Mirjam Rotenstreich beantwoordt die vraag nog elke dag, nadat haar zoon Tonio omkomt door een verkeersongeval.
“Ik zie ons nog staan daar, in de lift van het ziekenhuis. Mijn man Adri en ik keken elkaar aan, en zeiden: wat er ook gebeurt, we gaan door. Dat is een heel belangrijk moment geweest voor ons.”
Allemaal kreten
Het is Eerste Pinksterdag 2010. Terwijl Mirjam achter haar bureau werkt aan een boek, gaat de bel. Mirjam doet open, twee agenten staan voor de deur. “Uw zoon Tonio ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis.” Onwerkelijk, weet Mirjam nog. “Er kwamen allemaal kreten uit me. Hele harde, vanuit het onderste van mijn lijf. Tegelijkertijd was ik een observator van mezelf: ben ik dit? Komen deze geluiden uit mij?”
Mirjam roept haar man Adri, “hij kwam naar beneden gerend, we trokken onze schoenen aan en de politieagenten vervoerden ons met spoed naar het Amsterdams Medisch Centrum.”
Aanrijding
Daar wordt stukje bij beetje duidelijk wat er is gebeurd. Tonio is om half vijf ’s ochtends op de fiets hard aangereden door een auto. “Er was geen verkeer, alleen die auto en Tonio. Het leek een soort noodloot,” verzucht Mirjam. “Tonio was dromerig. Hij had natuurlijk wat gedronken. Hij zag het gewoon niet aankomen.”
Het ziet er slecht uit, maar ze gaan hun best doen, horen Mirjam en Adri de traumachirurg aan. Urenlang zitten ze in de wachtruimte van het ziekenhuis. “Daar zaten we dan, op die mooie Pinksterdag. Ik wist meteen al: hij komt hier niet levend uit.”
Sjeintje boterkoek
“Tonio was… Ik wil niet overdreven doen, maar hij was altijd leuk. Zoals mijn moeder mij altijd noemde: sjeintje boterkoek. Dat is een Jiddisch-Amsterdamse uitdrukking, voor als je iemand lief vindt. Ik heb geen herinneringen aan hem waarin het moeilijk ging, of dat ik hem moest terechtwijzen. Alles ging zo soepel.”
Alleen
Zowel in de kleuterklas als op de middelbare school heeft Tonio één vriend. “Daarin leek hij op Adri en mij. Hij ging wel met anderen om, maar vond het heerlijk om alleen te zijn. Hij had niet veel mensen nodig.”
Ze zijn dan ook niet de types om veel met elkaar te bespreken. “Toen Tonio wat ouder werd, heb ik wel eens gezegd: ‘Als er iets is, kun je het altijd tegen me zeggen.’ Ik weet niet of hij dat ook deed.”
Onbezorgd
Eenmaal volwassenen en uit huis, leidt Tonio zijn eigen leven. Mirjam geniet van haar herwonnen vrijheid. “Ik belde hem ook heel weinig. Soms spraken we elkaar twee, drie weken niet. Toen hij een keer bij me was, vroeg ik: vind je dat ik je te weinig bel? Hij begon keihard te lachen,” glimlacht Mirjam. “Dat vond hij helemaal niet erg. Mijn moeder was neurotisch bezorgd, en ik dacht altijd: als ik een kind krijg, ga ik dat niet doen, erbovenop zitten. Niet bezorgd zijn lukte best aardig.”
Kasplantje
Tot dit moment. In het ziekenhuis opereren en scannen de artsen Tonio twaalf uur lang. “Al die tijd dacht ik: schiet op. Want het lukt toch nooit. Ik was bang dat hij het net wel zou redden en als een kasplantje door het leven moest gaan. Dat wilde ik niet voor hem.”
'Achteraf had ik langer bij hem willen zitten'
Dan gaat het uiteindelijk toch iets mis tijdens de operatie en volgt het nieuws dat Mirjam al diep van binnen weet: Tonio gaat overlijden. In het bijzijn van zijn ouders, stopt de beademing. “Achteraf had ik langer bij hem willen zitten. Maar ik wist niet dat het kon.”
Enige kleinkind
“Samen met Hinde, mijn zus, ging ik naar mijn vader om te vertellen dat Tonio dood was. Op dat moment vond ik het erger voor hem dan voor mezelf.” Mirjam pauzeert. Ze slikt, haar ogen worden waterig. “Mijn vader is Joods, zijn hele familie is vermoord in de oorlog. Deze man moest ik vertellen dat zijn enige kleinkind overleden was.”
Mirjams vader reageert niet op het nieuws. “Waar hij zich een paar dagen later voor verontschuldigde. Maar het gaf niks. Wat valt er ook te zeggen? We hebben het nooit meer over Tonio gehad hierna.”
Uit balans
In het jaar na Tonio’s overlijden is Mirjam volledig uit balans. “Ik huilde bijna de hele dag en zat in een grote mist gevangen. Als ik bijvoorbeeld naar de supermarkt ging kon ik daar een half uur verstijfd staan. Wat doe ik hier?”
“In het begin pakte ik soms zijn haarborstel waar nog wat haren inzaten. Ik rook er aan en viel haast flauw door hoe het me aanvloog. Dichter bij Tonio kon ik niet zijn. Die pijn wilde ik voelen. Het was het enige dat nog in de richting kwam van dat hij er was.”
Frustratie
Binnenin het gemis zit ook frustratie. Mirjam zal nooit weten tot wat voor man Tonio zou opgroeien. “Hij was bijna 22 jaar toen hij overleed. Hij zat net op zo’n breukvlak, wie zou hij zijn als volwassene?”
'Tonio zat net op zo'n breukvlak, wie zou hij zijn als volwassene?'
Met zijn passie voor fotografie schopte Tonio het ver, laten de toelatingen tot verscheidene fotografie-opleidingen zien. “Hij had het vaak snel gezien bij zo’n school. Daarin had hij een bepaalde mate van luiheid, gemakzucht. Zou hij dit de rest van zijn leven hebben? Ik weet het niet. Ik nam me vaak voor: als hij dertig is, ga ik eens met hem praten over wat hij van ons vond, als ouders. Maar dat kan niet meer. ”
Constante missen
Nu is het meer een constant gevoel van gemis. “Hij ontbreekt aan mij. Een tijd terug was ik op de première van een toneelstuk, naar het boek Tonio, dat Adri heeft geschreven. Chris Peters, die Tonio speelde, begroette me toen ik aankwam en omhelsde me. En dan… ja, gewoon zo’n jongenslijf. Die warmte. Het is zo’n groot gemis dat ik dat niet meer kan voelen.”
Maar over hem praten kan wel. Niet dat Mirjam en Adri daar eens even lekker voor gaan zitten. Dat gebeurt gewoon, soms. “We weten van elkaar hoeveel we lijden. Natuurlijk is het voor Adri anders. Misschien erger dan voor mij, denk ik soms. Adri heeft een schuldgevoel, dat hij hem niet kon redden. Ik heb dat niet. Zo zijn er verschillen, maar uiteindelijk zijn we allebei Tonio kwijt. Ons kind. Punt.”
Een kapot leven
“Eigenlijk vind ik het leven kapot. En toch leef ik verder.” Daar helpt de uitspraak in de lift van het ziekenhuis bij: ze gaat door, wat er ook gebeurt. “Het jaar voor Tonio overleed, dacht ik regelmatig: wat ben ik toch gelukkig. Stel je voor dat hij op een ander, moeilijk moment in mijn leven was gestorven? Dan hadden Adri en ik het als stel misschien niet overleefd. Het had nooit mogen gebeuren, maar als het toch moest, dan in deze periode. Wat dat betreft hebben we geluk gehad. En dat mag ook gezegd worden.”
Boek: Jij ontbreekt aan mij
Mirjams Rotenstreichs boek Jij ontbreekt aan mij is pas uitgebracht. Het vormt een portret van Tonio en een antwoord op de vraag ‘hoe gaat het?’. Mirjam schetst in korte, soms luchtige, soms hartverscheurende stukjes tekst het alledaagse leven van een moeder zonder kind.
Lees ook over:
Mees (16) overlijdt na een ongeluk: ‘Als je verdriet écht toelaat, laat je ook de liefde toe’
Lees ook over:
‘We gingen van een prachtige bruiloft naar een dubbele begrafenis’
Geschreven door
Tara