In gesprek bij kunstwerk Stille Strijd: 'Mijn kleindochter (19) is uit het leven gestapt'
Roel, Wies en Bertus staan bij Stille Strijd, het kunstwerk van de depressieve jongere van Saskia Stolz dat door heel Nederland reist. De drie delen hoe de thema's depressiviteit en suïcide hun persoonlijk raken. "Het had niet veel gescheeld of ik was er niet meer geweest." Trigger warning: dit artikel gaat over zelfdoding.
Roel verliest kleindochter Romy (19) aan zelfdoding: ‘Een grootvader hoort zijn kleinkind niet te overleven’
“Vorig jaar juli stond mijn zoon voor de deur. ‘Pa,’ zei hij, ‘ik moet je wat ergs vertellen. Romy is er niet meer.’” Roel Grasmeijer kijkt naar het kunstwerk Stille Strijd en slikt. “Mijn kleindochter van negentien jaar was uit het leven gestapt. Toen de woorden van mijn zoon tot me doordrongen was het alsof de grond onder mijn voeten wegzakte.
Ik wist dat Romy depressief was, maar had niet in de gaten dat het zó slecht met haar ging. Dat neem ik mezelf nog altijd kwalijk. Ik was zo bezig met mijn verdriet om mijn vrouw die twee jaar daarvoor was overleden. Romy troostte me altijd, en zei dat het met mij wel goed zou komen. Als ik daarop antwoordde dat ik dat niet zeker wist, zei Romy dat zij daar wel zeker van was. Ze bemoedigde me.
'Romy troostte me altijd, en zei dat het met mij wel goed zou komen'
En nu is ze er zelf niet meer. Romy was zo’n lieve kleindochter, en zo creatief. Een paar jaar geleden stonden we met elkaar op de camping in België en maakte ze armbandjes. Op een gegeven moment stonden er allemaal kinderen van de camping om haar heen die vroegen of Romy ook voor hen een bandje wilde maken. Dus was ze druk voor hen in de weer. Romy zei tegen niemand ‘nee’, ze was er altijd voor een ander. Ze cijferde zichzelf weg om anderen gelukkig te zien.
Uiteindelijk is haar depressie haar te veel geworden. Nog altijd kan ik niet bevatten dat ze er niet meer is. Een grootvader hoort zijn kleinkind niet te overleven. Dat blijft een open wond. Maar ik geloof dat ik haar ga terugzien, dat het niet afgelopen is, en ik denk dat Romy nu op een goede plaats is.”
Wies (34) stond aan de rand van de afgrond: ‘Het had niet veel gescheeld of ik was er niet meer geweest’
“Zowel op de basisschool als op de middelbare school ben ik erg veel gepest,” vertelt Wies Klarenbeek, die er mede voor gezorgd heeft dat het kunstwerk Stille Strijd nu in Hilversum staat. “Door dat pesten heb ik in 5 havo de eetstoornis anorexia ontwikkeld. Daar heb ik jaren mee geworsteld, en het leidde ertoe dat ik in mijn eerste baan na mijn studie vastliep.
Mijn contract werd niet verlengd, dus moest ik op zoek naar een nieuwe baan. Maar omdat ik graatmager was en er dus erg ziek uitzag, werd ik keer op keer bij sollicitaties afgewezen. Die afwijzingen deden bij mij de gevoelens opkomen die ik ook had gehad toen ik gepest werd: ik was niet goed genoeg, ik hoorde er niet bij.
'Ik dacht: ik ben niet goed genoeg, ik hoor er niet bij'
Ik werd depressief. Omdat ik al op mezelf woonde – ik was toen 22 jaar – was ik veel alleen en hadden mijn ouders niet door hoe slecht het met me ging. Ik voelde me ontzettend eenzaam, en lag met mezelf in de knoop. Ook voelde ik me schuldig over mijn gevoelens en wilde ik anderen niet met mijn gevoelens belasten. Huilen deed ik veel, en ik had geen zin meer in de dingen die ik vroeger wel leuk vond. Niet lang daarna deed ik een poging tot zelfdoding, maar die mislukte. Zwaargewond belde ik mijn ouders op, bij wie ik toen een paar maanden in huis heb gewoond.
Een tijd later ben ik met een hulptraject gestart bij de GGZ en kreeg ik een jaar lang meerdere keren per week therapie. Dat heeft me enorm geholpen, en nu kan ik zeggen dat het best goed met me gaat. Ik hoop dat het gesprek over deze gevoelens makkelijker gevoerd gaat worden in de samenleving. Dit kunstwerk helpt daarbij. Ik ben blij dat het nu hier staat, in mijn eigen stad. Tegelijkertijd haalt het nare herinneringen naar boven, en besef ik: het had niet veel gescheeld of ik was er niet meer geweest.”
Bertus denkt bij het kunstwerk terug aan zijn buurmeisje: ‘Toen ik hoorde wat er gebeurd was, werd ik er stil van’
“Ik kan zo zeven mensen opnoemen die uit het leven zijn gestapt,” zegt Bertus Lampen. Verslagen staat hij naast het beeld. “Eén van hen was een meisje dat bij mij in de buurt woonde. Op een gegeven moment werd ze vermist en is de politie gewaarschuwd. Niet veel later bleek dat ze een einde aan haar leven had gemaakt. Ze was twintig jaar. Toen ik dat hoorde, werd ik er stil van. Wat vreselijk dat ze depressief was, en ze zich zo voelde.
Als ik nu bij dit kunstwerk naar al die jonge mensen op de foto’s kijk, dan doet dat me pijn, en voel ik koude rillingen. Het is echt belangrijk dat hier aandacht aan besteed wordt.
'Laten we wat beter op elkaar letten'
Zelf heb ik ook met depressiviteit geworsteld. Een tijdje terug had ik kanker en had ik alleen maar deprimerende gedachten. Dat ging zelfs zover dat ik bezig was met het regelen van mijn eigen begrafenis. Ik dacht: van mij hoeft het allemaal niet meer. Ik sliep dagenlang, verwaarloosde mezelf en voelde me futloos.
Gelukkig heb ik toen goede hulp gezocht en gekregen. Ik heb de draad weer opgepakt, en heb me weer onder de mensen begeven. En ik ben blij dat ik er nog ben. Laten we wat beter op elkaar letten, en elkaar hulp aanbieden. Die boodschap zou ik willen meegeven.”
Praten over zelfdoding helpt en kan anoniem via www.113.nl of telefonisch op 113 of 0800-0113.
Meer weten over kunstenaar Saskia Stolz en haar kunstwerk? Kijk hieronder de aflevering van De Nachtzoen.
Lees ook over:
Don Ceder: ‘Michaël inspireert mij om vanuit de politiek een bijdrage te leveren aan het voorkomen van zelfdoding’
Lees ook over:
Hoe rouw je na zelfdoding? ‘Bij een zelfdoding komen veel extra vragen en emoties kijken’
Geschreven door
Lydia