Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Mannen rouwen ook

6 december 2016 · Leestijd 8 min

Mannen rouwen anders dan vrouwen. Want vrouwen praten, en mannen zoeken afleiding. Toch? Rouwdeskundige Daan Westerink weet hoe het zit.

Ik mis mijn broer

Dertig jaar lang had de man zijn broertje niet gezien omdat deze een zwervend bestaan leidde, vol alcohol en drugs. Broertje was een zorgmijder die absoluut geen contact wenste met zijn familie. Tot grote broer een telefoontje kreeg van een hospice. Of hij zijn broertje alsjeblieft op wilde halen. Hij was een paar maanden eerder doodziek binnen gebracht en de verwachting was dat hij binnen een paar dagen zou overlijden. Maar door de goede zorgen, de gezonde voeding en het gebrek aan drugs knapte broertje op.

Dus zat het hospice met de handen in het haar. Je stuurt een zieke man niet zomaar de straat op als hij dakloos is. Maar wat dan? Een briefje met het nummer van zijn broer ‘in geval van nood’ bood uitkomst. “Ik heb heel even met mijn vrouw en puberzoons overlegd maar we waren het al gauw eens. Mijn broertje moest gewoon bij ons komen.”

Dus werd in allerijl een blokhut in de tuin gebouwd, met alle voorzieningen, en werd broertje opgehaald. “Hij heeft nog twee jaar kunnen genieten van het leven. En wij van hem. Door zijn heftige verleden was hij in sommige dingen heel onaangepast, maar doordat hij zijn eigen huisje had, kon hij ongestoord zijn gang gaan. We hoorden hem door de muren heen soms vloeken en tieren en hij draaide keihard zijn lievelingsmuziek, maar als hij ’s avonds bij ons kwam eten, was hij de liefste man die er bestond. Ik mis hem enorm, mijn gezin ook, en niet iedereen begrijpt dat. We hadden toch zo lang geen contact? Maar ik ben zo blij dat wij die laatste jaren voor hem mochten zorgen. Dat kan niemand van me afnemen. Het was wel mijn broertje.” Hij zegt het laatste met tranen in zijn ogen.

Vrienden ondersteunen

Een van zijn vrienden zit al een tijdje instemmend te knikken. Zijn hoofd gebogen. Eerder op de avond had hij nog gezegd hoe gek het voor hem was om na een lang verblijf in het buitenland te merken hoe vluchtig wij in Nederland leven. Dat we zo weinig stil staan bij onszelf, bij de natuur, bij het wonder van het leven.

“Er wordt hier zo weinig over de dood gepraat, we leven alsof we nooit zullen sterven. Terwijl ik opgevoed ben met heel veel ontzag voor het leven en voor wat erna komt.” Zijn wieg stond in een niet-westers land. Waar de dood onderdeel was van het leven. Waar veel verdriet was, maar daardoor ook juist zoveel ontzag voor al wat leeft. “Nederlanders proberen alles te regelen. Laten weinig aan het toeval over. Alles wat moeilijk is moet opgelost worden. Maar soms valt iets niet op te lossen. Dan kun je alleen maar naast elkaar gaan staan en elkaar ondersteunen.”

Gewoon door met leven

De man die zijn broertje verloor buigt zich naar hem toe. “Heb jij dat ook gemerkt toen jullie zoon ziek werd? Dat iedereen direct iets op probeerde te lossen? En dat je daar juist niets aan had?” Zijn vriend kijkt me aan en met trillende stem vertelt hij over die gitzwarte periode uit het leven van hem en zijn gezin. Een periode die nog steeds geen happy end kent.

“Onze zoon is ernstig ziek. Er is nog geen behandeling mogelijk, het enige wat artsen nu kunnen doen is de ziekte vertragen. Het is heel moeilijk voor me om erover te praten. Ook omdat de omgeving het niet zo goed snapt. Eerst is je zoon heel erg ziek, en dan blijkt hij toch te blijven leven. En jij gaat ook gewoon door met leven. Sommige mensen weten dan niet zo goed wat ze moeten doen en reageren heel verkrampt. En dat is heel pijnlijk. Een vriendin van ons probeerde heel goedbedoeld ons leven over te nemen, zonder overleg. Heel lief, maar we willen niet dat alles uit onze handen wordt genomen. We willen juist wel zelf koken, zelf het huishouden doen, zelf de regie houden over ons leven. De structuur geeft ons houvast. Weet je wat me het meest steunt, nog steeds?”, zegt hij terwijl hij zijn vrienden aan tafel een voor een aankijkt, “dat het tennissen iedere week doorgaat. Dat jij, ”en hij wijst naar de man die zijn broertje verloor, “me gewoon iedere week ophaalt en niet eerst vraagt ‘weet je het wel zeker?’” Een lange stilte valt. Vijf mannen zitten bij elkaar aan tafel en schrapen hun keel.

“Dat vrouwen over het algemeen meer praten over hun gevoel betekent niet dat mannen niet rouwen”

Dan neemt de langste van het stel het woord. Hij heeft de hele avond geluisterd. “Ik vind het heel mooi, wat je zegt, ik herken dat wel. Ik ben ook iemand die een heftig onderwerp ter sprake brengt. Daar is tijd voor nodig. Weet je, ik heb de dood van mijn ouders echt een plek in mijn leven gegeven, maar het is nooit helemaal weg. Hoe ik dat heb gedaan? Niet door te praten. Ik zeg zelf wel eens dat ik na de dood van mijn vader een Indiaans ritueel heb uitgevoerd. Ik heb in gedachten heel intens contact met hem gehad. Ik heb hem echt in mijn hart gesloten. Heb zijn leven omarmd en kon daardoor ook zijn dood omarmen. Ik kan dat anderen haast niet uitleggen. Het gaat op gevoelsniveau. Ik hoef niet zoveel over de dood van mijn ouders te praten omdat ze er voor mij gewoon nog zijn. Ik draag ze met me mee.”

Mannen die rouwen

Mannen die rouwen. Als je de literatuur er op naslaat is het haast een wonder te noemen dat ik vijf van deze mannen heb ontmoet. Mannen die niet direct over hun verlies beginnen als je ze ontmoet, maar die pas vertellen als ze de juiste toehoorders hebben. Boeken dik worden volgeschreven over het verschil tussen mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen die een dierbare verloren. In de wereld van rouw heb je doeners en voelers. En vele varianten daarop. Er zijn wel meer dan vijftig tinten rouw.

Maar de meeste mensen die een boek schrijven over rouw, zijn voelers. En die benadrukken het belang van praten over je verlies. En daarom worden heel veel mensen naar therapeuten en rouwgroepen gestuurd als ze niet direct of na een paar maanden praten over de dood van een dierbare. Een probleemgerichte benadering, waarbij het opvalt dat heel veel deskundigen vinden dat vrouwen beter rouwen dan mannen. Want die praten wel over wat ze voelen. Maar dat vrouwen over het algemeen meer praten over hun gevoel, betekent niet dat mannen en vrouwen die niet praten niet rouwen of dat ze gevoelloos zijn. Het is zoals Johan Cruijff ooit terecht opmerkte: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Je kunt je gevoelens op veel meer manieren uiten dan door erover te praten. Maar dat moet je wel willen zien.

Mijn man rouwt niet

Dat vrouwen over het algemeen meer praten over hun gevoel betekent niet dat mannen niet rouwen. En dat zorgt soms voor misverstanden. “Ik heb het gevoel dat hij niet rouwt”, zegt de moeder van een overleden zoon over haar eigen man. “Hij ging na twee weken alweer naar zijn werk terwijl ik nog steeds niet kan werken. En als hij thuis komt, spreekt hij niet over zijn gevoelens. Ik heb het gevoel dat hij zijn gevoel negeert of er al over heen is.” Haar man zit naast haar. Bij de vraag wat het werk voor hem betekent en hoe het is om ’s avonds weer naar huis te gaan, veert hij op.

“Het werk biedt me regelmaat. En geeft me een reden om op te staan. Van thuis zitten word ik helemaal gek. Ik fiets tegenwoordig naar mijn werk. Soms komt er niets uit mijn handen, soms kan ik wel wat doen. Mijn baas geeft me de ruimte en dat heb ik nodig. Als ik dan ’s avonds weer naar huis fiets, dan trap ik me helemaal in het zweet. Soms huil ik dan van verdriet en boosheid. Ik gooi er alles uit. Ik huil omdat mijn zoon zo jong ziek werd. Omdat de artsen niet goed duidelijk hebben gemaakt dat hij stervende was. Als ik dan thuis ben, voel ik me helemaal leeg. Ik ga dan douchen en kan er daarna helemaal voor mijn vrouw zijn.”

Zijn vrouw schrikt als ze hem hoort praten. “Maar waarom vertel je dat nu pas? Ik dacht dat je niet over jouw gevoelens wilde praten! En ik dacht dat je het vreselijk vond dat ik er juist zoveel over praat”. Haar man pakt haar arm vast. “Je hebt het me gewoon nooit gevraagd. Je denkt veel te veel voor mij. Ik wil er graag voor jou zijn en ik wil ook wel praten over mijn verdriet, maar het gaat niet op commando. Ik heb tijd nodig. En de juiste vragen.”

Voelen en doen

Rouwen is roeien met de riemen die je hebt. Een balans zoeken tussen voelen en doen. Wil je vooruit komen, dan zul je beide roeispanen moeten bewegen. Alleen praten en voelen betekent dat je in rondjes ronddraait en niet vooruit komt. Alleen maar afleiding zoeken en hard werken betekent hetzelfde. Het beste advies komt weer van Johan Cruijff: Soms moet er iets gebeuren voor er iets gebeurt. Om niet te blijven hangen in je gevoel of in juist de vermijding van het gevoel, is het belangrijk dat je, man of vrouw, jongen of meisje, dat je het doen en voelen afwisselt. Dan weer lekker afleiding zoeken, dan weer de confrontatie met het verlies opzoeken. En alle variaties daarop. Daar is helemaal niets mis mee.

Geschreven door

Daan Westerink

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--