Overspoelde gevoelens: ‘Als Tim(8) het K-woord hoort, slaan alle stoppen door’
Tim is boos. Dat komt door die rotziekte, die papa heeft. Op een dag heeft hij zijn gevoelens niet meer in de hand. Hoe kan psycholoog Ellen hem helpen om met al die ingewikkelde gevoelens om te gaan?
Rode waas
Tim weigert het woord ‘kanker’ uit te spreken. En hij kan het niet verdragen wanneer dat woord uitgesproken wordt, vertelt zijn moeder. Dan wordt hij verschrikkelijk boos. En dat is niet handig. Want Tims vader is in behandeling voor kanker. Dat woord hoort er dus bij, bij zijn jonge leven. Ook al is dat het laatste dat je wilt wanneer je 8 bent.
Samen met mama en zus van 10 probeert Tim er het beste van te maken. Stil zijn als papa ligt te slapen. Lief zijn wanneer papa wakker is. Een glaasje sinaasappelsap brengen zonder te knoeien. En dan gebeurt het. Hij is op het schoolplein aan het voetballen, en een tegenstander schiet langs hem door en sist het woord. Het K-woord. En ineens slaan alle stoppen door. Hij weet niet meer hoe, maar het eindigt met een tand door een lip en een blauw oog. Tim was al bang. Bang voor de toekomst. Bang voor die vreselijke ziekte. Maar nu wordt hij nog banger. Voor het rode waas dat voor zijn ogen verschijnt en dat zo moeilijk van zich af te schudden is wanneer iemand dat rotwoord zegt.
Overvallen voor emotie
Net als bij volwassenen, kunnen kinderen soms ineens overvallen worden door een emotie. In een rouwsituatie word je heen en weer geslingerd tussen verdriet, hoop, angst, liefde, woede, en dan ineens word je overspoeld. Je kunt de tranen niet meer onderdrukken, de boosheid niet meer binnenhouden. Je gevoel gaat met je aan de haal. Mensen rouwen niet wanneer het uitkomt. Ze rouwen af en aan, met pieken en dalen. Deze wirwar aan gevoelens die soms ineens uitbarst is een normaal onderdeel van rouwen.
Hier mag alles
De kwasten staan op tafel. Tim en zijn zus hebben allebei een groot vel papier voor zich. Ik vertel ze wat de opdracht is: ‘Ik ga allerlei woorden noemen, en jullie maken er een klein schilderijtje bij. Het hoeft geen mooi schilderijtje te zijn, als het maar lijkt op wat je voelt als je dat woord hoort.’ Zus knikt begrijpend, Tim kijkt naar zijn lege vel papier. Het eerste woord is ‘warmte’, zeg ik. Ze slaan allebei ijverig aan het schilderen. Het tweede woord is ‘spannend’. Het derde woord is ‘ziekte’. Zus doopt haar kwast in de donkere verf, maar Tim doet ineens niets meer. Ik kan de haartjes in zijn nek recht overeind zien staan. Hij schuift onrustig op zijn stoel heen en weer. Zijn zus merkt het ook en stopt met schilderen.
‘De wirwar aan gevoelens die soms ineens uitbarst is een normaal onderdeel van rouwen.’
‘Vind je dit een moeilijk woord, Tim?’ vraag ik. Tim knikt terwijl hij naar de tafel blijft kijken. ‘We nemen even een pauze’ zeg ik, ‘we gaan een oefening doen, waarmee je al het gevoel dat in je zit naar buiten kunt gooien.’ Ze kijken me allebei verbaasd aan. ‘Mag dat dan zomaar?’, vraagt zus. ‘Hier mag alles, zo lang we elkaar geen pijn doen’, zeg ik.
Druk van de ketel
Wanneer je merkt dat zich vervelende gevoelens in je lijf opbouwen kun je een oefening doen die de druk van de ketel haalt. Voor kinderen is het werken met hun lichaam heel fijn. Zo kunnen ze gevoelens ervaren en weer los laten. In het Doorleefboek, dat geschreven is voor kinderen op de basisschool die met rouw te maken hebben, staan veel van dit soort lichamelijke oefeningen. Maar je kunt als ouder, verzorger, buren of leerkrachten ook gewoon samen verzinnen wat fijn zou zijn om een moeilijk gevoel los te laten. Je kunt kranten scheuren, heel hard schreeuwen, op het bed springen, in plassen stampen, of wedstrijdje rennen. Dit zijn allemaal goede manieren om gevoelens uit een kinderlichaam te bevrijden.
Kanker
Nu Tim rode blosjes op zijn wangen heeft en een stuk minder gespannen is, vraag ik hem of hij wil vertellen wat er net gebeurde. ‘Ik voelde me heel naar worden toen jij het woord ziekte zei’, vertelt hij. ‘Waar voelde je dat precies?’, vraag ik. ‘In mijn keel en in mijn buik’, zegt Tim. ‘Mijn keel werd dicht geknepen en mijn buik deed pijn.’ Ik vraag aan zijn zus of ze dat herkent. Dat blijkt zo te zijn, alleen niet zo heftig als Tim het voelt. We kijken naar het schilderijtje dat zus maakte bij het woord ‘ziekte’ en bedenken andere woorden die ook bij het schilderijtje passen. Die woorden schrijf ik op een nieuw vel papier. ‘Rot en donker’, zegt Tim. ‘Kanker’ zegt zus. Ze schrikken er allebei van. Ik doe alsof ik niets hoor en vraag aan Tim hoe je dat schrijft, kanker. ‘K’, zegt Tim. ‘Dat is de eerste letter.’ En dan helpt zus en spelt de rest van het woord.
‘Voor kinderen is het werken met hun lichaam heel fijn. Zo kunnen ze gevoelens ervaren en weer los laten.’
Gevoelens leren kennen
Wanneer de ergste emotie is weggezakt doordat jullie iets lekker wilds hebben gedaan, kun je bespreken welke emotie het kind voelde en waar het dat in zijn of haar lijf voelde. Vraag door naar wat er dan precies te voelen was, of het gevoel groot of klein was, warm of koud, en welke vorm het gevoel heeft. Je helpt het kind zo om gevoelens te herkennen, en er woorden aan te geven. Omdat je ontspannen bent is het gemakkelijker om er over te praten en de gevoelens te onderzoeken.
Moeder vraagt hoe het gegaan is. ‘Goed’, zeg ik. ‘We hebben een eerste stapje gezet.’ Willen jullie nog een keertje terugkomen, vraagt moeder aan Tim en zijn zus? Ze kijken me allebei een beetje verlegen aan en knikken dan.
Kijk op livelovelose.nl voor meer informatie over het werk van Ellen en over haar Doorleefboek.
Geschreven door
Ellen Dreezens