Jannie (74) zocht twee jaar geleden hulp voor haar uitgestelde rouw
Jannie (74) verliest op vijfjarige leeftijd haar broer Henkie (10). Thuis wordt er geen ruimte gegeven aan de rouw en jarenlang loopt ze rond met verdriet en woede. Twee jaar geleden besluit Jannie om naar een psycholoog te gaan.
“Tegenwoordig is er begeleiding en rouwverwerking voor kinderen die iemand verliezen, dat was er toen niet. Het was hard werken op de boerderij, de koeien moesten weer gemolken worden.”
Vijf jaar is Jannie, als haar tienjarige broertje Henkie tijdens het schaatsen in een wak valt en verdrinkt. Niemand legt aan de kleine Jannie uit wat er met hem is gebeurd of wat het betekent om dood te gaan. “Ik weet nog dat ik voor zijn kistje stond en het allemaal niet begreep.” Henkie lag opgebaard in de woonkamer en had een grote schaafwond op zijn voorhoofd.
Eenzaamheid
De band met haar ouders is niet goed, en Jannie kan nergens heen met haar verdriet. “Het was altijd flink zijn en doorgaan.” Ondraaglijk voor zo’n klein meisje, zegt Jannie, de combinatie van het verlies van haar broer en de eenzaamheid omdat ze haar pijn nergens kwijt kan, of ergens troost vindt.
Die eenzaamheid is een thema in haar hele jeugd. Als voorbeeld noemt Jannie hoe ze in haar eentje naar school moest lopen als zesjarige, niet lang na het overlijden van Henkie. Op de route naar school staat een stier in het weiland waar ze doorheen moet lopen. Een stukje verderop passeert ze een landgoed met een blaffende hond. “Ik was zó bang, maar er was niemand die zei: ‘ik loop wel even met je mee.’”
Gezinsleven
Jaren later, in 1977, trouwt Jannie met haar man Gerrit. Samen krijgen ze vier kinderen, zijn ze betrokken in de kerk en gaan ze op mooie vakanties. Toch zijn er ook altijd spanningen en moeiten in het gezin. “Ik voelde mij schuldig, want ik heb een lieve, betrokken man, maar ik deed vaak onaardig tegen hem. Dan ging ik maar weer naar bed, om daar te huilen.”
Groepen met mensen vindt ze het moeilijkst. “Op verjaardagen en feestjes, waar mensen blij waren en het gezellig hadden met elkaar trok ik mij terug. Dan liep ik weg, en ging ik lopen in het bos.” De weggestopte rouw om haar broer uit zich in boosheid richting haar man en andere mensen.
Ondanks dat zijn haar kinderen het erover eens dat zij een goede opvoeding hebben gehad. “Dan ben ik zo dankbaar. Voor hen wilde ik alles doen.” Wat zij niet gemerkt hebben is dat Jannie zodra de kinderen naar school gingen thuis vaak zat te huilen. “Dan voelde ik de pijn en het verdriet weer.”
Hulptraject
In haar jeugd gaat Jannie twee keer per zondag naar de kerk, maar verder is ze niet veel bezig met het geloof. Na haar trouwen komt ze tot bekering en in Lelystad ontmoet ze een dominee die ze regelmatig bezoekt voor een gesprek. “Die dominee begreep mij en had aandacht voor me. Ik zag ergens ook een vaderfiguur in hem.” Tijdens die gesprekken komt haar rouw voor het eerst los. In de jaren daarna bezoekt ze verschillende hulpverleners, maar die gaan nooit de diepte in. “Niemand kon de vinger erop leggen wat er achter mijn verdriet en depressie zat.”
Wanneer ze 72 is beseft Jannie dat het zo niet verder kan, de spanningen, pijn en verdriet worden haar huwelijk bijna te veel. Haar dochter raadt haar een psycholoog aan, waar ze samen met Gerrit naartoe gaat. Hij vraagt door naar hun jeugd, en Jannie vertelt over het verlies van Henkie. “Hij wist meteen: daar moeten we over praten. Ik had niet verwacht dat het gesprek die kant op zou gaan, maar hij merkte het direct door de emoties die loskwamen. Ik kon alleen maar huilen.”
Schrijven en tekenen
Haar psycholoog raadt haar aan om te schrijven over hoe ze zich voelt. Inmiddels is Jannie bezig met haar derde ‘emotieschrift’. “Daarin schrijf ik alles op dat moeilijk is of pijn doet. En ik zet erin wat mijn psycholoog mij leert over hoe ik met mijn gevoelens kan omgaan. Bijvoorbeeld hoe ik de kleine Jannie kan troosten. Zo kan ik haar geven, als gezonde volwassene, wat ze tekort kwam."
Voor Jannie is dit heel waardevol. "Langzaam aan merk ik kleine stapjes vooruit!"
Ze schrijft ook veel over Henkie. “Hier bijvoorbeeld,” wijst Jannie aan, “toen had ik naar het weerbericht gekeken van de dag dat hij verdronk. Het was min zeven graden, gelukkig hebben ze hem gevonden in het kanaal onder het ijs. Ik zou alles wel willen weten over hoe het is gegaan.”
Daarnaast tekent Jannie, ook op advies van haar psycholoog. “Eerst zei ik: nee hoor, dat kan ik helemaal niet. Een zus van mij, die veel tekent, vond dat ik het gewoon moest proberen. 'Het is maar papier,' zei ze dan. Uiteindelijk gaat het er niet om dat het mooi is, het gaat erom dat de pijn en het verdriet een plek krijgen.” Ze laat een voorbeeld zien, gebaseerd op een uitspraak die een pastoraal werker jaren geleden deed: “Henkie is door engelen de hemelpoort binnengedragen.”
Het is nu ruim twee jaar geleden dat Jannie’s traject bij de psycholoog begon. Nog steeds voelt ze zich soms wanhopig, maar ze merkt wel verschil. “Soms zit ik nog steeds te huilen om mijn broer, dan denk ik: je zou toch verwachten dat het een keer over is.” De therapie blijft nodig, voor Jannie zelf en in de relatie met haar man.
“Het is geen makkelijke weg, maar we komen erdoor! Gerrit en ik zijn allebei van goede wil, we kunnen sorry zeggen tegen elkaar en we willen verder. Bij rouw of verlies zou ik iedereen aanraden om hulp te zoeken. Ik ben zelf zo dankbaar voor de professionele hulp die ik nu krijg, dat is echt een zegen. God is er altijd bij geweest. Terugkijkend op mijn leven heb ik zoveel bescherming, genade en zegeningen mogen ontvangen van Hem.”
Lees ook over:
Ann worstelde met uitgestelde rouw: ‘Ik heb het verdriet altijd voor mezelf gehouden’
Lees ook over: