Navigatie overslaan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

NPO Start
Evert-Jan (51) en Arita (51) verloren hun zoon Henk-Jan, die na twee jaar zware ziekte eindelijk beter werd verklaard. Maar op een onverwacht moment, overleed hij alsnog. ‘We dachten niet meteen aan het ergste, want het ergste hadden we al gehad.’.

Evert-Jan verliest zijn zoon: ‘We dachten niet meteen aan het ergste, want het ergste hadden we al gehad’

vandaag · 08:05

Update: vandaag · 09:19

Evert-Jan (51) en Arita (51) verloren hun zoon Henk-Jan, die na twee jaar zware ziekte eindelijk beter werd verklaard. Maar op een onverwacht moment, overleed hij alsnog. ‘We dachten niet meteen aan het ergste, want het ergste hadden we al gehad.’

Evert-Jan en zijn vrouw hebben samen drie kinderen. De middelste, Henk-Jan, begint in 2010 met de middelbare school. Hij is een sportieve jongen, maar in die periode voelt hij zich minder energiek dan normaal. “Hij was vermoeid en zag er wat witjes uit. Op een dag voelden we kliertjes in zijn nek. Met lichte zorgen gingen we naar de huisarts. Een week later zouden we de uitslag van het biopt krijgen, maar dezelfde avond al ging de telefoon. Henk-Jan heeft acute lymfatische leukemie.”

Zorgzaam

Vanaf dat moment ging alles snel. Het enige wat Evert-Jan en zijn vrouw konden doen, was zich overgeven aan alles wat hen te wachten stond. Binnen de kortste keren zaten ze in het ziekenhuis voor onderzoeken en behandelingen. “Mijn vrouw en ik zagen het soms niet meer zitten, maar Henk-Jan trok ons altijd mee. Hij zei: ‘Kom op, we gaan ervoor’.” Hij bleef de zorgzame jongen die hij altijd was geweest. Op school werd het steeds moeilijker voor Henk-Jan om de lessen te volgen, dus ging hij naar een speciale school voor zieke kinderen. Zelfs daar bleef hij de kinderen om hem heen helpen, terwijl hij zelf hard vocht tegen zijn ziekte.”

Geen nacht alleen

Tijdens Henk-Jan’s ziektebed waren Evert-Jan en zijn vrouw altijd aan zijn zijde. “In het ziekenhuis mocht je op een opklapbed naast het bed van je kind liggen. Elke nacht lag ik naast hem. Mijn vrouw ging vaak naar het Ronald McDonald huis ernaast, maar Henk-Jan was nooit een nacht alleen. We hadden een PlayStation, dus dan speelden we samen. Die tijd maakte onze band alleen maar hechter.”

‘Hij heeft gevoeld dat het écht slecht ging, maar ondertussen bleef hij hopen’

Levensvragen

Evert-Jan zag hoe zijn zoon veranderde, vooral na het eerste jaar van ziekte. “Henk-Jan kreeg een alvleesklierontsteking. Hij was zo ziek dat hij nauwelijks aanspreekbaar was. Toch krabbelde hij weer op, en vanaf dat moment was hij een andere jongen. Hij ging zich veel meer bezighouden met vragen over leven-en-dood. Van een kind veranderde hij ineens in bijna een volwassen persoon, terwijl hij pas veertien was. Henk-Jan, die altijd gek was op voetbal, vooral Ajax, was daar veel minder druk mee bezig. In plaats daarvan begon hij meer geïnteresseerd te raken in het woord van God. Hij voelde dat het slecht ging, maar bleef toch hopen.”

Dromen die weer leven

Vanaf het begin geloofd Evert-Jan dat zijn zoon beter zal worden. “Dat werd ons ook geregeld gezegd.” Twee jaar na de diagnose kreeg Henk-Jan goed nieuws. De oncoloog deelde mee dat de behandelingen waren afgerond en dat alles schoon was. “We waren zo blij. Henk-Jan begon die dag vanuit zijn rolstoel voorzichtig weer hardop te dromen over voetbal, over zwemmen.”

“Dankbaar en verbaasd vertrokken we uit het ziekenhuis in Amsterdam. Bij Diemen haalden we kibbeling bij de visboer om het te vieren. Daarna brachten we Henk-Jan naar huis, zodat hij kon uitrusten. Onze dochter Willianne wilde samen met Joran op hem passen, zodat mijn vrouw en ik het nieuws met opa en oma konden delen. Niet veel later na ons vertrek kregen we een telefoontje van Willianne: ‘Kunnen jullie alstublieft nu terugkomen? Henk-Jan heeft het heel erg benauwd.’

‘We dachten niet meteen aan het ergste, want het ergste hadden we al gehad’

Veertig minuten reanimeren

Bij thuiskomst zien Evert-Jan en zijn vrouw dat Henk-Jan het steeds benauwder krijgt. Ze bellen een ambulance en gaan naar het ziekenhuis. Meteen is duidelijk dat het ernstig is. “Hij had een propje in zijn hart. Dat propje was losgeschoten en maakte dat al het vocht in zijn lichaam naar zijn borstkas ging. Hij was aan het verdrinken in zijn eigen vocht.” In het ziekenhuis wordt snel gehandeld, maar Henk-Jan zakt weg en het team begint met reanimeren. Biddend en hopend kijken Evert-Jan en zijn vrouw toe. Veertig minuten waarin ze hopen op een wonder, maar het kwam niet goed.

Samen en met de kracht van boven

“Ik kon in eerste instantie niet geloven of accepteren dat Henk-Jan er niet meer was. Je voelt geen boosheid, maar je begrijpt het gewoon niet.” Twaalf jaar na het overlijden van Henk-Jan, bezoekt Evert-Jan wekelijks het graf van zijn zoon. “Godzijdank zijn mijn vrouw en ik zo hecht gebleven. Het ergste lijkt me om dit verdriet alleen te moeten dragen.” Evert-Jan put troost uit de liefde van zijn gezin en uit het geloof.

‘Als je kracht van God mag ontvangen, dan houdt dat je op de been’

En bovenal Gods hulp – als je de steun en kracht van boven mag ontvangen, dan houdt dat je op de been.” Na het afscheid keek Evert-Jan in de bijbel van zijn zoon. De pagina’s zaten vol met aantekeningen en briefjes. “Dat zijn momenten waar je kracht uit haalt.” We hebben altijd gezegd: ‘We hebben Henk-Jan teruggegeven.’ Ondanks het gemis voelen we dat hij nu beter af is. Heimwee blijft, maar we zijn trots op hem. Hij heeft zo hard gevochten om bij ons te blijven.”

Meest gelezen

Lees ook

Ontvang bemoedigende artikelen & verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

Lees onze privacyverklaring.