Eveline was mantelzorger voor haar moeder: ‘Ik wilde bij haar blijven tot het einde’
Een vader of moeder die op hoge leeftijd sterft: dat hoort toch bij het leven? Wanneer Eveline van de Putte (55) in korte tijd haar vader en moeder verliest, beseft ze dat deze ingrijpende gebeurtenis niet de aandacht krijgt het verdient. “Er voor elkaar kunnen zijn is volgens mij de essentie van het leven.”
Als kind vindt ze de dood zo eng, dat ze niet mee durft naar de begrafenis van haar opa en oma. Zelfs de overgebleven broodjes die mee naar huis komen, raakt ze niet aan. “Ze waren besmet met de dood”, licht Eveline toe. “Ik had altijd cavia’s en vogels als huisdier en was voor niks bang. Maar o wee als het dood was.” Er wordt bij haar thuis, een behouden en christelijk nest in Zeeland, niet over de dood gesproken. “Daardoor bleef het onderwerp lange tijd griezelig voor mij.”
Mijn moeder naar het hospice brengen voelde voor mij als falen
Haar ouders verliezen leek haar dan ook lang het ergste dat haar kan overkomen. “Misschien wel omdat ik enig kind was en ik bang was om ‘alleen op de wereld’ over te blijven. Ik was verbaasd over het gemak waarmee sommigen doorgingen met hun leven na het verlies van een vader of moeder. Een 80-jarige vrouw verklapte dat naarmate je ouder wordt, je vaker naar begrafenissen dan naar bruiloften en feestjes gaat. Hoe ze dat in hemelsnaam deed zonder depressief te worden, vroeg ik haar. ‘Je groeit daarin’, was haar antwoord.”
Naast het sterfbed
Inmiddels weet de 55-jarige Eveline dat de oude vrouw gelijk had. In anderhalf jaar tijd nam ze afscheid van haar vader en moeder, die op hoge leeftijd en zonder lang ziekbed overleden. “Als je zelf wat ouder bent en je verliest een ouder, dan ‘hoort dat bij het leven’. Toch is het een heel ingrijpende gebeurtenis, die je ineens op een andere positie in het leven zet. Daar is niet veel aandacht voor, realiseerde ik me. Dus besloot ik om de aantekeningen die ik naast het sterfbed van mijn moeder had gemaakt om mezelf bezig te houden in die lange, stille uren, niet voor mezelf te houden.” Daarom gebruikt Eveline ze als basis voor haar boek Lucht.
“In die indrukwekkende laatste weken leerde ik dat rouw zoveel meer is dan het verdriet om het verlies van een persoon. Mijn moeder leed onder het verlies van haar mobiliteit, kracht en onafhankelijkheid. Steeds meer vreemde hulpverleners, zorgmedewerkers en artsen stapten haar privéleven binnen. Mijn moeder vond dat vreselijk.”
Matrasje in de woonkamer
Na de dood van haar man, met wie ze meer dan zestig jaar het leven deelde, gaat Evelines moeder snel achteruit. “Omdat ik alle onrust en ontheemd zijn door verhuizen naar het hospice – en daarna toch nog het verpleeghuis – bij mijn vader had gezien, wilde ik alles op alles zetten om dat mijn moeder te besparen.” En dus bivakkeert Eveline wekenlang op een matrasje in de woonkamer, naast haar moeder. “Ze had veel pijn door artrose, maar reageerde enorm heftig op de pijnmedicatie. Ze werd paniekerig en kreeg wanen. Mijn moeder had een indicatie voor 24 uur zorg, maar er was in de wijde omtrek geen personeel te vinden. Er was nachtverpleging, iedere avond iemand anders, die mij af en toe kon aflossen, zodat ik toch even kon slapen.”
Nu was het mijn beurt om die spoken de deur uit te jagen
Dan komt er een plek vrij in het hospice. “Mijn moeder daarheen brengen voelde voor mij als falen. Ondanks haar verwardheid zei ze: ‘Je denkt misschien dat je tekort bent geschoten, maar je hebt alles gedaan en het is oké.’ Ze kwam in dezelfde kamer als mijn vader terecht. Toen na lang aandringen van mij de pijnmedicatie werd afgebouwd, knapte ze langzaam op. Als een wonder zag ik langzaam maar zeker mijn moeder weer terugkomen. Het ging zo goed dat ze niet meer in het hospice kon blijven, maar terug naar huis was geen optie.”
Opgesloten in zichzelf
Eveline vindt een mooi plekje voor haar moeder in een kleinschalige woongroep in Vlissingen. “In dat laatste bonusjaar heb ik haar zo veel mogelijk bezocht. Ik nam haar mee naar buiten en ze genoot van de narcissen en het groen worden van de bomen. Totdat ze plotseling blind raakte. Ze hoorde al zo slecht, en nu zat ze ook nog helemaal in het donker. Opgesloten in zichzelf. Ze was zo bang, dat ze niet meer mee naar buiten durfde. Vanaf dat moment heb ik 28 dagen naast haar bed gezeten. Ook al was ze in goede handen, ik wilde blijven tot het einde. Het kwam niet in mijn hoofd op om dat níet te doen. Als ik als kind eng had gedroomd, hoefde ik mijn moeder maar te roepen of ze stond naast me. Nu zij zo bang was, wilde ik er voor haar zijn. Nu was het mijn beurt om die spoken de deur uit te jagen.”
Het is heel confronterend om iemand letterlijk tot de laatste vezel te zien opbranden
De kleine dingen bleken bijzonder. “Als ik binnenkwam, ontspande ze. Ze kon steeds minder goed eten en drinken, dus daar zaten we soms uren mee te prutsen. Dan sneed ik druiven in tweeën, of haalde ik zelfs de velletjes eraf. Vanuit haar kamer keek ik uit op de binnentuin, waar van alles gebeurde, wat ik beschreef voor mijn moeder. Ik volgde een jonge meeuw die al groot genoeg was om te kunnen uitvliegen, maar dat niet deed. Net als mijn moeder, eigenlijk. Ik bracht verkoeling of verwarming met een washandje of masseerde haar hoofd. En vaker nog waren we uren samen stil.”
Jong, sexy, snel
Naast het sterfbed van je ouders zitten confronteert je met de meest diepe levensvragen, ontdekt Eveline. “Mijn moeder hield zich vast aan haar geloof, maar ik stond er anders in. Wat heeft het allemaal voor zin? Is er wel tijd om rustig te sterven en te mantelzorgen in deze jonge, sexy, snelle, prestatiegerichte maatschappij? Het is heel confronterend om iemand letterlijk tot de laatste vezel te zien opbranden. Dat beeld past niet in een wereld waarin alles om het uiterlijk draait. Aan de andere kant vinden we een bijna verteerd herfstblad wel mooi. Het lijkt wel of we die confrontatie met het natuurlijke proces van onze laatste levensfase niet meer aandurven. Loslaten is niet per definitie lelijk, het hoort bij het leven.”
Als je langzaam maar zeker kunt loslaten, heb je als de dood komt al een stukje rouw gedaan
Het mantelzorgen wijst Eveline ook op de essentie van het leven. “Als je de kwetsbaarheid onder ogen durft te komen, zal je merken dat je er de kracht voor krijgt, en ook veel liefde ontvangt. Dat kleine kneepje in mijn hand, dat is onbetaalbaar. Dat neemt niemand mij meer af. Het is zo fijn om dit laatste stukje leven samen te kunnen doen. De tijd te nemen om er voor iemand te zijn. Als je langzaam maar zeker kunt loslaten, heb je als de dood komt al een stukje rouw gedaan. Zo werkte het bij mij.”
De verpleging houdt het niet voor mogelijk, maar Eveline denkt dat haar moeder wacht op haar geboortedag. “Ze is midden op haar 94e verjaardag overleden. Net toen ik even de kamer uit was gestapt voor een kop koffie. ‘Misschien is ze er niet meer’, zei ik tegen een van de verzorgers. Ik rende als een gek terug naar haar kamer. Het was helemaal stil; ze was inderdaad weg. Ik kon niet eens huilen. Ik heb gezegd: ‘Het is goed, we hebben het mooi gehad, het is oké.’ De cirkel was rond. Ik had nooit gedacht dat ik het kon, maar ik heb het wel gedaan. Het gaf me zelfvertrouwen. Als ik dit kan, kan ik de rest van de wereld ook aan.”
Aanslag op de menselijkheid
Fijn dat jij als zelfstandig schrijver en spreker je tijd zelf kunt indelen en er voor je moeder kon zijn, hoorde Eveline vaak. “Dat is zo, maar mantelzorgen is zwaar. Het vraagt veel van je relatie en je sociale leven. En als zzp-er raakte ik mijn inkomen kwijt. Ik reed steeds op en neer vanuit mijn woonplaats Den Haag naar Zeeland. Er is geen regeling die je een beetje tegemoet komt. Zelfs niet in onkosten of reiskosten. Veel mensen willen wel voor hun familie zorgen, maar kunnen het gewoonweg niet. Dat vind ik een aanslag op de menselijkheid. Je hoeft er niet aan te verdienen, maar het moet je wel mogelijk gemaakt worden. Er voor elkaar kunnen zijn, juist in dit soort precaire tijden, is volgens mij de essentie van het leven.”
In Lucht door Eveline van de Putte lees je het verhaal van een moeder die steeds een stukje verder afglijdt, en een dochter die alles op alles zet om haar moeder tot de laatste adem te verzorgen.
Lees ook over:
Rouw na mantelzorg: ‘Mantelzorgers zetten zichzelf vaak op een tweede plek’
Headerfoto: Marjon van der Vegt
Geschreven door
Charlotte van Egmond