Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Daan Westerink | De roze olifant van verdriet

18 januari 2021 · Leestijd 5 min

Waarom vinden mensen het onderwerp dood en verdriet zo lastig? Waarom zeggen mensen er helemaal niets over als je op een verjaardag bent? Okee, je glimlacht wat, praat mee, maar inwendig kook je. Rouwdeskundige Daan Westerink sprak met diverse mensen over deze zogenaamde ‘roze olifant’.

Domper

Ga je weer eens naar een feestje, loop je bekenden tegen het lijf die helemaal niet vragen hoe het met je gaat. Een domper want je weet zeker dat zij de overlijdenskaart hebben gekregen. Of het op Facebook zagen. Dat ze dus weten wie er dood is. Maar ze zeggen er helemaal niets over. Beginnen over het weer en over de jarige. Je glimlacht wat, praat mee, maar inwendig kook je. Waarom vinden mensen het onderwerp ‘de dood’ en verdriet zo lastig? Daan Westerink sprak met een aantal jongeren over deze zogenaamde ‘roze olifant’.

Een roze olifant kun je toch niet negeren

Schermafbeelding 2017-07-12 om 16.24.55

Neem Max. Haar moeder is overleden. Wat ze soms zo lastig vindt, is hoe sommige vrienden daarmee omgaan. Ze durven er vaak niet over te beginnen. “Ik heb weleens het gevoel dat de dood van mijn moeder voor sommige mensen nog steeds een roze olifant is. Niemand durft te zeggen dat ‘ie in de kamer zit. Jemig. Ik bedoel, het is een roze olifant, die kun je niet negeren! Mijn moeder is dood gegaan. En ook nog eens heel plotseling. Dat mag je toch gewoon even benoemen?”

Handelingsverlegenheid, zo noemen ze dat officieel. Dat je een roze olifant rond ziet lopen in een kamer, maar niet weet of je daar wel over mag praten. En dus net doet of er geen beest met een lange slurf aan het rondstampen is. En dus maar zwijgt of over een heel ander onderwerp begint.

“Je kunt me niet verdrietig maken. Ik ben het al.”

Heel ongemakkelijk, want je weet natuurlijk allebei wat er aan de hand is. “Iemand zei eens tegen me dat hij me niet verdrietig wilde maken. Dat hij daarom niet graag over mijn vader begint”, zegt Annika. “maar je kunt me niet verdrietig maken. Ik ben het al, of niet. Begin er dus wel gewoon over.”

Bespreekbaar maken

Maar moet je die dood dan altijd bespreekbaar maken? Wat nou als je net lekker aan het dansen bent? Het overkwam Reina. Vijf maanden na de dood van haar broer ging ze voor het eerst weer een keertje uit. Met een paar vriendinnen stond ze op de dansvloer. Onwennig, maar het voelde goed om even het huis uit te zijn. Een studievriendin tikte haar toen ineens op de schouder en riep in haar oor: “Jouw broer is toch heel plotseling overleden?’ Dat vond ze niet zo handig. “Ik ging direct huilen, mijn mascara liep echt mega uit, ik ben de wc ingevlucht, mijn vriendinnen er direct achter aan.”

“Ik kan zelf wel aangeven of ik er over wil praten”

Maar achteraf vindt ze het toch vooral heel fijn, want maar weinig mensen spreken haar zo spontaan aan. “Dat meisje kwam de volgende dag naar me toe en wilde haar excuses aanbieden. Ik heb haar toen gezegd dat ik juist blij was dat zij er wel over durfde te beginnen, hoe verdrietig ik er ook van werd. Bijna niemand doet dat, en dat vind ik heel erg. Je beschermt me niet door er niet over te beginnen. Dan krijg ik het gevoel dat mijn broer niet heeft bestaan. Je moet het dus wel gewoon doen”, concludeert ze. “Ik kan toch zelf wel aangeven of ik er over wil praten?”

Aai over de slurf

Eigenlijk is het dus heel makkelijk. Er staat een roze olifant in de kamer en die mag je gewoon even benoemen. Hoe je dat doet is een ander verhaal. Je kunt natuurlijk heel hard door de ruimte toeteren dat er een roze beest in de hoek van de kamer staat. Waardoor iedereen in rep en roer is. Maar je kunt ook heel subtiel over zijn slurf te aaien. En dan vragen hoe het met iemand gaat. Bepaal niet voor de ander of het wel de juiste plek is voor zo’n zwaar onderwerp.

Of doe zoals de buurvrouw van Max: “Ze zei laatst spontaan dat ik zo op mama lijk. Ze had me zien fietsen en was even helemaal in de war. Je bent net je moeder, zei ze. Ik vond dat heel fijn om te horen. Echt, de tranen sprongen in mijn ogen. Van blijdschap. Ik lijk dus op mijn moeder! Door dat te zeggen was mama weer even heel erg aanwezig. Dat vind ik heel prettig. Ze is dan helemaal om me heen. Ik bedoel, het is mijn moeder. Ik ben eigenlijk afkomstig van haar zeg maar. Ze zit in mij. Ik hoef daar geen afscheid van te nemen.”

Tekst & beeld olifant: Daan Westerink

Daan Westerink (1968) is pedagoog, rouwdeskundige en publicist. Inmiddels treed Daan niet meer op als rouwdeskundige, maar als master pedagoog, docent, publicist en onderwijsontwikkelaar.

Geschreven door

Daan Westerink

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--