Brandweerman Ben verliest collega's tijdens de vuurwerkramp: 'In de kazerne hoorde ik dat er drie collega’s werden vermist en één was overleden'
vandaag · 15:00
Update: vandaag · 16:33
De hemel boven Enschede is strakblauw, de temperatuur zomers. Zaterdag 13 mei 2000 belooft een heerlijke voorjaarsdag te worden. En het is een van de laatste werkdagen van Ben Bult, een brandweerman die de vuurwerkramp overleefde.
“Iedere seconde telt, tot de laatste. Ook voor de brandweer zelf.” Met die woorden opent Ben Bult (79) de brief die hij bijna zes maanden na de vuurwerkramp in Enschede schrijft. In zeven dichtbeschreven kantjes beschrijft hij minutieus wat er op die noodlottige dag gebeurde. Dit is wat hij opschreef:
Wat kan me de laatste zaterdag nog overkomen?
Op vrijdag 12 mei ’s avonds op een verjaardag hadden we het er nog over: de volgende dag, zaterdag 13 mei, zou mijn laatste dienstdoende zaterdag bij de brandweer op post Zuid zijn. Meestal lekker rustig daar. Op 31 mei word ik 55 jaar en ga ik per 1 juni met FLO (functioneel leeftijdsontslag, vervroegd pension red). Dus had ik een gevoel van: wat kan me de laatste zaterdag nog overkomen?
Deze begon rustig: van 8 tot 10 uur de spulletjes een beetje opruimen, dan koffiedrinken en foto’s bekijken van het zomerhuis in Zuid-Frankrijk van een collega. Lekker ontspannend. ’s Middags nog even snel de fiets poetsen. Dan even een dutje en de dag zou zo voorbij zijn.
15.00 uur: Een witte rookpluim
Om ongeveer 3 uur hoorden we dat de hoofdpost uitrukte naar een brandje in een vuurwerkopslag aan de Tollenstraat. We liepen daarom met z’n allen naar buiten. Het was prachtig weer. We zagen in de richting van de stad een witte rookpluim, gevolgd door een zwarte wolkstreep. Wij zeiden als ploeg tegen elkaar: laten we de overall maar vast aantrekken.
Meteen daarop hoorden we de bevelvoerder van de hoofdpost onderweg versterking oproepen van de sectie Lonneneken en Post Zuid. Ik wist dat aan de Tollenstraat vuurwerkhandelaar Vollenbroek zit. Ik heb er wel eens rookpoeder gehaald, om te gebruiken bij oefeningen. Dat is niet meer dan bestellen, ophalen en weer wegwezen.
Kleine brandjes
Ik was chauffeur en pompbediener van de autospuit. We reden via de zuidelijke invalsweg en singels naar de Tollenstraat. Bij het rijksmuseum werd het behoorlijk druk op de weg. Onze bevelvoerder nam contact op met de officier van dienst ter plaatse, met de vraag waar we ons moesten opstellen. Dat was op het terrein van machinefabriek Thole aan de Tollenstraat, direct grenzend aan de vuurwerkopslag. Aangekomen zag ik alleen een paar kleine brandjes op het terrein, veroorzaakt door vuurpijlen. En ik hoorde knallen en zag witte rookwolken aan de andere kant van de schutting.
15.15
Om kwart over drie, terwijl we bezig waren met het opbouwen van de waterwinning, werd het vuurwerk plotseling heftiger. Het was alsof er een emmer met vuurpijlen was omgevallen, ze schoten me links en rechts voorbij. Ik schuilde kort in de grote hal bij Thole, want ik dacht: met nog veertien dagen te werken, komt een vuurpijl in mijn nek me niet goed uit.
Dit duurde maar een paar minuten. We hadden inmiddels het watersysteem opgebouwd en de brandjes op het terrein (van machinefabriek Thole, red.) geblust. Het vuurwerk werd minder en we dachten nog een kwartier nodig te hebben. Dus plaatsten we ladders tegen de schutting om op het terrein van S.E. Fireworks te komen.
15.27
Om 15.27 geeft de brandweer het signaal ‘brand meester’. Maar zes minuten later is er een steekvlam op het terrein, gevolgd door een eerste ontploffing. Om 15.35 volgt een tweede, allesvernietigende explosie.
Op dat terrein stond de aanvalsploeg voor bluswerkzaamheden op een container. Ik bleef als pompbediende bij de wagen. Toen werd het vuurwerk steeds heftiger. De bevelvoerder gaf opdracht: iedereen terug en dekking zoeken achter het voertuig. De containers knalden stuk voor stuk de lucht in. Ik kroop in de pompruimte (de ruimte achter de watertank in een spuitwagen, red), want het was net of de knallen steeds dichterbij kwamen. In de autospuit zit een tank met 2000 liter water. Veiliger kan het niet.
Met voertuig en al de lucht in
Na de eerste explosie dacht ik er niet levend af te zullen komen en met voertuig en al de lucht in te vliegen. Bij de tweede explosie kreeg ik stof in mijn longen. Door mijn hoofd schoot de gedachte: als je dit nog wilt overleven, moet je nu maken dat je wegkomt en richting de singel lopen. Bij het weglopen was alles zwart om me heen. Ik weet nog dat ik uit de zwarte wolk kwam, mensen zag vluchten en de brokstukken uit de lucht zag vallen.
Bij de singel aangekomen dacht ik: gelukkig, ik heb dit overleefd.
Na eerst een beetje verward rond te hebben gelopen, heb ik geholpen bij het in veiligheid stellen van de slachtoffers. Daarna zag ik de andere collega’s bij elkaar en hoorde dat Theo Hesseling nog als slachtoffer op het Thole-terrein aanwezig was. Een collega wilde vlak voor de explosie met hem vluchten. Theo is daarbij door stenen geraakt en gevallen. De collega heeft hem naar een voor hem veilige plaats gebracht en kwam uitgeput naar de Singel.
Niet meer te redden
Twee andere collega’s zijn met hem teruggegaan om Theo op te halen. Toen ze bij de Singel terugkwamen, stond ik net bij de ambulance. Een broeder constateerde dat Theo niet meer te redden viel. Op dat moment begon het hele rampterrein vlam te vatten. Wat een frustratie om zonder autospuit te zitten. Twee collega’s werden per ambulance naar het ziekenhuis afgevoerd.
Het enige wat we konden doen, was de nog niet brandende huizen doorzoeken op nog aanwezige slachtoffers en die in veiligheid brengen. Na een tijdje kwam de hulpverlening uit de omgeving op gang. Het indrukwekkendste vond ik de kolonnes van de regionale en Duitse collega’s. We kregen daarna de opdracht om in verband met ammoniakgevaar bij de Grolsch-brouwerij geen mens richting rampterrein toe te laten.
Hadassa’s huis werd weggeblazen door de vuurwerkramp: ‘Alles was weg’
Hadassa’s huis werd weggeblazen door de vuurwerkramp: ‘Alles was weg’Claudia (54) was agent tijdens de vuurwerkramp: ‘Rij achteruit! We gaan dood!’
Claudia (54) was agent tijdens de vuurwerkramp: ‘Rij achteruit! We gaan dood!’
Meest gelezen
- Yvonne en Marianne raken bevriend op de begraafplaats: ‘Ze begreep mijn worstelingen die andere vriendinnen niet snapten’
Vriendschap uit rouw
Yvonne en Marianne raken bevriend op de begraafplaats: ‘Ze begreep mijn worstelingen die andere vriendinnen niet snapten’
- Thom (18) overlijdt ondanks zijn ziekte onverwachts: 'Als ouders kun je niet dieper vallen'
In de uitzending
Thom (18) overlijdt ondanks zijn ziekte onverwachts: 'Als ouders kun je niet dieper vallen'
Lees ook
- Brandweerman Ben verliest collega's tijdens de vuurwerkramp: 'In de kazerne hoorde ik dat er drie collega’s werden vermist en één was overleden'
Vuurwerkramp
Brandweerman Ben verliest collega's tijdens de vuurwerkramp: 'In de kazerne hoorde ik dat er drie collega’s werden vermist en één was overleden'
- ‘Mijn moeder werd opnieuw oma, maar zou haar kleinkind nooit leren kennen'
Ilona verloor haar moeder terwijl ze zwanger was
‘Mijn moeder werd opnieuw oma, maar zou haar kleinkind nooit leren kennen'