Blog Jurgen | ‘Ongegeneerd zit ik te janken in mijn auto’
Tijdens het autorijden ziet Jurgen iets waardoor hij in gedachten direct terugkeert naar die ene dag in 2017. De dag dat Jurgens negenjarige dochtertje Luna voor het laatst iets tegen hem zei.
Het is een mistige dag in december 2023. In de verte zie ik de blauwe lichten van een ambulance dichterbij komen. In een split second ben ik terug bij die ene dag: zaterdag 23 december 2017.
2017
"Naar huis gaan". Dat was het laatste wat Luna nog tegen me zei, toen ik vroeg wat ze wilde. We waren op ons vakantieadres en even hiervoor had Luna een aantal hersenbloedingen en -infarcten gehad. De ambulance kwam en ineens merkten we dat het heel mistig was geworden.
Karin ging met Luna mee in de ambulance richting huis en ik reed er met Senna en de hond achteraan. “Rijd maar rustig,” zei de ambulancebroeder, “want ons houd je toch niet bij.” De hele weg van Assen naar Oisterwijk reed de ambulance met blauw licht.
2023
Dan toetert er een man achter me en ik schrik op uit mijn gedachten. Het stoplicht staat blijkbaar al een tijdje op groen. Ik trek op en zet na tweehonderd meter de auto aan de kant, op een parkeerplaats. Op de radio hoor ik het begin van een nummer: Zonder jou, van Rob de Nijs. Wederom keer ik terug naar die rit in 2017 en de tranen rollen over mijn wangen.
‘t Is zo vreemd maar op de duur zal het wel wennen,
dat het leeg is waar jij zoveel jaren was.
De geluiden van de stilte leer je kennen,
en hoeveel geluid dat is merk ik nu pas
Alleen maar erger
De rollende tranen komen misschien wel omdat het bij mij juist niet went. Het missen van Luna lijkt alleen maar erger te worden. Tijdens het refrein zie ik Luna weer voor me, hoor ik haar schaterende lach. Dan komt de volgende tekst voorbij:
‘t Is zo vreemd maar soms kan ik jouw stem nog horen,
met mijn ogen dicht zie ik je soms nog staan.
Als een dwaas hou ik van jou als nooit tevoren,
en ik vraag me af, hoe moet dat verder gaan?
In dit huis waren we zolang samen,
was het daarom dat je ging misschien?
Ik schrijf je naam op de beslagen ramen,
en ik weet, ik zal je nooit meer zien.
Niet beslagen
Snel zoek ik het nummer op mijn telefoon en luister ik het nog een keer. Ongegeneerd zit ik te janken in mijn auto. Dit nummer is precies wat ik ben, wat ik voel. Hoewel de autoramen niet beslagen zijn, schrijf ik met mijn dikke vinger Luna’s naam op mijn linker zijruit. Ik droog mijn tranen en vertrek naar huis. Het huis met al die mooie herinneringen.
Lachen
De dag erop sta ik vroeg op om te wandelen met de honden. Het is een koude maar zonnige zondagmorgen. Ik doe de honden in de mand op de achterbank, start de auto en wacht tot de beslagen autoruiten zijn ontwasemd.
Ik moet lachen, want daar staat de naam van Luna op mijn ruit. En langzaam verdwijnt deze. Geen toeval, maar oh wat is dit een fijn begin van de zondag.
Ik mis je kleine Dondersteen, tot ooit.
Lees ook over:
Jurgen: 'Luna's (9) laatste wens was om met ons te trouwen' (Deel 1)
Lees ook over:
Elaine (27): ‘Als twaalfjarig kind dacht ik: ja, ik ga mijn zus redden’
Geschreven door
Jurgen van Riel