Lies Nijman | ‘Rouw kan niet worden opgelost, alleen uitgehouden’
Verdragen, wachten, uithouden: dat zijn geen dingen die je kunt ‘doen’ in je tijd van rouw. Dat maakt het een moeilijke opgave. Zowel voor jezelf als voor mensen in je omgeving die je graag willen helpen.
Het is stil. Kan het nog stiller worden? Op dit moment ben ik geneigd om te denken dat ik het niet ga redden. Komt er geen eind aan zijn afwezigheid? Komt er nooit een eind aan deze eindeloze leegte? Hoe kan ik dit uithouden? Dan vraag ik mijn vriendin opeens: ‘Denk je dat hij echt niet meer terugkomt? Ik kan het niet geloven, mijn hele wezen wacht nog op hem.’ We huilen allebei. Het zit er nog in, het wachten. Ik weet niet meer wie of wat ik ben.
Rouw uithouden
Leven is overleven als je al het vertrouwde kwijt bent. Alsof je terechtkomt in Niemandsland. Verlies van geborgenheid veroorzaakt een dor en droog heden. Struikelend loop je door een troosteloos landschap. Je verlangt naar het vertrouwde verleden. Je durft nauwelijks naar de toekomst te lopen. Hoe kun je leven met je heimwee, je angst en je vragen? Je wilt wel in een diepe put zakken en er pas weer uit komen als je zelf weer in evenwicht bent.
‘Wachten, het uithouden, het verdragen, was een van de moeilijkste opgaven in mijn tijd van rouw.’
Het is fijn als iemand af en toe in Niemandsland bij je wil blijven. Als de ander het kan verdragen dat je de weg kwijt bent. Mensen die je te graag willen helpen, hebben daar meestal moeite mee. Zij willen het – met de beste bedoelingen – mooier, vrolijker en leuker voor je maken. Maar waar je eerst behoefte aan hebt, is een langere tijd een metgezel die in staat is te zwijgen, die vertrouwt dat je uiteindelijk je weg weer zult vinden. Iemand die het kan uithouden bij je pijn en je waaromvragen, zonder in de verleiding te komen om op te lossen of te verklaren.
Rouw kan niet worden opgelost, maar moet worden uitgehouden.
Wachten, het uithouden, het verdragen, was een van de moeilijkste opgaven in mijn tijd van rouw. Voor mij was het een belangrijke ontdekking, een wegwijzer. Het uithouden, totdat het onaantastbare gebied binnenin mij weer tot leven kon komen. Zoals een plantje dat je koestert en verzorgt, maar dat door ongeduld en te veel mest, geforceerd groeit en niet kan wortelen.
Nabijheid, geen oplossingen
Het uithouden, dat geldt ook voor de waaromvraag van het lijden. Niemand kan voor iemand anders invullen wat de reden van het lijden is. In de Bijbel staat een verhaal over Job, een man die veel lijden te verduren heeft. Zijn vrienden komen hem bezoeken. In het begin zwijgen ze, maar als ze het niet meer kunnen uithouden, gaan ze verklaringen zoeken en oordelen. Ze zijn er klaar mee. Ze gaan antwoorden zoeken waar Job niets aan heeft. Dit is pijnlijk voor hem en beslist niet troostend.
‘Niemand kan voor iemand anders invullen wat de reden van het lijden is.’
In het volgende filmpje wordt heel eenvoudig uitgelegd dat we in tijden van rouw en verdriet meer behoefte hebben aan nabijheid dan aan oplossingen (meer behoefte aan een beer dan aan een eland):
Trouw blijven
We doen er goed aan om het met elkaar uit te houden in een stuk machteloosheid, een niet weten. We kunnen er niet omheen dat het lijden een groot mysterie is. Mijn man werd door een wonder genezen van een ziekte die hij tien jaar heeft gehad. Daarna overleed hij aan de ziekte kanker.
We moeten onder ogen zien dat we maar een beperkt begripsvermogen hebben. Maar we kunnen elkaar wél blijven vasthouden en verbonden blijven. Niet afhaken als we geen antwoord kunnen bedenken of als we geen verbetering zien. Niet afhaken maar trouw blijven, belangeloos, zonder schuldgevoel. ‘De beer’ blijven zolang iemand dat nodig heeft.
‘Durven we te wachten? Durven we het uit te houden en geduld met onszelf en elkaar te hebben?’
Vroeger leerde ik al dat Jezus – in tijden van verdriet – naar ons toe komt in de put en naast ons komt zitten. Anderen zouden vanaf de rand van de put (net als de eland) naar beneden roepen wat we allemaal moeten doen om eruit te komen: meer bidden, offers brengen, goden aanbidden, goed doen voor de armen, beter voor onszelf zorgen, enzovoorts. Jezus blijft echter bij ons in de put tot we zelf weer in staat zijn om op te staan en eruit te klimmen. Dan zal Hij ons op zijn schouders nemen, als een herder zijn schaap, en naar boven dragen.
Wachten tot het leefbaar wordt
Ons Niemandsland is een tijdelijk landschap, maar in onze beleving duurt het eindeloos. We kunnen het ons niet voorstellen dat er ooit weer kleur en leven in zal verschijnen.
Ook al zal het landschap nooit meer worden zoals het was, ook al voelen we ons de rest van ons leven een pelgrim en dragen we het gemis mee, voor de meeste rouwenden wordt het weer leefbaar.
Durven we te wachten? Durven we het uit te houden en geduld met onszelf en elkaar te hebben?
Zoals milde motregen het dorre land bevochtigt, zo sijpelt langzaam het besef weer bij mij binnen dat het Pasen is geweest. Dat het leven wint van de dood. Zoals het blauwe druifje in mijn tuin dat door de sneeuw heen piept. Ik huil. Het is een wet van het leven. Zichtbaar in de natuur. Het wordt al ietsje zichtbaar in mijn eigen leven, dwars door mijn pijnlijke verdriet en mijn tranen heen.
Geschreven door
Lies Nijman