Alinda Bol verliest man en blijft alleen met dochter achter
Na jarenlang vurig hopen, krijgen Alinda en Jaap eindelijk hun eerste kindje. Maar tweeënhalf jaar later, op de piek van hun huwelijksgeluk, komt Jaap door een ongeluk om het leven. Alinda blijft als jonge weduwe achter met de kleine Anna. ‘Opeens leefde ik in een nachtmerrie.’
‘Het was een prachtig zonnig dag,’ vertelt Alinda. De eerste mooie dag van 2003. ’s Ochtends ging Alinda naar haar werk en rond 11.00 uur kwamen Jaap en dochter Anna nog even langs.
‘Jaap vertelde dat hij Anna naar mijn ouders bracht. Zelf zou hij met een groep gaan motorrijden. Jaap was een motorfanaat, en had sinds enige tijd een snelle Ducati. ‘Veel plezier, ik zie je vanavond,’ zei ik nog.’ Jaap fietste samen met hun 2,5-jarige dochtertje het zonlicht in. Dat is het laatste beeld dat ze van hem heeft.
Twee agenten bellen aan
Rond 18.00 uur belde een collega van Alinda. Of Jaap al thuis was. ‘Ik zei: ‘Nee, hoezo?’ ‘Nou,’ antwoordde ze, ‘ik kreeg net zo’n raar telefoontje, dat Jaap bij een ongelukje betrokken was. Heb jij al wat gehoord?’ ‘Nee.’ ‘Oké, dan bel ik je straks even terug.’ Op dat moment gingen mijn nekharen overeind staan, en kreeg ik een onbestemd gevoel in mijn buik.’
Alinda probeerde Jaap te bellen. Die nam niet op. Toen belde ze zijn motorvriend, Aschwin. Geen gehoor. ‘Opeens zag ik vanuit de woonkamer de auto van mijn vriendin heel hard aan komen scheuren.
En tegelijk kwam mijn buurvrouw aanlopen, een hand voor haar mond geslagen. Er zitten veel gaten in mijn geheugen, maar dat zijn beelden die ik nooit meer vergeet. ‘Het móet wel fout zijn,’ schoot het door me heen.’ Een minuut later belden twee agenten aan. De 2,5-jarige Anna klampte zich aan haar moeders trillende benen vast.
Jaap is overleden
De agenten vertelden haar het onvoorstelbare nieuws: Jaap was rond 16.40 uur overleden. Op een landweggetje, tussen Hoevelaken en Terschuur, probeerde hij zijn motorvriend te ontwijken toen deze in een flauwe bocht ten val kwam. Helaas was die weg afgezoomd met dikke bomen. Tegen één ervan knalde Jaap met de zijkant van zijn lichaam. Hij was op slag dood. ‘Zoiets gebeurt alleen in films, of bij iemand anders, denk je altijd. Maar opeens leefde ik in een nachtmerrie.’
‘We hadden nog geen zonwering en onze woonkamer heeft veel ramen; ik deed steeds de gordijnen dicht. Het zonlicht kon ik niet langer aanzien. Ik voelde me zo zwart. Zwart, zwarter, zwartst. En het bizarre was dat zoveel mensen het eerder wisten dan ik. Jaap reed met een groepje, en al die mannen hadden natuurlijk mobieltjes.’
Die eerste avond hoorde ze hoe buiten, achter de gesloten gordijnen, auto’s langs het huis reden. Men wilde kijken of het verhaal dat ’s middags als een lopend vuurtje door het dorp ging, waar was.
Rouw: een zwart gat
Voor rouw worden allerlei beelden gebruikt, variërend van een doolhof tot een emotionele achtbaan. Welk beeld zou Alinda kiezen? Bedachtzaam: ‘Voor mijzelf was het vooral een zwart gat. Het was zo plotseling. Je verkeert helemaal in een shock. Dat is een soort natuurlijke bescherming van je lichaam, omdat je het anders niet aankunt. Je bent als het ware verdoofd.’
Afscheidsdienst
‘Als je trouwt,’ zegt ze even later, ‘ben je vaak wel een jaar bezig met alle voorbereidingen. Maar voor een begrafenis moet alles in vijf dagen worden geregeld, terwijl je amper goed kunt denken. Gek genoeg wist ik wel precies hoe de afscheidsdienst eruit moest zien, en hoe Jaap het gewild zou hebben. Aschwin, die zwaargewond was geraakt, kwam ook naar de begrafenis. In een rolstoel, met een verpleegster erbij. We hebben nog steeds contact; gelukkig is het met hem weer helemaal goed gekomen.’
Was je altijd al bang dat hem als motorfanaat iets zou kunnen overkomen?
Na een korte stilte, de handen onder haar kin gevouwen: ‘Achteraf heb ik het altijd geweten: ik ga hem vroeg verliezen. ‘Ik word niet oud,’ zei hij vaak. Altijd als hij wegging met de motor, zei ik: ‘Doe voorzichtig.’ Behalve uitgerekend die ene keer, 15 maart. Ik heb mezelf naderhand zó vaak afgevraagd: waarom gebeurt dit? Jaap en ik hebben zo lang moeten wachten op een kind, en dan moet je haar van de ene op de andere dag helemaal alleen opvoeden. Dat is ongelofelijk zwaar. Wat trouwens wel een enorme troost voor me was, is dat ik zeker weet dat hij bij God is, in de hemel.’
Heb je de plek van het ongeluk naderhand bezocht?
‘Eén keer. Op een zaterdagavond, met mijn ouders. Er lagen bloemen bij de boom, geen idee van wie. Ik kon het gewoon niet aanzien, ik werd helemaal hysterisch, dus we zijn weer snel weggereden. Ik was totaal overstuur.’ Een korte glimlach. ‘Als er geen bomen hadden gestaan, was Jaap het weiland ingereden en hadden ze er achteraf samen om gelachen. Dat weet ik zeker. Zo waren ze ook wel weer. Stoere kerels.’
Ik was zo moe
Het immense verdriet, de heimwee naar haar verloren liefde, het besef ‘nooit meer’: vaak werd het Alinda gewoonweg teveel. ‘Wat ik na Jaaps overlijden heel sterk heb ervaren, is dat God bij me was, door de mensen om me heen. Telkens als ik dreigde te vallen, waren zij als een muur rondom me. Alleen red je het niet. En gelukkig had ik Anna. Voor haar, mijn lieve kleine meisje, kwam ik mijn bed uit. Ik was zó onvoorstelbaar moe. In het woord rouwverwerking zit niet voor niets het woord werk. Omdat je lichaam en geest voortdurend bezig zijn, ben je doodop.’
In je boekje ‘Woorden van Troost’ schrijf je dat je twee jaar na de begrafenis opeens de vogels weer hoorde fluiten.
‘Klopt. Alsof het twee jaar lang stil was geweest om me heen, en ik me ineens realiseerde dat de vogels nog altijd floten, dat er nog steeds mooie dingen in het leven waren. Ik kreeg weer oog voor schoonheid. Twee jaar lang had ik alleen maar zwarte kleren gedragen, dag in dag uit. Maar nu trok ik weer fleurige kleding uit de kast.”
Heb je in de jaren na Jaaps overlijden ooit gedacht: ‘Ik ben jong, misschien loop ik nog eens een leuke man tegen het lijf’?
Alinda haakt wat haren achter haar oor en schudt haar hoofd. ‘Nee. Ik dacht altijd: dat gebeurt me nooit meer, zo’n liefde is maar eens in je leven. Ik ben zó gelukkig geweest met Jaap. Een tweede grote liefde? Onmogelijk.’
Oud en Nieuw 2005 vierde ze met wat goede vrienden. Een van hen beloofde: ‘Ik ga voor jou bidden dat je in 2006 een fantastische vent mag ontmoeten.’ Alinda, op dat moment sceptisch over dat idee, zou daar later nog vaak aan terugdenken.
‘Op Hemelvaartsdag – hoe symbolisch – kreeg ik ’s avonds een sms’je van een andere vriendin. Of ik ook naar een terras wilde komen. Anna en ik sliepen enkele weken bij mijn ouders, omdat ons huis grondig verbouwd werd. Mijn moeder zei: ‘Joh, ga lekker; je zit hier met twee oude mensen. Húp!’ Dus ik erheen, in m’n oude spijkerbroek.’
Daar zag ze Hugo, voor het eerst van haar leven. Glimlachend: ‘Hij keek heel intens naar me, en ik dacht: ‘Dat is een leuke vent.’ Later kwam hij naar me toe. We begonnen te praten… en hielden niet meer op. Hij was vrijgezel, maar had wel twee relaties achter de rug. Toen we in gesprek raakten, klikte het. Een enorme klik, tot mijn eigen verrassing.’
Was het niet lastig je weer te geven?
‘Nou en of! Wat je liefhebt, kun je kwijtraken: dat besef zorgde ervoor dat ik nog lang heb getwijfeld. Van een andere man gaan houden, je opnieuw binden: daar heb ik echt mee geworsteld. Hugo en ik ontmoetten elkaar die avond in mei, en pas in september of oktober wist ik het zeker: ‘Ja, hij is het. Met hem wil ik verder.’ Op 25 april 2007 ben ik hertrouwd, met de Hugo die mijn buurvrouw zo geknipt voor me vond.’ Lachend: ‘Twee keer ‘de ware’ ontmoeten, dat bestaat dus echt.’
Boven de keukentafel hangt niet alleen een geschilderd portret van Anna, maar ook van haar zusje Jade, die in juli 2008 werd geboren. ‘Twee fantastische meiden; prachtig om te zien hoe zij, ondanks het grote leeftijdsverschil en het feit dat ze verschillende vaders hebben, samen optrekken. Daar ben ik God zo dankbaar voor.’
Hoe reageerde Anna op Hugo’s komst?
‘Zij heeft geen enkele herinnering aan Jaap; daar was ze te jong voor. Zij en ik waren altijd vier handen op één buik, en opeens was daar Hugo. In Anna’s ogen een indringer.’ Grijnzend: ‘Ze heeft wel eens over tafel een milkshake naar hem gegooid. En ze stond een keer dreigend met een mes of een vork voor hem: ‘Kom je nu alweer bij ons eten?!’ Maar inmiddels hebben ze een geweldige band. Het is echt ‘eigen’ geworden.’
Kun je een periode van rouw afsluiten?
Alinda denkt even na. ‘Ik denk dat dit teveel gezegd is. Want je draagt het verdriet altijd met je mee. Het is niet zo dat ik nu nog in rouw ben, maar er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan Jaap denk, hoewel ik zielsgelukkig ben met Hugo. We zijn heel open over Jaap en praten vaak over hem. Jaap en ik waren maatjes, dikke vrienden, en zo voelt het met Hugo weer.’
- Alinda woont met man Hugo en twee dochters in Bunschoten Spakenburg. Naar aanleiding van het verlies van haar man, schreef Alinda het boekje Woorden van Troost.
Tekst: Gert-Jan Schaap | Beeld: Eljee
Origineel verschenen in Visie.