Blog Esther – De dag dat ik weduwe werd
De man van Esther, Dennis, is ernstig ziek. Esther is op van vermoeidheid, maar wil Dennis liever niet meer alleen laten…
Ik ben op
Het is vrijdag 14 september 2012. Dennis ligt vredig te slapen in een bed in de woonkamer. Ik weet dat het elk moment kan gebeuren en ik zorg dat ik hem geen moment alleen laat. Mijn matras ligt in de hoek van de woonkamer en de babyfoon staat ernaast. Vanaf het moment dat hij een bed in de woonkamer heeft, slaap ik naast hem. Bij iedere zucht of vreemde ademhaling schiet ik omhoog en leg ik mijn hoofd op zijn borst. Ik ben op. Ik slaap al dagen niet omdat ik zo bang ben dat ik het moment mis dat hij zijn laatste adem laat.
Gisteren kwam de huisarts langs. Dat doet hij de laatste dagen meerdere keren per dag om even te kijken hoe het met Dennis gaat. Dit keer vroeg hij hoe het met mij ging. Ik moest huilen. Ik was helemaal op. Hij stelde voor dat ik morgenochtend zelf Isa naar school breng en daar ook even de tijd voor neem. Dennis sliep, kon niet uit zijn bed vallen en kon echt wel even een half uurtje alleen zijn. Met tegenzin stemde ik in.
Het is 8.10 uur. Isa is klaar om naar school te gaan. Ze pakte nog even haar vaders hand en geeft hem een kus op zijn wang. Stijn trippelt achter Isa aan. Hij vindt het geweldig om op school te zijn. Nog een jaartje en dan mag hij zelf ook. Dennis en ik hebben het hier zo vaak over gehad. We wisten dat hij zou overlijden en dan ga je je grenzen verleggen. Als we nog twee jaar samen hadden, dan waren we heel tevreden. Hoe gek dat ook klinkt, want twee jaar is natuurlijk veel te kort! Hij zei steeds: ‘als ik Stijn maar voor het eerst naar school kan brengen’. Vandaag wisten we allebei dat dat nooit meer zou gebeuren.
Bang hem alleen te laten
Met twijfel trek ik de deur achter me dicht. Ik vind het raar om hem alleen achter te laten. Stel dat hij zijn laatste adem zou laten als ik er niet was! Dan zou ik hem dood aantreffen. Ik probeer ergens anders aan te denken.
We komen te vroeg aan op school. Ik stap uit de auto en loop het schoolplein op. Ik voel me een wandelende attractie. De school is net een week begonnen en ik ben de hele week nog niet op school geweest. Sommige staren me aan of kijken met een blik vol medelijden. Anderen lopen met een grote boog om me heen om de confrontatie niet aan te hoeven gaan.
Ineens voel ik een hand op mijn schouder: ‘Meis, ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen, maar ik vind het zo erg voor je’. Ik voel me opgelucht. Het ijs is gebroken.
Nog voor de tweede bel gaat haast ik me naar de auto. Ik wil zo snel mogelijk weer naar Dennis. Met bevende handen duw ik de sleutel in het slot. Ik ben zo bang dat ik te laat ben. Ik snel naar zijn bed en leg mijn hoofd op zijn borst. Als ik een diepe zucht voel glijd de spanning van me af. Ik ben vastbesloten geen moment meer van zijn zijde te wijken.
Ik pak de speelgoedtrein van Stijn en installeer hem naast het bed van Dennis om te spelen. Af en toe staat hij op om even een kusje op Dennis’ hand te geven of om gewoon even te kijken. Ik zit op de bank mijn kopje koffie te drinken.
Het is tijd
Het is 8.55 uur en de ademhaling van Dennis verandert. Zijn adem stopt af en toe, om ineens weer heel diep in te ademen. Ik voel dat het tijd is. Stijn voelt het ook. Hij komt niet meer kijken en concentreert zich alleen nog maar op zijn trein.
Ik ga naast Dennis op bed liggen en leg mijn hoofd op zijn borst. Ik voel zijn warme lichaam tegen me aan. Zijn constante hartslag stopt ineens. Dit is het moment. Terwijl zijn hart stopt, blaast hij nog één keer zijn adem uit.
Het is 09.03 uur en hij is overleden. Ik zet het album ‘February’ van Kane aan. Zijn favoriete muziek en brand een kaars. Snel kruip ik nog even tegen hem aan. Hij voelt nog een beetje warm. Ik pak zijn hand die al koud aan het worden is. Ineens komen daar de tranen.
14 september om 09.03 uur werd ik weduwe…
Geschreven door
Esther van der Plaat