Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Joël is het sterkste ventje dat ik ooit heb ontmoet’

10 september 2020 · Leestijd 8 min

Het is de grootste angst van iedere ouder: je kind verliezen. Eva en haar man overkwam het. Zij moesten afscheid nemen van hun drie-jarige zoontje Joël vanwege een hersentumor. Een aangrijpend verhaal over liefde en verdriet.

Ventje

De 3-jarige Joël was ‘een positieveling’. Een pittig, blond mannetje met hele lange wimpers dat bijna altijd vrolijk was. Zelfs tijdens zijn ziekte. ‘Als hij moest overgeven, stond hij daarna gewoon weer op en begon hij zo weer te lachen’, vertelt zijn moeder Eva Homma. ‘Joël is het sterkste ventje dat ik ooit heb ontmoet.’

Nog maar negen maanden geleden overleed Joël. Eva schiet vol als ze over hem praat. Bijna twee jaar geleden ging ze met hem naar de huisarts, omdat Joel vaak viel en telkens moest overgeven. ‘Ik zei tegen Joël: “Ga maar even op de trap zitten, dan trek ik je schoenen aan.” Maar hij ging naast de trede zitten, per ongeluk. Toen dacht ik: “Het is helemaal mis.”

Tumor

De huisarts bevestigde Eva’s vermoeden, dat er neurologisch iets niet in orde was. De scans in het ziekenhuis een dag later bevestigden dat beeld. Die avond hoorden Eva en haar man de uitslag waar ze voor vreesden: Joël had een tumor in zijn kleine hersenen. De situatie was zo ernstig, dat Joël al de volgende dag werd geopereerd.

Toen hun ventje na een maand weer naar huis mocht, volgde een jaar van chemokuren. Een zware periode, waarin Eva bovendien zwanger was van hun derde kindje. Genieten van die zwangerschap zat er niet in: Eva was vooral aan het zorgen voor Joël, of dat nu thuis of in het ziekenhuis was.

Precies tussen twee chemokuren in kwam dochter Anne ter wereld. ‘Een gezond kindje’, zegt Eva stralend. ‘We prezen ons gelukkig dat ze zo makkelijk was, omdat we onze handen vol hadden aan het zorgen voor Joël.’

Zelf eten en drinken

Na talloze chemo’s eindigde de behandeling met een MRI-scan, op 4 september 2019. Daarop was geen resttumor meer te zien. Eva en haar man waren dolblij met de uitslag, maar tegelijkertijd ook op hun hoede, omdat de tumor terug zou kunnen komen.

Om het fijne nieuws te vieren, ging het gezin op vakantie naar Spanje. ‘We hebben enorm genoten. Joël hoefde geen sonde meer en leerde weer om zelf te eten en drinken. Het ging eigenlijk heel goed met hem.’

‘Mam, ik wil niet steeds hoofdpijn hebben’

In november 2019, tijdens het lampionlopen met Sint Maarten, viel het Eva op dat Joëls vooruitgang wat stagneerde. Hij was soms een beetje afwezig, hield zijn eten niet meer binnen en zijn oogje draaide verder naar binnen. Allemaal signalen die erop kunnen duiden dat de tumor terug was gekomen.

Toen Joël kort daarop tegen zijn moeder zei: ‘Mam, ik wil niet steeds hoofdpijn hebben’, gingen bij Eva alle alarmbellen af. Terwijl Joël hard achteruit ging, bleek een paar dagen later uit een scan dat de tumor inderdaad was teruggekomen, en zelfs was uitgezaaid naar onder meer zijn grote hersenen en ruggenmerg.

Niet meer beter

‘De oncoloog zei: “We kunnen twee dingen doen…”. Ik onderbrak haar en zei: “We gaan helemaal niets meer doen. Ik wil Joël het liefste oppakken en mee naar huis nemen”. De oncoloog was het met ons eens. Ze zei: “We kunnen Joël wel weer chemotherapie geven en bestralen, en daarmee zijn leven nog enkele weken rekken. Maar hij wordt niet meer beter.”’

‘We gingen die vrijdagavond naar huis. Anderhalve week later is hij overleden’, vertelt Eva geëmotioneerd. Ze herinnert zich die laatste dagen met haar ventje nog goed. ‘Het was eind november. Joël hield erg van kerst, maar omdat hij dat waarschijnlijk niet zou halen, hebben we samen de kerstboom opgetuigd. Joël mocht alle ballen en lichtjes kopen die hij maar mooi vond. De boom hing vol met allerlei kleuren. Joël vond het geweldig! Van dat versieren hebben we een film laten maken.’

‘Joël is altijd in jouw hartje’

Snel daarna kon Joël niet meer lopen. Eva: ‘Als hij drie stappen zette, viel hij. Ook wilde hij niet langer bij ons op schoot zitten. Hij lag vaak op de bank, sliep veel en moest telkens overgeven. Hij kon bijna niet meer praten. Hij had een afasie, kon de juiste woorden niet meer vinden. Wat voor leven heeft zo’n kindje dan nog? Uiteindelijk wacht je echt op het moment dat hij uit zijn lijden wordt verlost.’

Of Joël besefte dat hij zou gaan sterven, betwijfelt Eva. ‘Ik denk het niet. Maar hij zei soms wel heel wijze dingen. Ik zei een keer tegen hem: “Straks ga je naar de Here Jezus toe”. Maar Joël zei: “Nee. Die vind ik eng. Ik ga naar de Here God. Die is lief.” Ik zei tegen hem: “Okay, maar de Here Jezus woont wel in jouw hartje toch?” Toen pakte hij mijn hand, legde onze handen op de plek van mijn hart en zei: “Joël is altijd in jouw hartje.”‘

Sinterklaasavond

Op 5 december ging het heel slecht met Joël. ‘Eigenlijk was alles te veel voor hem. Hij sliep vooral, at en dronk bijna niet meer en ademde heel onrustig. We zetten zijn bedje beneden neer en legden onze matrassen er omheen. Zijn ademhaling werd steeds langzamer. Dan ademde hij een minuut niet, dan weer twee minuten wel. Uiteindelijk is hij ’s avonds om vier minuten voor twaalf overleden. Op Sinterklaasavond.’

Wat Eva het meest is bijgebleven van de begrafenis, is de grote hoeveelheid mensen. ‘Zeker 650. Dat was zo overweldigend en hartverwarmend. Na de dienst hebben we Joël begraven, met een klein groepje familie erbij. Daarna gingen we met z’n viertjes naar het strand.’

Roes

Achteraf gezien heeft Eva alles in een soort roes beleefd. ‘Ik sta soms lachend op de foto, terwijl ik gewoon ons ventje heb begraven. Hoe kan dat? Het lijkt wel of de klap pas veel later komt. Maar ja, je gaat gewoon door. Je moet gewoon door. Eigenlijk doe je maar wat.’

‘Het enige wat ik wilde, was naar de begraafplaats gaan’

‘De weken erna kwam ik tot niks’, zegt Eva. ‘Het was december. Slecht weer. Donkere dagen. Kerst kwam eraan, maar dat boeide ons helemaal niet. Het enige wat ik wilde, was naar de begraafplaats gaan, het liefste twee keer per dag. En verder zorgden we ervoor dat de kinderen eten en drinken kregen en op tijd naar bed gingen.’

Na een tijdje voelde Eva een enorme drang om alle kasten op te ruimen. ‘Omdat ik niet elke keer iets tegen wilde komen wat me aan Joël deed denken. Ik wilde niet elke keer die schok voelen.’

Overleven

Van Joëls kamer heeft Eva nog wat foto’s gemaakt. Noah wilde graag verhuizen naar de kamer van zijn overleden broertje. ‘We mochten de muren niet in een andere kleur verven of de gordijnen veranderen. Het moest zo blijven’, vertelt Eva.

Inmiddels is het negen maanden geleden dat ‘hun sterke ventje’ overleed. ‘Het voelt al die tijd eerder als ‘overleven’ in plaats van leven. De ene dag voel ik me best goed; de andere dag ben ik weer somber en emotioneel.’

‘Deze stomme tumor… Ik kon niets doen om die te stoppen’

Zo is Eva bij vlagen heel boos. ‘Dan denk ik: “Waarom is dit nou gebeurd? Waarom Joël?” Ik kon het niet voorkomen. Heel veel dingen heb ik wel in de hand. Maar deze stomme tumor… Ik kon niets doen om die te stoppen. Dit is gebeurd en daar kan ik wel boos om worden.’

Wat haar troost biedt op zulke momenten? ‘Niets. Ik heb dat huilmoment nodig. Dat kan even duren. In het begin was het continu zwart en lachte ik maar een keer op een dag. Maar die sombere momenten worden steeds korter. En de periodes dat ik me goed voel, duren steeds langer.’

Anne Noah en Joel

Even janken

Dat komt mede door het contact met lotgenoten, zoals een vriendin die ook een kindje heeft verloren. ‘Zij kent ook het diepe verdriet van een kindje missen. Dat is voor mij heel belangrijk. Dan schrijf ik bijvoorbeeld op Facebook iets over Joël. En binnen tien minuten staat zij op de stoep. Omdat ze dacht dat ik wel wat steun kon gebruiken. Dan jank ik even en gaat de golf verdriet weer voorbij. Dat is zo fijn.’

Ook haar twee andere kinderen helpen Eva enorm. ‘Je moet ze van school halen, op het schoolplein staan. Dat geeft afleiding. Anders zou ik onder de dekens kruipen en er de hele dag niet meer uitkomen.’

‘Waar doe ik het allemaal voor?’

Eva heeft sinds de dood van haar ventje veel geleerd. Bijvoorbeeld om te houden van wat ze heeft. ‘Voordat Joël ziek werd, werkten we hard voor een mooi huis en een mooie auto. Die hebben we. Maar nu Joël dood is, denk ik vaak: “Wat doet het er eigenlijk toe? Waar doe ik het allemaal voor? Het is zo onbelangrijk wat je doet in de wereld.’

Weerzien

Eva: ‘We hebben nu geleerd om te genieten van andere dingen dan hard werken en geld verdienen. Zet mij maar in een krotje, als ik Joël daarmee terug krijg.’

Wat dat betreft, is Eva niet bang voor de dood. ‘Ik heb twee kanjers van kinderen om voor te leven. Die wil ik heel graag zien opgroeien. Maar als ik dan toch een keertje doodga, zou het voor mij een mooi weerzien zijn met Joël.’

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--