Mettes organen leven voort in drie andere mensen: ‘Een ongekend cadeau’
Sinds de dood van haar dochter Mette (19) hoopt Evera Voskuil iets te horen van de mensen die Mettes organen kregen. In plaats daarvan ontvangt ze een ontroerende brief van Aris Jan, wiens leven ‘opnieuw’ begon dankzij een donornier. En die zich het lot van de moeder aantrekt. ‘Ik schrijf u om te vertellen wat een donatie kan betekenen in een mensenleven. Mijn leven.’
Organen
Evera ziet haar dochter nog zitten aan de keukentafel, drie jaar geleden. ‘Mette zei: “Ik wil wel donor worden”. Ze vulde de formulieren in en deed ze op de bus. Tja, iemand van 19 heeft natuurlijk prachtige organen.’
Hoe wrang is het dat amper twee maanden later haar organen daadwerkelijk gedoneerd worden. Op 27 mei 2018 raakt Mette als gevolg van een epileptische aanval buiten bewustzijn. Als na enkele dagen duidelijk wordt dat Mette dit niet gaat overleven, treffen artsen voorbereidingen voor orgaandonatie. Ze heeft immers een donorcodicil ingevuld.
‘Er zijn zo vaak momenten dat het verdriet me naar de keel vliegt’
Op donderdagochtend 31 mei stopt de beademing en overlijdt Mette vrijwel meteen, omringd door haar naasten. Nog heel even is er tijd om afscheid te nemen; dan moet Mette mee voor de operatie. Enkele uren later hoort Evera dat Mettes nieren en lever zullen doorleven in drie andere mensen. Een mooi idee, maar het biedt Evera op dat moment geen troost.
Nu, bijna drie jaar later, is het verlies van haar dochter nog altijd ‘een enorm gat’. Evera: ‘Op 17 maart zou Mette 22 zijn geworden en zou ik met kadootjes bezig zijn geweest.’ Evera slikt. ‘Er zijn zo vaak momenten dat het verdriet me naar de keel vliegt.’ Maar inmiddels weet ze ook dat het na een tijdje weer wegzakt.
Brief
Evera put veel steun en troost uit vrienden die met hen meeleven. Maar toch ontbreekt er nog een puzzelstukje: een brief van de mensen die Mettes organen hebben gekregen. ‘Ik zou het heel fijn vinden om bijvoorbeeld te horen dat een jonge moeder weer een toekomst heeft met haar gezin dankzij Mettes organen.’
Niet dat Evera daardoor minder verdriet zou hebben. ‘Mettes dood zal ik nooit kunnen accepteren. Niets kan haar dood verzachten. Maar een bewijs krijgen dat haar orgaandonatie zin heeft gehad voor iemand anders, helpt om in het reine te komen met wat er is gebeurd.’
‘Het hoeft geen mooi proza te zijn’
Evera zou zo’n brief ook beschouwen als een mooi gebaar van medemenselijkheid. ‘Dat iemand die moeite neemt en die betrokkenheid voelt bij ons, de nabestaanden. Het hoeft geen mooi proza te zijn. Het gaat er om dat iemand de moeite neemt.’
Ze weet dat er een keerzijde aan zo’n brief kan zitten; bijvoorbeeld als de orgaandonatie niet is geslaagd. ‘Ik ben er nog niet uit of ik dat zou willen weten. Maar goed nieuws zou ik in ieder geval willen horen’, zegt Evera, die geen druk wil uitoefenen op getransplanteerden. ‘Zo’n brief kan alleen uit vrije wil ontstaan, omdat je de behoefte voelt dat te doen. Niet omdat het moet.’
Post
Twee maanden na Mettes dood horen Evera, haar man Michel en dochter Nadine van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS), zoals gebruikelijk is, in globale termen wie haar organen hebben ontvangen. ‘Een man en een vrouw, tussen de 40 en 45 jaar oud, kregen Mettes nieren. Misschien zijn het wel mensen met jonge gezinnen. Dat is fijn. Haar lever is naar een man van tussen de 70 en 75 jaar gegaan.’
In dat gesprek geeft de NTS echter ook aan dat ze er niet op moeten rekenen iets van de ontvangers te horen. Evera: ‘Het is mogelijk om een anonieme brief naar nabestaanden te sturen, maar dat gebeurt slechts in een beperkt aantal gevallen.’
‘Lang was er een schuldgevoel dat ik mocht leven en hij niet’
In een interview met de Volkskrant in 2019 delen Evera en Michel hun verlangen om als nabestaanden een brief te krijgen van de ontvangers van Mettes organen. Naar aanleiding daarvan krijgen ze post. Maar niet van degene die een nier of lever van hun dochter heeft.
‘Ook ik ben onthutst over het feit dat u geen brieven krijgt van de ontvangers van de organen van Mette, uw geliefde dochter. Ik schrijf daarom uit plaatsvervangende schaamte dat dit (nog) niet gebeurt. Maar nog meer om u te vertellen wat een donatie kan betekenen in een mensenleven. Mijn leven’, schrijft Aris Jan van Ek (59) in zijn brief.
Hij krijgt in 1988 een nier van een onbekende donor en kan voor het eerst ‘gewoon leven’. Tot die tijd was hij altijd moe en lag hij zelfs aan de nierdialyse. Hij schrijft: ‘Altijd is de donor in mijn gedachten geweest. Lang was er een schuldgevoel dat ik mocht leven en hij niet, dat ik door zijn dood kon leven.’
Schuldgevoel
Dat schuldgevoel probeert hij op allerlei manieren in te lossen, onder meer door tien jaar na de transplantatie een brief te schrijven aan de nabestaanden van de donor. En ‘door gezond te leven, fit te blijven, mijn leven waardig te houden voor de gift die ik kreeg. Een ongekend cadeau. Dat is wat Mette mensen gegeven heeft, een ongekend cadeau.’
In de envelop zit behalve een brief nog iets anders. ‘Een van de dingen die ik gedaan heb om mijn dankbaarheid te tonen en een plek te geven, is mijn gouden medaille weggeven die ik in 2015 haalde tijdens de World Transplant Games. Ik ontmoette de zus van een kind dat op 6-jarige leeftijd verdronk en orgaandonor werd. Ik heb haar mijn medaille gegeven.’
‘Een medaille voor een held, Mette’
‘Had ik er nog een, dan had ik die met liefde aan u gegeven. Het is daarom een zilveren medaille die ik mee stuur. Een medaille voor een held, Mette, niet veel jonger dan mijn eigen dochters. Ik geef het, maar tegelijkertijd geef ik niets, besef ik. Ik hoop dat u het wilt aanvaarden als gebaar van liefde, van bewondering, van dankbaarheid en van onmacht.’
‘We waren zo blij met de brief, hebben ontzettend gehuild’, zegt Evera. ‘Hij is dan wel niet van de echte ontvangers, maar dit komt een heel eind in de buurt. Aris Jan begrijpt hoe fijn het is als wij horen wat het doorgeven van het leven betekent voor iemand. Hij snapt waarom dat voor ons belangrijk is. Daarom schrijft hij een brief en geeft hij ons die medaille, want meer kan hij niet doen. Dat doet me heel veel.’
Betekenis geven
Het blijft niet bij een brief. Evera en Aris Jan ontmoeten elkaar en maken zich sindsdien hard voor meer aandacht voor nabestaanden van donoren, in het bijzonder voor het belang van het schrijven van brieven aan hen. Evera: ‘Ik las laatst een artikel over slachtoffers en nabestaanden bij rampen. Betekenis geven aan het traumatisch verlies dat zij hebben geleden, draagt bij aan veerkracht en heling. Zo zie ik dit ook. Het persoonlijke verhaal van een ontvanger kan veel bijdragen aan die betekenisgeving..’
‘Daar krijg je Mette niet mee terug, maar wel iets van zingeving’
Evera laat een indrukwekkende foto uit de Verenigde Staten zien, die twee jaar geleden in een krant stond. Met een stethoscoop luisteren de ouders naar het hart van hun overleden zoon Matthew (23), dat sinds twee jaar klopt in het grote lijf van Erv Basdon.
Hoewel het Evera niet perse gaat om een ontmoeting met de ontvangers van Mettes organen, geeft de foto voor haar wel heel treffend aan wat de waarde kan zijn van een vorm van contact tussen ontvangers en nabestaanden. ‘In Nederland is persoonlijk contact omwille van privacy niet mogelijk. Vandaar het belang van een brief, als enig mogelijke vorm van contact. Daar krijgen we Mette niet mee terug, maar wel iets van zingeving’.
Aandacht voor nabestaanden
Evera en Aris Jan willen de aandacht voor nabestaanden bij orgaandonatie op de volgende manieren verbeteren:
*Slachtofferhulp in het ziekenhuis voor nabestaanden van een donor
‘De meeste donoren zijn jong en overlijden onverwacht, net als Mette. Dat is heel traumatisch voor de nabestaanden. Daarom zou het goed zijn als er in het ziekenhuis een maatschappelijk werker of verpleegkundige is die hen bijstaat tijdens het transplantatieproces.’
*Het belang van het schrijven van een brief aan nabestaanden expliciet onder de aandacht brengen en beter faciliteren
‘Uit een enquete van ons onder een aantal getransplanteerden blijkt dat verreweg de meesten zich zeer bewust zijn van het belang van een brief. Ze ervaren echter drempels, bijvoorbeeld omdat ze niet weten of een brief bij de nabestaanden in goede aarde zal vallen. Of omdat ze zelf nog worstelen met gevoelens van ongemak of schuld.’
‘Je kunt dit op verschillende momenten in het proces van orgaantransplantatie aan de orde stellen. Bijvoorbeeld als iemand op de wachtlijst komt te staan voor een transplantatie, of pas enige tijd na de transplantatie als eerst tijd nodig is voor herstel. Ook kan aan de familie van een donor gevraagd worden of ze al dan niet prijs stellen op zo’n brief, zodat de getransplanteerde daar niet aan hoeft te twijfelen.’