Daan Westerink | Ik raak mijn vrienden kwijt
Misschien is het herkenbaar: je bent iemand die je lief is verloren aan de dood, en raakt daarna ook nog een deel van je vriendenkring kwijt. Zijn mensen echt zo harteloos? Of is er een andere reden waarom sommige vrienden en familie niet weten wat ze aan moeten met rouwende mensen in hun omgeving? En wat doe je als het je overkomt? Daan Westerink over het Domino-effect van verlies.
Niet uitgenodigd
“Nog niet zo lang geleden open ik Facebook op een ochtend en ik zie dat er de avond ervoor een barbecue was van mijn oude vriendengroep”, zegt Eva, die haar vriend Patrick een jaar geleden heel plotseling verloor. “Allemaal gezellige foto’s. Zonder mij. Ik was niet uitgenodigd. Ik stuurde natuurlijk direct een app: ‘Waarom was ik daar niet?’ Krijg ik te horen: ‘We dachten dat je er nog niet aan toe was.’ Zonder iets te vragen. Van dat soort dingen word ik soms echt gek. Alsof door de dood van Patrick alles veranderd is. Maar ik ben niet veranderd. Ik ben nog steeds Eva, ik houd nog steeds van de kleur rood. En van een feestje. Van leuke dingen doen met mijn vrienden. Maar dan moet je me wel uitnodigen.”
Eva en Patrick wonen al een paar jaar samen als hij overlijdt. Ze hebben op dat moment een hechte vriendenkring, althans dat denkt Eva “We zaten allemaal in dezelfde periode van ons leven. Samenwonen, trouwplannen, een baan, sommige mensen stonden op het punt een gezin te starten.” Maar na de dood van haar vriend blijkt de vriendschap toch niet zo heel sterk te zijn.
“Mensen zeggen heel snel dat je ze altijd kunt bellen of appen als je iets nodig hebt. Maar ik heb niet iets nodig, ik heb mensen nodig. Vrienden die gewoon blijven komen. Die gewoon blijven doen. Maar het lijkt wel alsof ik besmet ben.” Eva steekt haar arm in de lucht. “Het liefst wil ik tegen mijn vrienden zeggen: ‘hier is mijn hand en trek me maar ergens naartoe. Maar alsjeblieft, kom gewoon langs.’”
Stil aan haar kant
Uiteindelijk verhuist Eva zelfs naar een andere stad. Waar ze een nieuwe baan vindt en een nieuwe vriendenkring opbouwt. Haar oude vrienden ziet ze alleen als ze een keertje bij haar ouders op bezoek gaat. “Het gekke is dat we nooit iets uit hebben gepraat. Ze groeten me altijd vriendelijk, maar ik heb nooit meer iets van de meeste mensen gehoord. Hoe ga ik daar nou mee om? Zulke vrienden wil je toch niet?”
Ik denk terug aan de zomer van 2001. Het is een half jaar na het overlijden van mijn vader, en over een week is de barbecue van de tuinvereniging waar wij met veel plezier een moestuin en huisje huren en ieder vrij weekend doorbrengen. Ik zit niet zo goed in mijn vel en ben erg op zoek naar andere mensen die jong hun ouders verloren. Ik geniet van onze dochters maar ben tegelijkertijd verdrietig dat mijn ouders geen getuige van ons geluk zijn.
Een vriendin heeft vlak bij ons haar eigen tuintje. Ook zij en haar gezin zijn er vrijwel ieder weekend. Tot de dood van mijn vader zien we elkaar heel erg vaak. Maar als hij overlijdt, is het ineens stil van haar kant. Ze reageert niet op de uitnodiging voor de begrafenis. Als ik onderweg naar de kerk haar voor de zoveelste keer bel, neemt ze korzelig op, zegt dat ze ziek is en dat zij niet kan komen. Ik slik wat tranen weg en zeg ‘het is niet erg, beterschap, ik zie jullie weer.’
Een brief schrijven
Maar de vriendschap bekoelt, we vinden geen manier om weer goed met elkaar om te gaan. Als ze me die zomer op het tuinpad tegenkomt en vraagt ‘hoe gaat het’, zeg ik oprecht ‘vandaag gaat het niet zo goed. Ik mis mijn vader.’ En dan flapt ze eruit. ‘Zeg, ga je volgende week wel een beetje gezellig doen tijdens de barbecue, of trek je dan weer zo’n chagrijnig gezichtje?’
Onderkoeld zeg ik ‘het spijt me vreselijk dat jij tegen mijn gezicht aan moet kijken. Ik raad je aan volgende week aan een andere tafel te gaan zitten, dan heb je geen last van me.’ Ze schrikt. ‘Zo bedoel ik het niet. Maar echt, Daan, het is niet makkelijk om met jou om te gaan. Het leven gaat door, weet je.’
“Het is beter als we elkaar vrij laten”
Een week later besluit ik haar een brief te schrijven. Geen boze brief, maar een brief waarin ik al het moois uit onze vriendschap benoem. Onze gesprekken, onze zwangerschappen, het samen voeden van onze kinderen terwijl we eindeloos konden praten over het moederschap. Ik schrijf dat ik afscheid wil nemen met al deze parels in gedachten. En ik vertel haar, hoe verdrietig ik het ook vind dat we elkaar na de dood van mijn vader zijn kwijtgeraakt, dat ik altijd met liefde aan haar terug zal denken. En dat het beter is als we elkaar nu vrij laten.
Een week later krijg ik een kaartje waarin ze me bedankt voor mijn brief. Dat we misschien ooit…. Ik kan het laten rusten en als ik haar jaren later tegenkom met haar zoontje in het zwembad, merk ik hoe makkelijk we weer met elkaar in gesprek raken. Als ik wegga zegt ze dat ze me graag weer eens ziet. Ik zeg ja, misschien, ooit….
Verschillende kanten opgaan
Ik vertel Eva over de brief die ik schreef. En over het inzicht dat veel later kwam. Dat het heel makkelijk is om in goede tijden met elkaar om te gaan, vooral als je vergelijkbare levens leidt. Maar dat je pas echt weet of de vriendschap sterk genoeg is, als je omver geduwd wordt door zware tegenslag. Niet iedereen kan daarmee omgaan. De manier waarop je je verdriet uit, kan dan ineens mijlenver afstaan van de manier waarop vrienden met verdriet omgaan. Eva had net als ik behoefte aan echte steun. Aan gesprekken, aan armen om haar heen. Aan mensen die haar uit de ellende trokken. Haar oude vrienden hadden echter vooral behoefte aan voortzetten van het leven dat ze al jaren leidden. Ze snapten Eva helemaal niet meer, ze paste niet meer in hun plaatje.
Eva kijkt me vol ongeloof aan. Heb ik echt die brief geschreven? Waarom heb ik geen modder tegen haar huis aangegooid, vraagt ze. Of in ieder geval al mijn boosheid opgeschreven. Omdat ik daarmee de vriendschap uit het verleden geen recht doe, zeg ik. Wat we hadden was mooi, maar we gingen ieder een andere kant op. Waarom zou ik haar in een brief naar beneden trappen? Nergens voor nodig. Ik ging een andere kant op en zocht en vond steun bij andere vrienden. En ik hoop echt dat ook zij fijne vrienden om zich heen heeft. Dat gun ik haar.
Vrienden loslaten
Moet je dan iedereen maar laten gaan die niets meer van zich laat horen? Nee. Doe wat goed voelt. Als een hele goede vriend of vriendin het af laat weten nu jij hem of haar zo nodig hebt: laat van je horen. Vraag waarom hij of zij niet langs komt, vertel waar je behoefte aan hebt. Het redt sommige vriendschappen en relaties. Maar als de vriendschap toch reddeloos verloren is en jij vol ongeloof en wrok je boosheid zit te verbijten, zinnend op wraak, bedenk dan dat je bittere gevoelens veroorzaakt worden door iemand die je vroeger zo vrolijk maakte. Sta daar bij stil, bij het goede van de vriendschap, en laat hem of haar dan gaan. In liefde. En zoek steun bij anderen.
Geschreven door
Daan Westerink