Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Wenka | Erkenning

13 juli 2017 · Leestijd 4 min

Columnist Wenka luistert naar het verdriet van een vrouw die geen erkenning vond bij haar moeder. Nu is zij er niet meer en heeft ze spijt dat ze nooit goed met haar moeder heeft gepraat hierover.

Intens verdriet

Intens verdrietig is ze, de vrouw tegenover me. Sinds onze begroeting is ze non-stop aan het woord. Mijn aanwezigheid lijkt ze amper op te merken. Als een waterval blijven haar woorden komen, afgewisseld met eenzelfde stroom van tranen. Stil hoor ik haar aan.

Nooit goed genoeg

Ze vertelt over vroeger. Verhalen over moeder. Herinneringen aan vader. Ze vertelt ook over het voortrekken van haar zusje. Ze had altijd het gevoel dat ze er niet bij hoorde. Dat ze het niet goed deed. Niet goed genoeg was. Haar pijn, zichtbaar in haar ogen, klinkt door in haar woorden en is haast voelbaar aanwezig. Wát een verdriet.

Bidden om kracht

Na vaders overlijden, twintig jaar terug, bleef haar moeder alleen achter. De laatste jaren had zij steeds meer zorg nodig. Samen met manlief nam zij de taak op zich om voor haar moeder te zorgen. Uit plichtsbesef, maar ook uit liefde. Ja, soms was het zwaar. Dan moest ze bidden om kracht, om geduld, of juist om liefde. Ze heeft gedaan wat ze kon. En nee, echt niet voor een bedankje, of om een schouderklop, maar toch.

Goed gepraat

Haar zusje woonde een eind van haar en moeder vandaan. Af en toe belde ze moeder om te horen hoe het ging. Zelden kwam ze langs. En die ene keer dàt ze kwam, werd wékenlang door moeder bezongen wat een lieve dochter ze toch was. Haar schaarse bezoekjes werden goed gepraat. Ze had zo’n drukke baan, een sociaal en ze woonde niet om de hoek.

Ongemerkt

“Mij leek ze niet op te merken”, zegt ze zacht. “Elke dag was ik bij haar. Ik deed haar was, lapte de ramen en ging met haar mee naar het ziekenhuis. Mijn man hield trouw de tuin bij en deed kleine klusjes in en om moeders huis.” Klagen wil ze zéker niet, maar toch.

Geen ziekbed, geen afscheid

Geheel onverwacht overleed haar zusje vier jaar geleden. Geen ziekbed en geen afscheid. Zomaar opeens wàs ze er niet meer. Het voelt nog steeds onaf. Ze heeft er spijt van dat ze haar vragen nooit gesteld heeft. Haar stille verwijten ingeslikt. Haar gevoelens niet uitgesproken. Haar boosheid weggestopt.

Spijt

Na haar overlijden kon haar zusje helemaal niks meer fout doen. Altijd was het zusje voor, zusje na. Niet dat haar zusje daar iets aan kon doen hoor, maar het doet wel zeer. Nu, bij het regelen en nadenken rond het afscheid van moeder, komt deze pijn in alle hevigheid weer boven. Ze had zich toen zo voorgenomen haar moeder te bevragen over vroeger. Vragen over hoe  zij zelf was als klein meisje. Welke dromen en verwachtingen ze had van het leven. Hoe ze vader had leren kennen. Of ze blij was met haar en haar zusje. Blij met hen allebei.

Bang

“Nooit was er een geschikt moment, of nee,” verbetert ze zichzelf, “eerlijk gezegd dúrfde ik niet. Bang voor het antwoord. Angstig om te horen dat ik niet welkom was. Ongewenst.” Haar woorden maken me verdrietig, haar verdriet raakt me diep. Heel haar leven op zoek naar de liefde van haar moeder, naar erkenning, naar bevestiging. Zo groot en oud als ze is, diep vanbinnen is ze nog steeds dat kleine meisje van vroeger

Geschreven door

Wenka von Meijenfeldt

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--