Brief aan Wilfred
Petra Buijze schrijft een brief aan haar zoon Wilfred. Haar zoon woonde en werkte in Kuala Lumpur. Daar is hij op 26 jarige leeftijd omgekomen bij een eenzijdig ongeval met zijn scooter.
Ha lieve Wilfred,
Hoe vaak heb ik dat zinnetje wel niet geschreven het afgelopen jaar? Sinds het moment dat we hoorden dat je een ongeluk had gehad en was overleden.
Alsof ik je op de hoogte wilde houden van alles wat we meemaakten. De overweldigende liefde en aandacht die we ervoeren van de mensen om ons heen en van al je vrienden uit alle hoeken van de wereld. Hoe je vrienden hier liefdevol samen een prachtige kist voor je maakten. Hoe ontzettend koud en nat het was op het moment dat we je gingen begraven. Wat we meemaakten in Kuala Lumpur. Dat we al je vrienden en collega’s daar ontmoetten, naar je werk gingen, hoe we samen stonden op de plek van het ongeluk. Hoe we bezig waren met het ontwerpen van een grafmonument. Dat het geplaatst werd. Alles wat ik voelde, waar ik doorheen ging. Ik wilde alle details opschrijven zodat ik het vooral niet zou vergeten.
Ik schreeuwde mijn ongeloof, mijn verbijstering, boosheid en verdiet uit. Veel hoofdletters, uitroeptekens en vraagtekens… Wat me overkwam was nieuw voor me. Hoe moest ik dat doen, verder leven zonder mijn oudste zoon? Leven met de pijn, het verdriet en het gemis? Omgaan met “de buitenwereld”, met mezelf…? Ik had het gevoel dat ik opnieuw moest leren leven. Nog steeds. Maar weet je, lieve Willy… Het kan, want ik doe het. Omdat ik leef. Ik ga weer naar m’n werk, we vieren verjaardagen, maken grapjes en gekkigheid. Ik geniet van dingen. Dat kan namelijk allemaal naast elkaar bestaan heb ik ervaren het afgelopen jaar. Niet meer “gewoon”, zoals voor 29 januari 2016, maar het kan.
Nog steeds heb ik het gevoel dat we in één groot toneelstuk terecht zijn gekomen. Het gevoel van: nu is het wel genoeg geweest, laten we nu maar weer normaal doen. Het gevoel dat je nog gewoon aan de andere kant van de wereld leeft en werkt en nog wel weer eens een keertje bij ons binnen komt stappen. Nog steeds begrijpt m’n hart niet wat m’n brein best wel weet: dat je er niet meer bent. Want lieve jongen, wat mis ik je!
Je moeder.