Esther kon haar moeder redden, maar haar zusje niet
Esther heeft een jaar vol ziekenhuis achter de rug. Tot twee keer toe redt ze het leven van haar moeder. Maar dan ligt haar zusje op de IC en kan ze niks betekenen. ‘Hier heb ik geen rol en moet ik afwachten.’
Het is april 2019 als de telefoon gaat. ‘Mam’ staat op mijn scherm. ‘Ha mam’, roep ik. Even blijft het stil, dan hoor ik wat gemummel. In een flits denk ik: dit is een CVA (beroerte), ze kan mij bellen, ze wil praten, maar kan niks zeggen.
Ik handel gelijk. Ik stel mama gerust, ik vertel haar dat alles goed komt en dat ik zorg dat er snel hulp is. Dan bel ik 112.
Bloeding
Een maand later ligt mam op een revalidatieafdeling, maar knapt niet op. Het gaat steeds slechter. Ze voelt zich erg moe en heeft het benauwd. Ik vermoed dat ze een inwendige bloeding heeft.
Ik handel en eis dat er onderzoek komt. Deze komt precies op tijd. Het blijkt dat ze een inwendige bloeding heeft en de vereiste hulp komt net op tijd op gang.
Mensen vinden mij een held: ik ‘red’ tot twee keer toe het leven van mijn mams. Ik ben geen held, maar ik mocht en kon wat doen. Iedereen had zo gehandeld.
Strijd
Dan, in juli, sta ik machteloos aan het IC-bed van mijn zusje Astrid. Zij vecht haar strijd alleen. Een ontsteking aan haar hartspier heeft geleid tot hartfalen. Meestal loopt zo’n ontsteking beter af, maar bij haar niet. Het is domme pech.
Ik kan niets doen. Rondom haar bed is zoveel apparatuur en er wordt zoveel medicatie gegeven. Niet alles daarvan herken ik. Hier heb ik geen rol te spelen, hier moet ik afwachten.
Vroeger, als mijn zusje bang was, praatte ik met haar. Ik stelde haar gerust. Ik legde mijn armen om haar heen.
Praten
Nu praat ik ook, maar ik weet niet zeker of ze mij hoort in haar sedatie. Ik vertel haar verhaaltjes die lijken op de verhaaltjes die ik haar vroeger vertelde, toen we als kind samen op een kamer lagen.
Iedere avond voor het slapengaan vertelde ik er eentje, een ritueel dat we toen jarenlang in stand hebben gehouden.
Maar een maand later heeft de dood gewonnen. Astrid krijg veel medicatie om haar in leven te houden, maar het wordt eigenlijk alleen maar slechter. De medicatie en beademing worden stopgezet en dan gaat het snel.
Mijn hand op haar arm, zoals vroeger. Ik hou haar vast, ik stel haar gerust. En ineens is ze echt weg. Niks wat ik nog kan doen of betekenen.
Betekenen
Ik wens jullie allemaal vrede toe. Het leven neemt bij iedereen een eigen wending. Ik hoop dat het je gegeven is dat je iets voor elkaar kunt betekenen.
Dat je in iedere situatie je geliefden mag steunen, op welke manier dan ook. Dat je liefde mag ervaren en kracht, die alleen uit liefde en empathie kan ontstaan.
Esther Jooren