Afscheid nemen door alzheimer: ‘Alsof ook een gedeelte van mijzelf verloren ging’
Naast je dierbare op de bank zitten, precies zoals je honderden keren deed. En toch is alles anders. Kilometers verwijderd van de relatie die er ooit was, terwijl jij nog steeds dochter, zoon, broer of vriendin bent. Het is leven met ‘levend verlies’ wanneer een dierbare de ziekte van Alzheimer of dementie heeft. Clairy Polak schrijft er een roman over, gebaseerd op haar eigen leven met Nico, die in april 2019 overleed aan de gevolgen van alzheimer.
Gedwongen afscheid
Met iedere functie die uitvalt, iedere herinnering die langzaam vervaagt, wordt de omgeving gedwongen afscheid te nemen. Steeds minder moeder, echtgenoot, broer, vriendin. Steeds meer patiënt. Of, zoals journaliste en radio- en televisiepresentatrice Clairy Polak het omschrijft: ‘De relatie werd volstrekt ongelijkwaardig. Je wordt van echtgenote opeens moeder, oppas, cipier.’
‘Toen hij geen herinneringen meer had, leek het alsof ook een gedeelte van mijzelf verloren ging.’
Zij maakt het slopende proces van alzheimer van heel dichtbij mee, als haar man Nico een jaar of 65 is. Hij begint steeds meer te vergeten. Hij komt niet meer goed uit zijn woorden, loopt weg van huis en kan de weg terug niet meer vinden. Na hem vier jaar lang thuis te verzorgen, houdt ze het niet langer vol. Nico gaat naar een verpleeghuis.
Alzheimer
Ineens is Clairy alleen in hun appartement in Amsterdam. Ze voelt de behoefte om haar gedachten over wat er gebeurt is, op papier te zetten. Het resulteert in haar debuutroman ‘Voorbij, voorbij’: over de verwoestende werking van alzheimer op de relatie tussen Judith en Leo, en hoe Judith moet de moed der wanhoop en een flinke dosis zelfspot probeert het hoofd boven water te houden.
In een ontroerend gesprek met Coen Verbraak, amper drie weken nadat Nico is overleden, vertelt Clairy over de vijfentwintig jaar samen met Nico. Na hun eerste ontmoeting in een kroeg in 1985, wordt Nico haar grote liefde. ‘Aan een blik, een woord, een gebaar hadden we genoeg om elkaar te begrijpen. Hij werd een essentieel deel van mijn denkwereld. ‘Ik’ wordt dan ‘samen’. Je denkt, kijkt en ziet voor twee. Dat was ook het verdrietige van de latere situatie; toen hij geen herinneringen meer had, leek het alsof ook een gedeelte van mijzelf verloren ging.’
Woedend
De ziekte verandert de relatie tussen hen, die zo aan elkaar gewaagd zijn, drastisch. ‘Hij vond mij veel te betuttelend. En daar had hij groot gelijk in. Dat wás ik namelijk ook. Ik zette hem ’s morgens letterlijk onder de douche, zorgde ervoor dat hij zich schoor. Als hij een glas nam – daar hielden we allebei enorm van – riep ik: ‘Hallo zeg, niet zo snel drinken.’ Dan herinnerde hij zich niet dat hij al een glas op had. In het begin maakte ik de fout dat ik hem tegensprak als hij iets beweerde wat niet waar kon zijn. Dan werd hij razend. Hij kon zeggen: ‘Ik heb vandaag mijn moeder gesproken.’ ‘Maar lieverd, je moeder is al heel lang dood.’ Woédend!’
‘…je weet niet of woorden voor hem nog wel hetzelfde betekenen als voor jou.’
Langzaam raken ze elkaar kwijt. ‘Hij kon ineens roepen: ‘Liefste! Schat!’ Maar dan wist ik toch niet of hij mij herkende. Dat is zo moeilijk: je weet niet of woorden voor hem nog wel hetzelfde betekenen als voor jou.’
Pijnlijke momenten
‘Alzheimer is een monster dat steeds opnieuw onverhoeds een hap neemt uit de werkelijkheid. Hij wist op een gegeven moment niet meer dat ik zijn vrouw was, en dat we dertig jaar samen waren. Dat leverde heel pijnlijke momenten op. ‘Wat doe ik hier?’, kon Nico opeens vragen.’
Lees verder over hoe Clairy door haar roman probeerde weer een toekomst voor haarzelf te kunnen zien.