Blog Martijn – Hoe de bodem onder mijn bestaan verdween (en ik weduwnaar werd)
De dromen van Martijn en zijn vrouw Marleen waren werkelijkheid aan het worden: samen een warm gezin vormen, een broertje of zusje erbij voor hun zoontje. Maar alles viel in duigen op het moment dat Martijn totaal onverwacht het bericht krijgt: “Het spijt me verschrikkelijk om dit te moeten zeggen, maar uw vrouw is dood.”
We waren voor elkaar gemaakt
Marleen en ik leerden elkaar in 2007 kennen. Binnen de kortste keren wisten we: wij zijn voor elkaar gemaakt. We trouwden in 2009 en kochten in 2011 een huis waar we onze droom over een gezinnetje konden gaan invullen. Marleen raakte zwanger en het droomplaatje leek compleet.
“We wisten: wij zijn voor elkaar gemaakt”
Totdat de vliezen van Marleen zes weken voor de uitgerekende datum braken. In het ziekenhuis ging eigenlijk alles mis. Aan de bevalling van onze zoon in 2012 hield Marleen een lichte psychose, een hevige posttraumatische stressstoornis en een zware depressie over. Vrijwel iedere nacht zaten we tussen één uur en half vijf aan de keukentafel, omdat de herbelevingen altijd ’s nachts kwamen.
Onze droom binnen bereik
Na intensieve therapie begon de zon in de zomer van 2014 weer een beetje te schijnen. Marleen werkte nog niet, maar kon wel weer wat dingen in huis doen, en ontdekte dat ze handig was met de naaimachine. Er waren zelfs dagen bij waarop ik thuis kwam bij een vrolijke vrouw, en ze kreeg energie en zin om met onze zoon dingen te gaan ondernemen. Ook begonnen we de ziekte en het overlijden van mijn moeder een beetje te verwerken. Een jaar eerder was ze overleden aan alvleesklierkanker.
Op mijn werk had ik een groot project tot een goed einde gebracht. Ik durfde langzaam te gaan hopen dat we richting een normaal gezinsleven groeiden. Onze droom van twee kinderen, in een warm gezin, begon binnen ons bereik te komen.
IJzig koud
Tot het telefoontje van mijn vader. “Martijn, Marleen voelt zich niet goed en ze is gevallen. Misschien is het beter dat je naar huis komt.” Ik hoor aan de stem van mijn vader dat hij het meent. In de auto op weg naar huis krijg ik het opeens ijzig koud. ‘Ze is dood’ flitst door mijn hoofd. Snel duw ik de gedachte weg. Na zo veel ellende de afgelopen jaren zal dit toch niet gebeuren?
“Na zo veel ellende de afgelopen jaren zal dit toch niet gebeuren?”
Zodra ik in de buurt van mijn huis kom, zie ik een ambulance en politiewagen staan. Een paar buurvrouwen fluisteren wat tegen elkaar. Ik ren naar de voordeur. In de hal staat niet mijn vader, maar een agente. Ze hoeft niets te zeggen, ik weet het al. “Het spijt me verschrikkelijk om dit te moeten zeggen, maar uw vrouw is dood.”
Op dat moment sterf ik ook. Alleen heeft mijn hart dit nog niet door.
Ik mag niet bij haar, omdat eerst uitgesloten moet worden dat ik haar iets heb aangedaan. De schouwarts constateert een ‘natuurlijke dood’. Ik word boos: doodgaan op je 32e is alles behalve natuurlijk. Het vooruitzicht om mijn zoontje van twee het nieuws te moeten vertellen maakt me misselijk…
De bodem onder mijn bestaan is weg
Het overlijden van Marleen en de ellende van de voorgaande jaren hebben de bodem onder mijn bestaan weggeslagen. Rouw, depressie en een burn-out rolden over elkaar heen. In die zwarte mengelmoes moest ik een verleden afsluiten, het heden leren managen en is de toekomst ongewis.
Samen met mijn zoontje zoek ik nu mijn weg en bouwen we aan een nieuwe toekomst. En als je 4,5 dag werkt, je kind ruim aandacht wilt geven en een huishouden moet runnen, is dat soms best een uitdaging…
Geschreven door
Martijn Verwoerd