Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Blog Martijn | ‘We doen net of ze nog leeft’

14 september 2020 · Leestijd 4 min

Martijns zoon wil vadertje en moedertje met hem spelen. Maar Martijn wil helemaal niet doen alsof. ‘Ik wil namelijk helemaal niet nadenken over hoe het leven nu zou zijn als Marleen er nog was.’

Mijn zoon heeft een nieuwe favoriete bezigheid. ‘Papa, we gaan een toneelstukje doen. Ik speel mezelf en jij speelt jezelf en mama. Dan doen we net of ze nog leeft.’ Het zijn van die momenten waarin ik diepe innerlijke verdeeldheid ervaar. Mijn vaderhart wil meegaan in zijn spel, maar mijn zelfbeschermingsmechanisme is het daar hartgrondig mee oneens. Uiteindelijk zegt mijn mond meestal ‘ja’, maar ik merk dat het bakken energie kost om deze rollenspellen met mijn zoon te spelen.

Zinloos

Eerlijk gezegd wil ik namelijk helemaal niet nadenken over hoe het leven nu zou zijn als Marleen er nog was. Ik heb dat al genoeg gedaan, en het is dodelijk vermoeiend. Zinloos ook, want de feiten veranderen niet. Ze is dood en wij moeten verder zonder haar. Maar het is moeilijk om mee te doen in het rollenspel en me ondertussen af te sluiten voor gedachten over ‘hoe zou het zijn’. En vandaag doet mijn zoon er een schepje bovenop.

‘We doen net of mama nog leeft’

Nog een kindje

‘Kom papa, dan spelen we dat ik een broertje of zusje krijg’, gaat hij verder. Ik moet een kussen onder mijn shirt stoppen en dat doe ik dan maar, zij het met tegenzin. Ik weet dat de confronterende vragen nu gaan komen. ‘Wilden mama en jij nog een kindje toen ik een baby was?’. Daar is de eerste vraag al. ‘Nou, niet toen je een baby was, maar wel toen je wat ouder was.’ Er valt een korte stilte, hij denkt na over zijn volgende vraag. ‘Maar ging mama toen dood?’ Hij kijkt er sip bij. ‘Ja jongen, helaas wel.’ Hij laat het even bezinken. ‘Kom, het is tijd voor zwemles. We moeten gaan’, zeg ik na een minuutje stilte.

‘Ik mis mijn mama’

Tijdens de zwemles is mijn kereltje weer lekker vrolijk, hij is in zijn element. Hij dolt met de andere kinderen en de leraar. Maar als we na de les het kleedhokje binnenstappen, staan de tranen opeens in zijn ogen. ‘Ik mis mijn mama.’ Ik geef hem maar een dikke en welgemeende knuffel. Die knuffel troost niet alleen hem, maar ook mijzelf een beetje.

Een moeder

Ondertussen vraag ik me af welke herinneringen hij nog van Marleen heeft, of hij echt háár mist of dat hij ‘een moeder’ mist. Het is in ieder geval duidelijk dat hij zich soms een buitenstaander voelt. Natuurlijk zijn er kinderen in zijn klas waarvan de ouders bijvoorbeeld gescheiden zijn, maar ze zijn er in ieder geval allebei nog. Hij maakt regelmatig mee dat kinderen niet geloven dat zijn moeder dood is. Ik zie dat het soms op hem drukt, en ik zou die last zo graag van hem afnemen. Maar dat kan ik niet.

Grappig

Voor het slapengaan besluit ik wat grappige dingen over Marleen en mij te vertellen, om zo de dag toch met een glimlach af te sluiten. Ik vertel over de eerste keer dat Marleen voor mij kookte en precies alle ingrediënten die ik niet lust in één gerecht verwerkte. De grappen waar ik met open ogen intuinde en haar scherpe observatievermogen. En bovenal vertel ik over haar diepe liefde voor hem, hoe kort ze ook maar van hem mocht genieten.

‘Denk je dat mama ons mist?’

‘Denk je dat mama ons mist in de hemel?’, vraagt hij opeens. ‘Dat denk ik wel, vriend.’ Want inmiddels geloof ik dat er in een hemel zonder lijden en pijn toch plaats is voor gemis. Misschien niet gemis zoals wij dat kennen, maar een stil verlangen naar die dag…

Geschreven door

Martijn Verwoerd

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--