Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Nico | ‘Ik ben niet zo verdrietig, hoor’

17 mei 2020 · Leestijd 3 min

Nico ziet op tegen een gesprek bij een jonge vrouw, die onlangs haar man verloor. Hij bereidt zich voor op een lastig gesprek en kiest zorgvuldig troostende woorden. Al snel onderbreekt deze vrouw hem, en neemt het gesprek een verrassende wending..

Moed verzamelen

Ik heb veel mensen opgezocht die verdrietig zijn, maar in de ene situatie zie ik er meer tegenop dan in de andere. Dat zal jij ook hebben. Ik moest enige moed verzamelen om uit eigen beweging aan te kloppen bij een betrekkelijk jonge vrouw die een paar dagen ervoor haar man plotseling verloren had. Ze had geen contact opgenomen met de kerk – waar ze officieel wel bij hoorde – maar dat gaf niet. Dan neemt de kerk, in mijn persoon, wel contact op met haar. En warempel, ik was welkom.

‘Ik ben erop voorbereid dat deze vrouw gaat zeggen dat ze mét haar man ook God definitief gaat begraven’

Ik heb zo mijn vermoeden hoe mensen aan de rand van de kerk, die onverwacht met lijden geconfronteerd worden, zich zouden kunnen voelen. Verdriet en onbegrip komen samen. Ze zouden in opstand kunnen komen tegen het laatste restje van God dat nog in hun leven aanwezig is. ‘Zie je wel. Daarom zit ik niet meer in de kerkbank. Aan God heb je niks. Waarom moet mij dit overkomen?’ Ik ben erop voorbereid dat deze vrouw gaat zeggen dat ze mét haar man ook God definitief gaat begraven. Ik ben niet van plan om God te gaan verdedigen. Dat kan ik toch niet. Ik ben wel van plan het verdriet en de vragen rustig aan te horen.

Verdrietig? Nee, opgelucht!

Ik bel aan, word binnen gelaten, ga zitten en drink mijn koffie op. Uiteraard had ik woorden van medeleven bij binnenkomst uitgesproken en nu begin ik te informeren. Mijn woordkeus staat mevrouw niet helemaal aan. Ze onderbreekt me vrij snel. ‘Ik maak uit uw woorden op dat u denkt dat ik heel verdrietig ben. Laat ik maar direct zeggen: dat is niet zo. Ik vind het niet fijn om te zeggen, maar ik ben opgelucht dat mijn man dood is. Wij hadden een slecht huwelijk en konden ook niet goed tot een scheiding komen omdat we een eigen bedrijf hadden en in gemeenschap van goederen getrouwd waren. Vooral ik snakte naar een echtscheiding. De dood van mijn man is verschrikkelijk voor hem, maar voor mij niet erg. Ik kan nu verder met mijn eigen leven.’

Luisteren

Dit is een verrassende wending in het gesprek! Wat moet ik hierop zeggen? Zit ik te praten met een egocentrische, oppervlakkige vrouw? Gaat het om iemand die het verdriet niet wil toelaten in haar leven? Moet ik mijn ‘van harte gecondoleerd!’ intrekken en veranderen in ‘nou ja, dan maar tegen de gewoonte in, toch maar gefeliciteerd..?’ Dat zal ik niet over mijn lippen krijgen, maar ze lijkt er zelf wel zo over te denken. Ik weet het niet, hoef het ook niet te weten. Ik kom luisteren. En ik luister in elk geval naar een moedige vrouw die weigert rouwen als toneelspel op te voeren. Dat heb ik zó nog nooit meegemaakt.

Geschreven door

Nico van der Voet

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--