Navigatie overslaan
NPO Start
Uitgelichte afbeelding

Praten over rouw na zelfdoding: ‘We zijn zo bang om het verkeerde te zeggen’

vandaag · 13:00

Update: vandaag · 15:44

Je bent bang om het verkeerde te zeggen. Dus zeg je maar niks. Maar als iemand rouwt na een zelfdoding, is stilte vaak het pijnlijkst. Hoe kun je wél iets betekenen? Maryke Geerdink en Machteld van Barchjansen van Stichting 113 geven advies.

Hoe verschilt rouw na zelfdoding van andere vormen van rouw?

Maryke: “Hoe je rouwt, kan er voor iedereen anders uitzien. Wat rouw na suïcide echt onderscheidt, is het feit dat het een gewelddadig verlies is. Iemand wordt uit je leven gerukt, en dan is het ook nog zo dat de ‘dader’ van het verlies je dierbare of naaste is. Dat maakt het ingewikkeld. Het verlies wordt je aangedaan door degene die je verliest. Als iemand vermoord is dan heb je een dader op wie je boos kunt worden, van wie je van alles kunt vinden. Maar bij verlies door suïcide komt dat allemaal samen in één persoon. Je boosheid en je verdriet richten zich op die ene persoon, en die persoon is er niet meer. Dus je kunt ook geen uitleg krijgen.”

Machteld: “Daarnaast kunnen bij suïcide mensen uit je omgeving dat onderwerp vermijden uit onwetendheid of ongemak met het onderwerp, of ze reageren juist vanuit allerlei aannames. Daardoor kun je steun mislopen, terwijl juist die erkenning voor je verlies helend kan zijn. De omstandigheden rondom suïcide, hoe iemand is gevonden, politiecontact, een lichaam dat nog niet is vrijgegeven, brengen verder extra veel stress. Dat zijn heftige factoren die rouw na suïcide ingewikkelder kunnen maken. Het merendeel van de mensen vindt hierin overigens op een goede manier zijn eigen weg en leert met het verlies, te leven. Soms is er meer hulp en begeleiding bij nodig.”

Het mooiste wat je kunt doen als naaste, is er gewoon zijn

Maryke: “Een moeder vertelde me hoe ze worstelde met de waarom-vraag na de zelfdoding van haar zoon. Ze voelde zich schuldig en dacht: ik had de signalen moeten zien. Ze zei dat al haar emoties - woede, verdriet, schuld - op haar zoon gericht waren. En hij was er niet meer. Ze voelde zich ook vervreemd van haar omgeving. Mensen durfden niks te vragen of stelden juist vragen als: ‘Hoe en waar is hij gevonden?’ Iemand uit haar omgeving vond het een ‘laffe daad’, de ander vroeg: ‘Heb je echt niks aan hem gemerkt?’ Die vragen wakkerden haar schuldgevoel aan. Daardoor trok ze zich terug, bang voor nieuwe wonden. Het is daarom belangrijk om als naaste van nabestaanden aan te sluiten bij het verlies. Zoals je dat bij een andere vorm van verlies ook zou doen. Vraag hoe het met de ander gaat en bewaar je vragen naar het hoe en waarom. Zo geef je ruimte voor de ander om zelf te voelen.”

Meer persoonlijke verhalen lezen over verlies door suicïde

Schrijf je in voor onze gratis tweewekelijkse Ik mis je-nieuwsbrief voor (h)erkenning en troost.

Lees onze privacyverklaring.

Machteld: “Mensen willen begrijpen: waarom? Zelfs bij een overlijden door ziekte zoeken anderen verklaringen of redenaties waarom het misschien wel beter is zo: nu lijdt ze niet meer. We zoeken naar houvast. Daardoor wordt de wereld begrijpelijk. Maar bij een verlies en zeker bij suïcide, is dat ingewikkeld. Iemand in rouw heeft erkenning voor zijn verlies nodig, maar hoe geef je die als het verlies zo complex is? Dat kan het echte gesprek over verlies in de weg staan. Zoals bij een meisje van zestien. Ze verloor haar broer door zelfdoding, kon nauwelijks zeggen waaraan hij overleden was. Want als je het hardop zegt, is het echt gebeurd. En dat is heftig. Veel mensen houden die details voor zich, om anderen te sparen. Dat maakt eenzaam en het rouwen extra zwaar.”

Wat is de rol van praten bij dit soort verlies?

Maryke:“Bij 113 zeggen we vaak: praat erover, maar luisteren is net zo belangrijk. Laat als naaste weten dat je wilt luisteren. De combinatie van: als jij wilt praten, ik luister, is krachtig. En soms helpt het om als professional taal te geven. Als je je ouders verliest, ben je wees. Als je partner overlijdt, ben je weduwe of weduwnaar. Maar bij het verlies van een kind of door suïcide ontbreken zulke woorden. Als jou dat overkomt, dan zit je verlegen om een woord om dat te beschrijven. Dat geldt voor veel dingen. Als we er geen woorden voor hebben, dan stokt het gesprek. Ik probeer dan vanuit mijn rol als hulpverlener woorden aan te reiken die mensen in rouw kunnen helpen hun verlies te verwoorden. Als naaste kun je mensen ook helpen door te vragen: ‘Hoe wil je dat we het noemen?’ Om het praten te vergemakkelijken.”

En als je geen woorden hebt, zeg dat dan

Machteld: “Stilte kan ook belangrijk zijn. Er gewoon zijn als naaste. Iemand aankijken, een hand vasthouden, meezitten in verdriet, dat is zó waardevol. We willen oplossen, iets doen. Maar soms weet iemand in rouw zelf niet wat hij voelt of wilt op dat moment. Het mooiste wat je kunt doen, is er gewoon zijn.”

Hoe begin je als naaste het gesprek over rouw na zelfdoding?


Maryke:
“Het begint vaak met uitspreken wat je ziet of voelt. Bijvoorbeeld: ‘Ik hoorde wat er is gebeurd, en ik vroeg me af hoe het nu met je is?’ Nodig de ander uit om te vertellen.”

Machteld: “En als je geen woorden hebt, zeg dat dan. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen, maar ik denk aan je’. Of: ‘Hoe gaat het vandaag met je?’ Dat maakt de vraag kleiner.”

Wat kun je beter wel of niet zeggen tegen iemand die rouwt na zelfdoding?

Maryke: “We zijn zo bang om het verkeerde te zeggen, maar als je oprecht geïnteresseerd bent, kun je weinig fout doen. Zelfs als iemand zegt: ‘Ik wil er niet over praten’, dan heb je nog niets verkeerd gedaan. Je hebt laten merken dat je er bent.” En blijf bij wat de ander je vertelt. Ga niet zelf verder vertellen: ik heb dit gehoord, of gelezen of deze training gedaan. Aansluiten bij wat de ander je vertelt, kan ook gewoon luisteren zijn.”

Machteld: “Schrik niet gelijk van de reactie van de ander. Het is oké als iemand even geen zin heeft om te vertellen. Iemand kan in een totaal andere wereld zitten op dat moment en kan ook heel boos zijn of gaan huilen. Ook dat betekent niet meteen dat jij iets verkeerd hebt gedaan.”

Maryke: Wees inderdaad niet bang voor emoties. Huilen mag. Laat die ander dat ook voelen: je mag bij mij huilen en boos zijn.”

Sommige mensen hebben moeite met het woord ‘zelfmoord’. Welke woord gebruik je: zelfmoord, zelfdoding of suïcide?

Maryke: “Zelfmoord wordt soms als hard ervaren. Maar het is ook het woord dat mensen vaak zelf gebruiken als ze hulp zoeken. Als psycholoog gebruiken wij meestal ‘suïcide’, ook omdat dat gangbaar is in de literatuur. Vraag de ander: ‘Hoe wil jij dat ik het noem?’ Als iemand zegt: ‘Ik vind 'zelfmoord' een naar woord’, dan kun je gewoon vragen: ‘Hoe noem je het liever?’

Wat je wel en beter niet kunt doen bij iemand in rouw na zelfdoding

DO:
  • Laat van je horen, als je niet weet wat je moet zeggen, zeg dat dan
  • Vraag hoe iemand het verlies wil benoemen
  • Geef ruimte voor stilte én emotie
  • Gebruik woorden als: “Wat heftig”, “Ik denk aan je”, “Wil je er over praten?”
  • Blijf in contact, ga iemand niet uit de weg. Soms kunnen concrete voorstellen voor bijvorbeeld een wandeling of koffie helpend zijn
DON’T:
  • Probeer geen verklaring te geven (“Het zal vast zo bedoeld zijn…”)
  • Vermijd oordelen over de keuze (“Een laffe daad”)
  • Corrigeer taalgebruik niet als iemand daar zelf woorden voor vindt
  • Draai het gesprek niet naar je eigen ervaring (“Bij mijn nicht…”)
Hoe ga je om met de waarom-vraag na een zelfdoding?


Maryke:
“Mensen in rouw na zelfdoding hebben een verhaal nodig om verder te kunnen. En dat verhaal hoeft niet per se feitelijk kloppend te zijn. Als het iemand helpt te zeggen: dit gebeurde, dit speelde mee, en toen zag hij geen uitweg meer, dan kan dat steun geven. Het is normaal dat je die waarom-vraag hebt, maar als die heel lang aanhoudt, gaat die vraag alles overheersen. Dan kun je je als rouwende afvragen: helpt deze vraag me verder?”

Uiteindelijk is het waardevol als je ook kunt terugkijken op wie iemand wás, wat hij of zij betekend heeft en op welke manier iemand nog in je leven is

Machteld: “De waarom-vraag kan, wanneer deze heel veel later nog altijd overheersend blijft,soms een manier zijn om niet alles van het verdriet  te hoeven of kunnen voelen. Uiteindelijk is het waardevol als de suïcide niet langer het middelpunt is, maar je ook kunt terugkijken op wie iemand wás, wat hij of zij betekend heeft en op welke manier iemand nog in je leven is. Dat je weer herinneringen kunt ophalen. Daar is tijd voor nodig. Als je als naaste merkt dat er voor de rouwende persoon ruimte is voor het ophalen van herinneringen dan kan het troostend zijn als je helpt om die mooie momenten op te halen. Het is misschien wel één van de allergrootste opgaven voor een nabestaande van suïcide: om met zowel veel verdriet als met heel veel liefde te kunnen kijken naar wat er wél was.”

Vergroot het meemaken van een zelfdoding in de omgeving het risico op nog een zelfdoding, en moet je dan extra alert zijn?

Maryke: “Als je al kwetsbaar bent en zelf gedachten aan zelfdoding hebt en ziet dat iemand het leven beëindigt, kan dat gedachten versterken als: ‘Zo kan het dus ook’ en de drempel naar suïcidaal gedrag verlagen. Wees dus als omstander alert, zeker bij mensen van wie je weet dat ze het moeilijk hebben of eerder donkere momenten hebben gehad. Dan kun je vragen: ‘Hoe is het voor jou dat die persoon een einde aan zijn leven heeft gemaakt?’ Of: ‘Heb jij die gedachte ook weleens gehad?’”

Wat doet het met je vertrouwen als iemand ondanks jouw oplettendheid toch suïcide pleegt?


Maryke:
“Er zijn altijd meerdere factoren die tot een zelfdoding leiden. Het is nooit: dit gebeurde, dus daarom ging iemand over op zelfdoding. Het kan gaan om verlies van jaren geleden, dat ineens zwaarder weegt, of om een opeenstapeling van gebeurtenissen. Het is belangrijk te begrijpen: het feit dat jij dat ene signaal niet hebt gezien, betekent niet dat jij verantwoordelijk bent. Schuldgevoel na suïcide is normaal en begrijpelijk, maar de waarheid is: niemand draagt die verantwoordelijkheid alleen.”

Machteld: “Het blijft ingewikkeld, ook als je iemand wél hebt gevraagd: ‘Hoe donker is het voor jou?’ Het idee dat je had kunnen voorkomen dat iemand overging tot zelfdoding, komt voort uit de behoefte aan controle. Natuurlijk wil je het voorkomen, maar dat kun je niet altijd. Het vraagt ook om het onder ogen zien van de pijn en de werkelijkheid. Dat je denkt: Als ik iets anders had gezegd, was het niet gebeurd. Maar zo werkt het niet altijd. Ja, alertheid helpt en is van belang, maar je kunt in je eentje niet alles controleren.”

Goed luisteren; hoe doe je dat?


Maryke:
“Oefen het praten over dood, rouw en verlies, niet alleen als iemand overleden is, maar ook als je bang bent iemand te verliezen. We zouden daar vertrouwd mee moeten raken.”

Machteld:
“En heel praktisch: neem een ademhaling voor je iets zegt. Bouw een paar seconden stilte in. Dat voelt lang, maar dat valt mee. De ander krijgt ook ruimte om op adem te komen. Laat je hart spreken, niet je hoofd. Niet: ‘Mijn tante Annette had dat ook’, maar: ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen, wat erg voor je.’

Laat niemand snikkend alleen

Maryke: “Een man vertelde me dat hij ooit zo verdrietig was dat hij een einde aan zijn leven wilde maken. Snikkend zat hij op een bankje, mensen liepen langs, keken weg. Tot één onbekende hem aansprak: ‘Hoe gaat het? Heb je hulp nodig?’ Die simpele erkenning redde hem die dag. De Engelsen zeggen het mooi: Reach out. Laat niemand snikkend alleen, ook al ken je iemand niet (goed).”

Denk jij aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op
113.nl.

Machteld van Barchjansen is psycholoog en projectleider bij 113, waar ze werkt aan het bevorderen van de mentale gezondheid van jongeren via het depressie- en suïcidepreventieproject STORM. Daarnaast begeleidt ze kinderen en jongeren bij rouw en verlies en runt ze haar eigen Stichting Wie Mis Jij (https://www.stichtingwiemisjij.nl/). Hiermee organiseert ze onder andere herdenkingsinitiatieven zoals Allerzielen in het Vondelpark. Ook werkt ze met jongvolwassenen aan de vraag hoe je verbonden blijft na het verlies van een leeftijdsgenoot.
 
Maryke Geerdink is klinisch psycholoog en psychotherapeut en leidt sinds vijf jaar de hulpverleningsafdeling van 113. Ze is verantwoordelijk voor de 24/7-hulplijn, de gratis en anonieme online therapie met vaste psychologen, en de overleg- en advieslijn voor professionals. Ze helpt zowel mensen in crisis als hun naasten en leidinggevenden met concrete adviezen en ondersteuning.

Meest gelezen

Lees ook

Ontvang bemoedigende artikelen & verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

Lees onze privacyverklaring.