Ik raakte mijn vader én mijn Hemelse Vader kwijt
Als Noëls vader ernstig ziek is, blijft ze tot op het allerlaatste moment geloven dat God haar vader geneest. Als dat niet gebeurt, voelt het voor Noël alsof ze niet alleen haar vader, maar ook God is kwijtgeraakt.
“Die Kerst van 2001 was mijn mooiste Kerst ooit. Mijn ouders woonden en werkten in Zwitserland. Er lag een dik pak sneeuw en mijn vader had het hele huis van buiten versierd met lichtjes. Ook had hij zich enorm uitgesloofd met cadeautjes. Mijn jongste, toen pas 3, kreeg een op afstand bestuurbare auto. ‘Leuk voor later, als hij wat groter is’, zei mijn vader. We hadden toen nog geen idee dat het onze laatste Kerst samen zou zijn.”
Slokdarmkanker
Amper een half jaar later krijgt Noël verschrikkelijk nieuws: haar vader is ernstig ziek. “Mijn vader had nooit wat. Met Kerst viel het me wel op dat hij de dikke korsten van het Zwitserse brood moeilijker door kon slikken. Toen dat steeds erger werd, heeft hij zich laten onderzoeken”, vertelt Noël. Uit die onderzoeken blijkt dat haar vader uitgezaaide slokdarmkanker heeft.
“Ik ben gelijk de volgende dag naar Zwitserland gegaan. De artsen gaven hem nog twee tot drie jaar, maar dat werd uiteindelijk tweeënhalve maand.”
‘Ik was ervan overtuigd dat hij niet dood zou gaan’
Wonder
Noëls ouders besluiten terug naar Nederland te gaan om bij familie en vrienden te zijn. Ook logeren ze een aantal weken bij Noël en haar gezin. “Dat was een hele waardevolle periode: ik vond het zo fijn dat hij er was! Mijn kinderen vonden het ook heel prettig dat opi zo dichtbij was. Eén van mijn dochters ging elke avond naar zijn kamer toe om een liedje voor hem te zingen en te bidden.”
Ondanks dat ze haar vader achteruit ziet gaan, is Noël ervan overtuigd dat haar vader niet dood gaat. “Ik bad heel veel en was ervan overtuigd dat God een wonder zou doen. Mijn vader was altijd voor God bezig, dan kon het toch niet waar zijn dat hij dood ging? Mijn vader kon dat zelf ook amper geloven. Hij zei: ‘Ik heb nog zoveel voor God te doen!’ Toch vertrouwde hij volledig op Gods wil. ‘Als God een wonder wil doen, dan doet Hij dat.'”
Gebeden
“Omdat ik er zó van overtuigd was dat mijn vader niet zou sterven, heb ik niet echt afscheid van hem genomen. Dat vond mijn vader ook niet nodig. Hij vond het moeilijk als ik huilend zijn kamer binnen kwam: hij was zelf al zó aan het worstelen. Mijn verdriet kon hij er niet óók nog bij hebben. Vlak voordat hij insliep, stuurde hij mijn moeder naar boven. ‘Ga maar slapen’, zei hij. Ik denk dat hij er bewust voor koos om alleen te sterven.”
‘Het is klaar, hij is nu op een betere plek’
Opwekken uit de dood
“Ook toen mijn vader overleden was, bleef ik in een wonder geloven. Ik heb weleens gehoord dat mensen uit de dood zijn opgewekt en ik geloof ook dat God dat kan. Daarom zijn we met een groep christenen bij mijn vaders huis samengekomen en hebben rondom zijn bed gebeden. Maar er gebeurde helemaal niks. Toen kwam bij mij het besef: Het is klaar, hij is nu op een betere plek.”
‘Ik was enorm teleurgesteld in God’
Verkeerd begrepen
“Boos op God ben ik nooit geweest, maar wel ontzettend teleurgesteld. Ik vertrouwde er volledig op dat Hij een wonder zou doen, maar ik had Hem zó verkeerd begrepen! Daardoor voelde het alsof ik mijn vader en mijn Hemelse Vader tegelijk was kwijtgeraakt. Die connectie die ik altijd met God had, was weg. God was voor mij altijd meer dan een maatje geweest en nu voelde het leeg. Alsof ik nergens meer terecht kon”, vertelt Noël met tranen in haar ogen. “Ook kon ik niet meer doen wat ik het liefste deed: zingen. Ik was zo gekwetst: hoe kon ik met mijn hele hart zingen voor God als ik het zelf niet zo voelde?”
Alles voor de ander
“Natuurlijk miste ik mijn vader ook. We hadden een hele goede band: ik vond het altijd fijn om bij hem te zijn. Hij was heel behulpzaam en genoot met volle teugen van het leven. Ook was hij gek op mijn kinderen: hij deed alles voor ze. Ik ben heel blij dat hij al mijn kinderen nog heeft gekend.” Ook bewaart ze warme herinneringen aan de mooie momenten uit haar jeugd: “We wandelden graag samen in de bergen, gingen bosbessen plukken of worstjes braden boven een zelfgemaakt vuurtje. Als ik vrij was van school, was ik het liefst de hele dag bij hem.”
‘Ik was bang dat het verdriet té groot zou zijn’
Weer zingen
Na zijn overlijden kropt Noël haar verdriet lange tijd op. “Mijn kinderen waren nog klein en ik wilde ze niet met mijn verdriet belasten. Daarnaast was ik bang dat als ik eraan toe zou geven, het verdriet té groot zou zijn. Het echte rouwverwerkingsproces kwam pas na een paar jaar op gang.”
In dat rouwproces vindt Noēl ook haar passie weer terug: de muziek. “Ik kreeg een tegeltje waar een vogeltje op stond. ‘Je zult weer zingen’, was de begeleidende tekst. “Dat gaat echt niet gebeuren, dacht ik. Maar het zette me wel aan het denken. Het voelde alsof God me op die manier wat speldenprikjes gaf. Ook luisterde ik veel naar de cd van Casting Crowns die mijn vader in zijn discman had zitten. Dat ik dezelfde nummers luisterde die hij voor zijn dood had geluisterd, raakte me heel diep.”
Alles eruit halen wat erin zit
Waar ik het meest dankbaar voor ben, is dat ik weet dat mijn vader zo’n vol leven heeft gehad. Hij heeft écht genoten. Dat probeer ik ook: ik wil alles eruit halen wat er in zit. Zeker nu ik 45 ben en besef dat mijn vader 51 jaar oud was toen hij overleed. Ik ga er graag op uit en zing inmiddels met veel plezier weer bij een gospelkoor. Ook haal ik heel voldoening uit mijn werk: ik werk met dementerende ouderen die in de laatste fase van hun leven zitten.
Dat ik hen mag verzorgen en op die manier liefde door mag geven, vind ik heel waardevol.
En mijn band met God? Die is door het overlijden van mijn vader wezenlijk veranderd. Ik ben meer achterover gaan leunen en besef dat ik niet de hele dag hoef te bidden. God houdt van mij, Zijn liefde en genade zijn zoveel groter dan wij beseffen!”
‘Who am I’, een nummer dat veel waarde voor Noël heeft:
Geschreven door
Janet Freriks