Gedicht | Aan de grens

Aan de grens van wat nog begaanbaar is, menselijkerwijs, waar we gister nog getweeën hebben gestaan, sta ik nu alleen – jij begon je laatste reis
Aan de grens
Aan de grens van wat nog begaanbaar is, menselijkerwijs,
waar we gister nog getweeën hebben gestaan,
sta ik nu alleen – jij begon je laatste reis;
vanaf hier kan ik niet verder met je meegaan
Begrensd door ruimte en tijd
zijn we samen tot hier toe gekomen;
nu scheidt ons de kloof van de eindigheid
ontmoet ik je enkel nog in mijn dromen;
voorbij de grens van wat in mensenogen mogelijk lijkt
– ruimte onbegrensd, tijd ’n moment van eeuwigheid –
zie ik jou, je lichaam gebroken, geschonden,
je ziel, als een vlinder ontpopt, vrij en ongebonden.
Sabine Nijland

Disclaimer
Dit gedicht is met toestemming van uitgeverij Adveniat overgenomen uit de bundel Om wie jij bent van Sabine Nijland. Kopiëren, verspreiden en elk anders gebruik van deze inhoud is niet toegestaan zonder toestemming van de uitgever.