Blog Laurina | ‘Durf te kijken naar de pijn die zich aandient’
Wat doet een verliesbegeleider precies? Volgens Ik mis je-blogger en (ervaring)deskundige Laurina gaat het vooral om één ding: luisteren zonder oordeel en naast iemand staan in zijn of haar pijn en wanhoop. Dit kan voelen alsof je maar weinig kunt doen. Maar onderschat het niet. Je bent hiermee juist van grote waarde, legt Laurina in haar nieuwe blog uit.
Verliesbegeleider
‘Verliesbegeleider, wat doe je dan?’, vraagt Andries Knevel in de eerste minuten van het gesprek wat zondag 1 april 2018 op televisie te zien was. Een belangrijke vraag – en mooie aftrap van het gesprek. Andries spreekt met mij als mens, ervaringsdeskundige en professional. Een gesprek dat gaat over leven en dood. Over verwerken en over het vak van rouwbegeleider.
“Als verliesbegeleider doe je helemaal niet zo veel.”
Ik gaf hem het antwoord, wat naar mijn mening de essentie van echt luisteren is: ‘Als verliesbegeleider doe je niet zo veel. Het gaat er vooral om dat je erbij blijft. Hoe groot de wanhoop van de ander ook is, het gaat erom dat het mij ‘lukt’ om daarbij te blijven. Omdat het dáár over gaat.’
Luisteren zonder oordeel
De kunst van dat ‘niets doen’ gaat over luisteren zonder oordeel. Niet gelijk een mening vormend over wat de ander vertelt, maar eerder verwonderd zijn dat je getuige bent en mag luisteren naar het fluisteren van de ziel in nood.
Het gaat over het serieus nemen van leed en verdriet en daarbij aanwezig zijn met een open hart. Het gaat over het erkennen dat we veel kennis kunnen verzamelen, maar er tegelijkertijd nog steeds niets van snappen. En het gaat over tegen de storm in vertrouwen en durven geloven dat de ander de hoop weer terug zal vinden in zichzelf.
Grote waarde
Met dit gesprek op televisie geef ik een ode aan de mensen die door de jaren heen bij mijn wanhoop konden blijven. Het is een dankbetuiging, omdat ze hun hoop in mijn overspoelende wanhoop niet hebben opgegeven. Het is een diepe buiging dat ze mij zagen (en zien) met alles wat ik in mij heb aan schoonheid, talenten, en een recht-door-zee persoonlijkheid.
Het is een cadeau van de mensen die mij het vertrouwen geven dat ik bij hun pijn aanwezig mag zijn. Het is een geschenk dat ik op mijn beurt tegen de stroom in links en rechts hoop mag brengen. Beseffend dat ik maar zo weinig kan doen, maar daarmee toch van grote waarde ben.
Verwonde ziel
Wij als verliesbegeleiders, rouwdeskundigen, supervisoren, therapeuten, toeschouwers, hoopbrengers hebben het tempo van de ander te volgen. Het ritme waarin (oude) pijn, rouw en verlies zich aandient in het leven van anderen en onszelf. Hoe graag ik ook meer van waarde wil zijn. Hoe hard ik soms ook zoek naar praktische oplossingen. Altijd weer gaat het erover dat we durven te kijken naar de pijn die zich aandient en of we aanwezig durven zijn bij de diepste vertwijfelingen.
“Onze verwonde ziel roept vaak om te verstillen.”
Is er dan niets wat we kunnen doen? Er is genoeg. Er zijn te veel gesprekstechnieken; manieren van lijfwerk of (creatieve) werkvormen. Maar ze dienen een hoger doel. Ze zijn alleen een hulpmiddel om het met elkaar te hebben over het meest wezenlijke. Onze verwonde ziel roept vaak om te verlangzamen, te verstillen. In plaats van telkens vooruit te willen en hard te werken, naar dat wat we nog niet hebben bereikt.
Niet te oud
Van de week vroeg een vrouw van 77 jaar door de telefoon aan mij of ze ondertussen niet te oud was om de pijn in haar leven aan te kijken. Of het, nu ze zo oud was geworden, nog wel zin had. Het is een vraag die ik zo goed ken en van tijd tot tijd moet stellen aan de ander: ben ik met mijn 29 jaar niet te oud om de pijn en het verlies uit mijn leven aan te kijken en te verweven in mijn levensweb?
“Zal de radeloosheid in haar diepe rouw verminderen?”
Van harte gaf ik deze vrouw het (volgens mij) enige juiste antwoord wat ik haar kon geven: ‘zolang er leven is, ben je jong genoeg om het onrecht wat jou is aangedaan, de pijn die jou is overkomen aan te kijken en in te bedden in het leven van alledag.’
Of de radeloosheid in haar diepe rouw zal verminderen? Dat weet ik niet. Ik gun het haar. Tot die tijd wens ik haar toe dat er naaste personen zijn die de moed hebben om haar in haar wanhoop te ontmoeten.
Geschreven door
Laurina de Visser