Blog Jurgen | Doordat Jurgen zijn boterhammen vergeet, heeft hij een bijzondere ontmoeting
Bezweet van het fietsen zakt Jurgen met een blikje cola neer naast een wildvreemde jongen. Maar dan blijkt zonder woorden dat zij elkaars diepe verdriet kennen.
"Het is zaterdag en ik heb het wekkertje extra vroeg gezet, ik ga een stukje fietsen. Nou ja, een stukje? Ik wil van Oisterwijk naar Nijmegen en daar aangekomen een bezoek brengen aan het ziekenhuis waar mijn dochter Luna altijd kwam. Ik eet daar mijn boterhammetjes en ga via de Dierentuin Nuenen terug naar huis.
'Ik fiets als ik me rot en eenzaam voel'
Dit soort tochtjes rijd ik regelmatig na het overlijden van Luna, zo’n 6 jaar geleden. Vooral als ik me rot, leeg en eenzaam voel. Eventjes helemaal naar de kloten gaan, mezelf letterlijk leeg fietsen, alle energie wegbranden en hoe raar het ook klinkt: er met meer energie naar terug kunnen kijken.
Malloot
De twee honden kijken me aan met een blik die zegt: “komt die malloot weer aan om 7.00 uur in de morgen in zijn te strakke wielrenpakje”. De tafel ligt vol met spulletjes die ik nodig heb om de dag door te komen. Twee bidons met sportdrank, de nodige repen en gelletjes om een energiestoot te krijgen, wat extra zakjes poeder, twee bananen, m’n oordopjes om muziek te luisteren en m’n telefoon.
Mistig
Ik rijd weg door een polder met een mistig achtergrondje en kom er na een half uur fietsen achter dat ik de boterhammetjes ben vergeten. Maar dat mag de pret niet drukken. De eerste 120 kilometer gaan lekker. De temperatuur loopt op maar gelukkig kom ik onderweg genoeg openbare watertappunten tegen.
'Mag ik vragen wat er op je knieën staat getatoeëerd?'
Dan wordt het taai. De repen en gelletjes kunnen het hongergevoel niet meer onderdrukken. Nadat ik het centrum van Eindhoven heb doorkruist zie ik een frietkot staan. Ik stop om suikers en verkoeling te tanken. Met twee veel te dure koude blikjes cola ga ik in de schaduw zitten naast een jongeman van, ik schat, begin dertig. Snel open ik het eerste blikje en drink het in één teug leeg. Tjonge, wat is dit lekker zeg.
Tattoo
“Mag ik vragen wat er op je knieën staat getatoeëerd?” Ik kijk om me heen, maar ik ben toch echt de enige die hier zit met getatoeëerde knieën. “Tuurlijk mag dat”, zeg ik, en ik veeg de vliegjes en zand van mijn knieën. “Don’t give up the fight for no reason, but your own”, lees ik voor.
'Is het een traan of een zweetdruppel?'
Ik zie dat het hem ontroert maar weet niet waarom. Ik vraag hem of hij het citaat kent. “Het is een nummer van de Nederlandse band Racoon”, zegt hij. Er rolt nu een traan over zijn wang. Of zou het een zweetdruppel zijn? Hij ritst zijn shirt een stuk open en laat een tatoeage zien van een kleine vingerafdruk op de plek van zijn hart.
Dichtbij
Ik vraag hem zonder erover na te denken naar de naam van zijn dochtertje of zoon. “Mijn zoontje heet Rens en is 3 maanden jong geworden”, vertelt hij. Hij vervolgt dat het fietsen hem helpt om dicht bij zijn overleden zoontje te zijn. “Zolang ik het kan blijf ik rijden met Rens in mijn hart. En ooit zal ik 100 kilometer achter elkaar fietsen voor hem."
Ik leg mijn hand op zijn schouder en zeg dat hij over 6 jaar zelfs 180 kilometer kan fietsen als hij dat wil. “Wij zullen blijven fietsen voor jouw Rens en mijn Luna”, beloof ik. Ik zie hem denken, maar voordat hij een vraag kan stellen spring ik op mijn fiets en rijd de laatste 30 kilometer. De playlist van Luna haar uitvaart schalmend uit mijn oordoppen.
Kracht
De laatste kilometers kom ik bijna niet meer vooruit. Maar voortaan fiets ik met Luna en kleine Rens en vele andere kleine strijdertjes die niet hebben mogen winnen in gedachten. Dat brengt een oerkracht in me naar boven waar ik weer even op kan teren.
Geschreven door
Jurgen van Riel