Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Nico | Heb ik na zo veel begrafenissen eelt op mijn ziel?

12 september 2017 · Leestijd 4 min

Als dominee heeft Nico veel begrafenissen begeleidt. Als je zo vaak met rouw en de dood te maken hebt, doet het je dan nog iets? En als je ‘eelt op je ziel’ hebt, is dat dan erg? Een uniek inkijkje in de gedachtenwereld van de rouwbegeleiders.

Mijn eerste begrafenis

‘Er zijn twee soorten mensen met eelt op de ziel: dominees en begrafenisondernemers.’ Dat zei iemand tegen mij toen ik mijn eerste begrafenis moest leiden. Misschien was het cynisch bedoeld, misschien als toekomstvoorspelling voor mij. Ik vond dat geen compliment voor predikanten. Zouden die zo schijnheilig zijn? Van de begrafenisondernemers snapte ik het wel. Die moesten wel een eeltlaagje krijgen, als je zo dikwijls met de dood te maken hebt. Zo veel begrafenissen begeleidt.

‘Bij de eerste begrafenis was ik heel zenuwachtig. Maar bij de vierde… het verbaasde mij dat ik niet in tranen raakte.’

Ik heb mezelf in de gaten gehouden. Bij de eerste begrafenis waar ik moest voorgaan, was ik heel zenuwachtig. Bij de tweede begrafenis een beetje zenuwachtig, bij de derde nog licht gespannen, bij de vierde… Het meest verbaasde het mij dat ik niet in tranen raakte als ik rouwdragende familieleden zag huilen en dat ik kalm kon spreken naast de kist met de overledene. Alsof dit normaal was! Zou er toch eelt op mijn ziel groeien?

Afstand en nabijheid

Ik heb er wel eens met een begrafenisondernemer over gesproken. Die herkende dat wel. ‘Ik doe gewoon mijn werk zo zorgvuldig en invoelend mogelijk. Alleen de bijzonder verdrietige sterfgevallen raken mij persoonlijk. De dood van een kind of de zelfdoding van een jonge vader of moeder, bijvoorbeeld.’ Het ‘eelt op de ziel’ was bij hem: professioneel handelen. Een begrafenisondernemer toont voldoende nabijheid om de familie invoelend te kunnen ondersteunen bij alle keuzes die hij moet maken en de dingen die gedaan moeten worden in de dagen van rouw. Hij bewaart tegelijk voldoende afstand om zelf kalm te blijven, beroepsmatig te handelen en straks nog een rekening te durven sturen.

‘Het ‘eelt op de ziel’ is: professioneel handelen.’

Niet meehuilen

Zo moet het ook zijn met een voorganger of voorgangster bij een rouwplechtigheid: handelen en spreken met een evenwicht van nabijheid en afstand. Een dominee hoeft niet mee te huilen. Maar als hij kil is in de begeleiding van de familie, doet hij het niet goed. Dan zit er toch te veel beroepseelt op zijn ziel. Invoelend spreken en begeleiden moet ook als de overledene en de familie onbekend zijn voor de voorganger. Een voorganger is immers ook nog eens een getuige van de nabijheid van God in de ellende die mensen meemaken.

Zwarte pak uit

‘Als familieleden nu vanaf de begraafplaats hier toevallig langsfietsen en mij bezig zien, wat zouden ze dan denken?’

Zo denk ik er over. Ik herinner me ook nog een ander moment. Ik kwam terug van een begrafenis, die ik geleid had en ons zoontje stond al in de tuin op me te wachten met een bal. ‘Voetballen pappa?’ ‘Even wachten jongen!’ Ik liep naar boven, trok mijn zwarte pak uit en gewone kleren aan. Even later stond ik te knallen achter onze schuur. Toen dacht ik wel: als familieleden nu vanaf de begraafplaats hier toevallig langsfietsen en mij bezig zien, wat zouden ze dan denken? ‘Eelt op de ziel! Die schakelt wel heel makkelijk over!’? Ik dacht het even maar voetbalde vrolijk verder.

Lees ook: Praat jij ook nog tegen je overleden dierbare?

Geschreven door

Nico van der Voet

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--