Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Daan Westerink | Rouwen zonder fasen of taken

1 mei 2019 · Leestijd 6 min

Zoveel mensen, zoveel soorten rouw. Waar de een eindeloos wil praten, zoekt de ander liever afleiding. Rouwdeskundige Daan Westerink zoekt uit hoe het zit met rouwen en legt een paar misverstanden op tafel.

‘Sorry, maar je rouwt verkeerd’

Franka verloor haar man en bleef achter met twee jonge kinderen. Ze is mijn collega en stond na een paar weken al weer voor de klas. Waarom? Omdat ze daar zin in had. Omdat de muren in haar huis op haar af kwamen. Omdat de studenten haar heel veel energie geven. Nu lijkt het alsof ik het voor haar opneem. En dat doe ik ook. Want Franka krijgt aan de lopende band goed bedoelde, maar pijnlijke adviezen hoe ze moet rouwen.

‘Moet jij niet bij de kinderen zijn nu?’

‘Moet jij niet bij de kinderen zijn nu?’ En stellige opmerkingen zijn er ook: ‘Je bent zoveel van huis, je zit duidelijk nog in de ontkenningsfase’. Daardoor heeft Franka vaak het gevoel dat ze het niet goed doet. Rouwen. En dat is jammer. Want niet alleen zijn er heel veel verschillende soorten mensen, zij hebben ook allemaal verschillende behoeften als ze iemand verliezen. De een wil praten over het verlies, de ander gaat liever sporten met een vriend. De een wil graag een poosje thuisblijven, de ander, zoals Franka, zoekt naast de zorg voor de kinderen ook graag wat afleiding.

Wat voor de een prettig is, voelt voor de ander helemaal niet goed. En dat is prima. In tijden van verlies mag je eigenwijs rouwen. Dat is zelfs een must! Maar daar heb je je omgeving wel bij nodig.

Misverstand 1: het rouwproces bestaat uit fasen

Er zijn helaas heel veel hardnekkige misverstanden over rouw. Dat een rouwproces uit fasen bestaat bijvoorbeeld, die allemaal doorlopen moeten worden. Psychiater John Bowlby ontwikkelde deze theorie in de twintigste eeuw, later dankbaar aangevuld door psychiater Elisabeth Kübler-Ross. Logisch dat deze theorie nog steeds door sommige mensen gebruikt wordt, want het is heel handig voor de omgeving en ook voor hulpverleners, om dit model bij de hand te hebben en te kijken of iemand in de fase ontkenning, marchanderen, woede of al in de fase van verdriet en depressie zit, om uiteindelijk hopelijk te kunnen concluderen dat de slotfase aanvaarding in zicht komt. Daarna is het rouwen voorbij, het verdriet achter de rug.

‘Rouw ik wel goed?’

Maar zo werkt het niet, daar kwamen nabestaanden en ook Elisabeth zelf achter. Het dwingende karakter van een rouwtheorie veroorzaakt misverstanden bij de omgeving en twijfel bij mensen als Franka: Doe ik het wel goed? Mag ik wel zeggen dat ik weer blijdschap voel terwijl ik nooit boos ben geweest? En is het normaal dat ik na jaren nog kan huilen om mijn man? Ja. Ook dat is normaal.

Misverstand 2: je moet rouwtaken vervullen

De Amerikaanse rouwtherapeut William Worden veegde het fasenmodel definitief van tafel en bedacht toch ook een eigen theorie. Volgens hem moeten nabestaanden vier rouwtaken vervullen: eerst het verlies onder ogen zien; dan gevoelens en reacties ervaren die volgen op het verlies; zich vervolgens aanpassen aan een leven waar de overledene geen deel meer van uitmaakt; en tenslotte de overledene emotioneel een plaats geven en de draad van het leven weer oppakken. Maar ook dit model wordt gebruikt als een fasenmodel. Ook hier moet je eerst alle emoties verwerken voor je weer deel kunt nemen aan het leven, en er weer van mag genieten. Voor de meeste mensen, inclusief kinderen, werkt dit zo niet.

‘Omgaan met verlies is het zoeken naar balans tussen de confrontatie en het weer deelnemen aan de veranderende wereld.’

Rouw is een kwestie van balanceren

Gelukkig ontdekten psychologen Maggie Stroebe en Henk Schut begin deze eeuw dat rouwen geen kwestie is van het doorlopen van opeenvolgende fases of van het vervullen van taken, van het alleen maar geconfronteerd worden met het verdriet. Omgaan met verlies is volgens hen het zoeken naar een balans tussen de confrontatie met het verlies en met het weer deelnemen aan de veranderde wereld. Je slingert heen en weer en de ene keer is dat heel zwaar, de andere keer word je opgetild door mooie herinneringen en voel je dat je door kunt.

Hoe je dat doet, heen en weer slingeren? Met vertrouwen. Met fijne mensen om je heen. Mensen die blijven vragen waar je behoefte aan hebt. Ook na een jaar nog. En die luisteren naar het antwoord, ook als je dat niet hebt. Gelukkig heeft Franka die mensen om zich heen. Haar schoonouders bijvoorbeeld en haar broer, die vroegen hoe ze haar en de kinderen konden ondersteunen. Franka gaf aan dat het alleen voor de kinderen zorgen haar soms zo zwaar valt, dat ze in het weekend het liefst alleen maar bij wil slapen. De kinderen logeren sindsdien een keer per maand. De ene keer een weekend bij hun opa en oma en de andere keer bij hun oom en tante.

‘Iedere week leest een oudere meneer de kinderen voor uit een van de boeken die hun vader ook zo prachtig vond.’

Steun in het rouwen

Franka heeft veel steun aan de mensen van haar kerk. Een vaste groep is haar trouw blijven bezoeken en vroegen hoe ze de jonge weduwe verder konden ondersteunen. Wilde ze niet met een hulpverlener praten, ze kenden nog wel een goede. Franka gaf aan dat de bezoekjes en ook haar geloof haar al genoeg steun gaf.

Praten met een hulpverlener hoefde niet. Maar ze gaf aan dat ze het wel heel erg fijn zou vinden als iemand haar kinderen eens per week voor wilde lezen, want dat deed haar man altijd zo vol overgave. Kenden ze niet iemand met een fijne stem die dat ook leuk vond? En dus leest nu iedere week een oudere meneer de kinderen voor uit een van de boeken die hun vader ook zo prachtig vond. Haar zoontje en dochtertje genieten van die speciale avond. Hun bonus-opa gaat net zo op in het boek als hun papa deed en ze kijken iedere week uit naar het bezoek. Franka gaat dan om de hoek een uurtje naar de sportschool. Het is daar net alsof ze alle emoties eruit kan gooien.

Nieuw evenwicht

Is dat rouwen? Naar de sportschool gaan, in de kerk genieten van inspirerende teksten, je gedragen voelen door een gemeenschap, een oudere meneer je kinderen wekelijks een uurtje voor laten lezen, je kinderen een keer in de maand naar familie brengen zodat jij uit kunt slapen? Ja. Ook dat is omgaan met verlies, zoeken naar een nieuw evenwicht. En dat is waar de mensen om Franka heen haar volop bij ondersteunen. Ze zeiden niet ‘je kunt me altijd bellen’, ze belden zelf aan. Ze zijn er. Zonder advies, zonder rouwprotocol, met lege handen maar vooral met een liefdevol hart. Dat gun ik iedereen.

De naam Franka is om privacyredenen gefingeerd

Geschreven door

Daan Westerink

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--