Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nel (11): ‘Achteraf had ik mijn moeders laatste moment willen meemaken’

6 oktober 2022 · Leestijd 7 min

Nel is acht jaar als haar moeder Sanne overlijdt aan borstkanker. Niet wetend wat ze met haar verdriet aanmoet, probeert Nel de lege plek te vullen met eten. Totdat ze ontdekt dat het niet haar schuld is dat haar moeder is overleden.

Het verhaal van Nel en haar vader is te zien in de Ik mis je-uitzending van 26 november 2022. Bekijk deze via NPO start.

Een uitgestrekte brug brengt me van hectische Amsterdam-Centrum naar een oase van rust: IJburg. Daar, aan het IJmeer op drie hoog, woont Nel met haar vader Martin.

Poes Saartje sjeest door de woonkamer en eindigt met een sprong in de lucht. Nel en ik ploffen op de bank. “Is er iets waar je liever niet over praat?” vraag ik. Dat is er niet.

Martin stelt voor om bij ons gesprek te zitten, maar dat hoeft niet van Nel. Dapper, gaat er door me heen. Maar misschien word je dat ook wel, als je zo jong zoiets heftigs meemaakt.

image9
Nel met haar ouders en broer.

Beroemdheid

Nels moeder is namelijk overleden. Acht jaar was ze, toen dit gebeurde. En zes wanneer ze hoorde dat haar moeder borstkanker had. “Ik begreep toen niet echt wat het inhield, daarom kan ik daar niet zo veel over vertellen,” licht Nel toe.

Sanne was geen gewone moeder, voor zover je moeders gewoon kan noemen. Als hoofdredacteur van NEMO Kennislink, onderdeel van het bekende museum in Amsterdam, was ze een beroemdheid in de wetenschapswereld.

Slijm

Ja, Sanne werkte veel. De wetenschap begrijpelijk maken, was niet altijd eenvoudig. Maar als ze thuis was, genoot Nel van haar slimme moeder. “We deden vaak samen proefjes. Vooral slijm maken vond ik leuk. Tonnen met slijm had ik!” lacht Nel.

“En voordat ze ziek werd, gingen mijn moeder, mijn broer en ik in het weekend vaak om zes uur ‘s ochtends naar een eiland toe. Vogelpoepeiland, noemde we dat. Midden in het water, hier in de buurt. Dan sprongen we van het eilandje af, het water in.”

bb1a1fdc-b438-4905-ab60-cd8281bf85ec

Eilandjespringen ging door Sanne’s ziekte steeds moeizamer. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe tradities. Moest Nels moeder bijvoorbeeld naar het ziekenhuis, dan ging Nel mee en haalden ze altijd samen een kroketje. “En ik mocht een ballon kopen in het ziekenhuis. Ik had er uiteindelijk wel twintig!” zegt ze stralend.

Onzin

Met haar ouders sprak Nel weinig over haar moeders ziekte. Dat wilde Nel ook niet. “Mijn moeder was ook bang dat ik onrustig zou worden, dat het me een naar gevoel gaf. Nu praat ik er wel over. Dat voelt fijner omdat het al gebeurd is.”

'Haar huis opruimen vond ze onzin'

Wat haar dan wel hielp in die tijd? “Spelen met vriendinnen. En ik had een hele mooie foto van mijn vader, moeder en ik. Toen die gemaakt werd, zei de meneer dat we niet mochten lachen. Dan was de foto beter. Onzin, zei mijn moeder. En ze lachte toch.”

Niet luisteren deed haar moeder wel vaker, vertelt Nel met een glimlach. “Ze heeft nooit, maar dan ook NOOIT haar huis opgeruimd. Dat vond ze onzin. Ze wou gewoon lekker kliederen en ruimde het over een jaar wel op.”

Lekker kliederen kon Nel ook wel. Toen Sanne door chemokuren haar haar verloor, bracht dat Nel op een idee. “Je kon haar doneren op een website. Heel veel mensen deden dat en toen heb ik voor haar een pruik gemaakt! Ze had ook een gewone, met kort haar, want dat wilde ze altijd al eens.” Gek vond Nel het wel hoor, ineens een kale moeder.

Opzoeken

Ondertussen takelde Sanne steeds meer af. “Eerst kon ze niet meer lopen en kreeg ze een rolstoel. Later kon ze alleen maar liggen.” Sanne vertelde haar dochter dat haar lichaam nu vol met tumoren zat. En haar hoofd ook.

Wat dat precies betekende, wist Nel niet. Dus zocht ze het op. “Ik keek wat hersenkanker kon doen en ik las dat de kans klein is dat je het overleeft. Dat was heel pijnlijk om te lezen.”

image22

Vandaag of morgen

“Twee dagen voor ze dood ging, lag ze hier op de bank,” gaat Nel verder. “Ze moest naar het ziekenhuisbed op haar kamer, maar zitten deed zo’n pijn. Toen ze omhoog kwam, gilde ze het uit. Ik zat in mijn kamer te huilen.”

Dat het einde in zicht kwam, werd pijnlijk duidelijk. “De dokters zeiden tegen haar: ‘Je gaat vandaag dood, of morgen’. Ze werd gek van die pijn. Ze wist ook niet goed wat ze wilde. Ze wilde niet dood, maar ze wilde ook geen pijn meer.”

b6306cd3-da4b-49b5-8ae0-c3355ef952f4

Het slechtste

Het leek haar vader beter als Nel bij een vriendinnetje logeerde, wat ze deed. Toen Nel de volgende dag terugkwam, vroeg ze of haar moeder nog leefde. “Mijn vader zei niks, dus ik dacht het slechtste. En dat was ook zo.”

Nel is even stil, haar ogen zijn waterig en staren in het niets. Dan vervolgt ze zachtjes: “Ik liep naar boven en ze was helemaal paars. En koud… Ze was dood.”

Hart vullen

“Ik heb de hele dag gehuild. De periode daarna was naar. Twee jaar lang wilde ik alles eten, omdat ik dacht dat dat mijn hart wel vulde. Twee jaar. Tot ik besefte dat het niet werkte.” Nel kreeg hulp om af te vallen en begon te praten over haar gevoelens. “Ik kwam erachter dat ik er niks aan kon doen dat ze doodging.”

Ik vraag Nel waarom ze dacht dat ze iets kon doen aan haar moeders dood. “Omdat ik er niet bij was. Achteraf had ik haar laatste moment willen meemaken.” Ze kijkt naar beneden, en zegt in een adem: “Ik wilde haar hand vasthouden en haar een knuffel geven en ik wilde dat ze niet weg zou gaan.”

'Ik wilde dat ze niet weg zou gaan'

Aan haar moeders graf, las Nel een zelfgeschreven gedicht voor. “Het heet: Het gedicht van de liefde. Het staat ook op haar graf. Ik schreef het voor ze overleed, mijn broer hielp me.” Haar moeder heeft het gedicht nooit gehoord. Of, misschien heeft ze het wel gehoord toen, maar dat weet Nel niet.

Steun en toeverlaat

Meteen weer naar school gaan, zag Nel niet zitten. Liever bleef ze thuis om na te denken over wat er was gebeurd. “De klas had wel iets voor me gemaakt, een kalender of zo. En een jongen uit m’n klas kocht een hele grote pinguïn voor me. Ik weet ook niet waarom,” lacht Nel. “Maar het betekende wel dat ze iets voor me wilden doen.”

Daarnaast verbleef thuis Nels grote steun en toeverlaat: poes Saartje. Met een kleine glimlach vertelt Nel: “Het klinkt misschien gek, maar ik praat veel met mijn poes. Dan vertel ik wat er allemaal gebeurd is. Het was toen de coronaperiode. Dan zeiden we tegen elkaar dat het niet kon, dat Mark Rutte zei dat het goed kwam. Dat vonden we maar stompzinnig.”

Glimmen

Drie jaar mist Nel haar moeder nu. Het gaat gelukkig veel beter. “Ik heb een fijne kat, een fijne vader en een goed huis.” Regelmatig denkt ze nog aan haar moeder. “Als ik slijm maak, bijvoorbeeld. Dan vraag ik me af: hoe zou zij het nu doen?”

Maar de mooiste gedachten komen als Nel met Saartje speelt. “Soms denk ik dat mijn moeder in mijn kat is gegaan,” giechelt Nel met lichte gêne. “Mijn vader denkt het ook. Als Saartje wil spelen, dan zie ik iets glimmen in haar grote ogen. Dat zag ik bij mijn moeder ook altijd.”

PHOTO-2022-10-05-13-34-48
Nel met poes Saartje.
Kindervragen over de dood: 'Soms is de vraag belangrijker dan het antwoord'

Lees ook over:

Kindervragen over de dood: 'Soms is de vraag belangrijker dan het antwoord'
Praten over de dood met kinderen: dit begrijpt een schoolkind (vanaf 9 jaar)

Lees ook over:

Praten over de dood met kinderen: dit begrijpt een schoolkind (vanaf 9 jaar)

Geschreven door

Tara

Misschien ook wat voor jou

Ontvang bemoedigende artikelen en verhalen in je mailbox

We sturen je elke week een selectie van indrukwekkende verhalen en inspirerende artikelen.

E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

--:--